• ge·lo·geerd
vervoeging van: logeren…
verbogen vorm: gelogeerde

gelogeerd

  1. voltooid deelwoord van logeren
     De zon was nog niet op en met mijn hoofdlamp checkte ik nog een laatste keer al mijn spullen om te zorgen dat ik niets zou vergeten. Die nacht had ik in de tuin van Trail Angels Scout & Frodo gelogeerd, in een buitenwijk van San Diego.[1]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers