Dutch

edit

Etymology

edit

From hartstocht (passion) +‎ -lijk.

Pronunciation

edit
  • IPA(key): /ɦɑrtsˈtɔx.tə.lək/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: harts‧toch‧te‧lijk

Adjective

edit

hartstochtelijk (comparative hartstochtelijker, superlative hartstochtelijkst)

  1. passionate, intense

Declension

edit
Declension of hartstochtelijk
uninflected hartstochtelijk
inflected hartstochtelijke
comparative hartstochtelijker
positive comparative superlative
predicative/adverbial hartstochtelijk hartstochtelijker het hartstochtelijkst
het hartstochtelijkste
indefinite m./f. sing. hartstochtelijke hartstochtelijkere hartstochtelijkste
n. sing. hartstochtelijk hartstochtelijker hartstochtelijkste
plural hartstochtelijke hartstochtelijkere hartstochtelijkste
definite hartstochtelijke hartstochtelijkere hartstochtelijkste
partitive hartstochtelijks hartstochtelijkers