bloempot
- bloem·pot
- samenstelling van bloem en pot
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bloempot | bloempotten |
verkleinwoord | bloempotje | bloempotjes |
de bloempot m
- pot van aardewerk of kunststof waarin men een plant kweekt
- ▸ Ik drukte mijn sigaret uit in de bloempot die ons tot asbak had gediend. Hij deed hetzelfde en sprong overeind om zich over mijn bagage te ontfermen.[1]
1. pot waarin men een plant kweekt
- Het woord bloempot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bloempot" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 13
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be