© Shutterstock / addkm
Het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD) steunt acties van de EU-landen die materiële hulp bieden aan de minstbedeelden.
Het gaat onder meer om voedsel, kleding, schoeisel en persoonlijke verzorgingsmiddelen zoals zeep en shampoo.
Materiële hulpverlening moet hand in hand gaan met sociale integratie om de betrokkenen te helpen er weer bovenop te komen.
Nationale autoriteiten mogen daarom ook niet-materiële steun verlenen om de meest behoeftigen beter in de samenleving te integreren.
Het FEAD helpt mensen bij de eerste stappen om uit de armoede te raken en weer een volwaardig lid van de samenleving te worden.
Het fonds helpt de minstbedeelden met hun elementaire levensbehoeften. Dat is een randvoorwaarde om een baan te vinden of een opleiding te volgen die bijvoorbeeld het Europees Sociaal Fonds (ESF) hun kan bieden.
Feiten en cijfers over het Europees Fonds voor hulp aan de meest behoeftigen (Engels)
Aanpak van de sociale gevolgen van de coronacrisis
In mei 2020 is de Commissie met een voorstel gekomen voor nieuwe wijzigingen op de verordening gemeenschappelijke bepalingen en de FEAD-verordening in verband met de uitbraak van COVID-19 en de toenemende behoeften. De bedoeling is om het FEAD in 2020, 2021 en 2022 extra middelen te geven, binnen het verruimde cohesiebudget in de EU-begroting voor 2014-2020.
In april 2020 had de Commissie al het initiatief genomen om het FEAD aan te passen in het kader van het CRII+-pakket, het investeringsinitiatief coronavirusrespons plus. Dit pakket geeft de lidstaten meer flexibiliteit en liquiditeit.
Hoe gaat het FEAD te werk?
De Commissie keurt de nationale programma's voor 2014-2020 goed. Op basis daarvan beslissen de nationale autoriteiten hoe zij de hulp verdelen via hun partnerorganisaties (vaak ngo's). Dat is dezelfde aanpak als bij de cohesiefondsen.
De EU-landen mogen zelf beslissen welk soort hulp (voedsel, andere materiële basishulp, of een combinatie van beide) zij bieden, afhankelijk van hun eigen situatie en hoe de goederen worden aangeschaft en verdeeld.
De nationale autoriteiten mogen de hulpgoederen zelf inkopen en aan de partnerorganisaties doorgeven of de partnerorganisaties geld geven om zelf hulpgoederen in te kopen. Partnerorganisaties die voedsel of goederen kopen mogen die zelf verdelen of aan andere partnerorganisaties vragen om hen daarbij te helpen.
De partnerorganisaties zijn hetzij overheidsdiensten, hetzij niet-gouvernementele organisaties die worden gekozen door de nationale autoriteiten op basis van objectieve en transparante nationale criteria.
In de FEAD-landfiches leest u meer over de operationele programma's van het FEAD in de EU-landen.
Over hoeveel geld beschikt het fonds?
In reële termen beschikt het FEAD over 3,8 miljard euro voor de periode 2014-2020.
De EU-landen worden geacht om daarnaast zelf nog eens minstens 15% extra uit te trekken voor hun nationale programma.
Wat is de rechtsgrondslag?
De FEAD-verordening is in 2014 goedgekeurd. Zij werd in 2018 vereenvoudigd. De geconsolideerde versie staat online. Eind 2016 waren alle gedelegeerde en uitvoeringshandelingen vastgesteld.
In april 2020 zijn nieuwe wijzigingen, met specifieke maatregelen voor de aanpak van de coronacrisis, in werking getreden.
In februari 2021 werd de Verordening betreffende het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD) gewijzigd om ervoor te zorgen dat het fonds kan worden aangevuld met financiële overdrachten van React-EU als reactie op de coronacrisis.
FEAD-Gemeenschap
De FEAD-Gemeenschap is een in 2016 opgericht netwerk waarvan iedereen die hulp verleent aan de allerarmsten in Europa, lid kan worden. Het netwerk bestaat uit:
- de nationale FEAD-beheersinstanties
- organisaties die betrokken zijn of belang hebben bij door het FEAD gefinancierde activiteiten
- ngo's die actief zijn op EU-niveau
- EU-instellingen
Het dient als forum voor de uitwisseling van goede praktijken en als broedplaats voor nieuwe ideeën.
Meer over de gemeenschap en haar activiteiten.
Toezicht en evaluatie
De Europese Commissie en de EU-landen zijn samen verantwoordelijk voor de evaluatie van het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen. De beheersautoriteiten verrichten evaluaties op het niveau van de EU-landen, de Commissie doet dit op EU-niveau.
De evaluaties zijn gebaseerd op coherente, vergelijkbare en hoogwaardige gegevens die door de nationale autoriteiten worden verzameld. De gegevens worden ook gebruikt om te controleren of de programma’s op schema liggen. De toezicht- en evaluatierichtsnoeren van de Commissie helpen de beheersautoriteiten bij hun werk.
De Commissie brengt jaarlijks verslag uit aan het Europees Parlement en de Raad over de resultaten op EU-niveau:
FEAD-casestudy’s
Deze catalogi geven een momentopname van de door het FEAD gefinancierde initiatieven in de hele EU, maar maken ook duidelijk hoe zij andere door de EU gefinancierde programma’s, zoals het Europees Sociaal Fonds, kunnen aanvullen: