Kunsthandel D. Katz (Q54957503)
Jump to navigation
Jump to search
Dutch art dealership owned by Nathan and Benjamin Katz 1880-1964
- D. Katz
- Firma D. Katz
- Katz, Schilderijen- en Antiquiteitenhandel NV
- D. Katz, Dieren
Language | Label | Description | Also known as |
---|---|---|---|
English | Kunsthandel D. Katz |
Dutch art dealership owned by Nathan and Benjamin Katz 1880-1964 |
|
Statements
1 reference
From 1936 and through the war years the Schaeffers were engaged in a consignment partnership with the Dutch dealership Firma D. Katz in Dieren, Netherlands. Regular business dealings with the Katz family (Benjamin, David, Hanna, Joseph, Nathan and W. Katz) continued after the war (English)
0 references
22
38
De firma Katz werd in 1883 in Dieren opgezet door David Katz, die toen een winkel in meubilaire goederen opende. Onder zijn beide zonen Benjamin Katz (1891-1962) en Nathan Katz (1893-1949) groeide de firma in de jaren dertig van de twintigste eeuw uit tot een van grootste kunsthandels van oude schilderijen in Nederland. In verband met deze groei werd per 1 mei 1940 een filiaal in Den Haag geopend. In de zomer van 1940 verkochten de gebroeders Katz een deel van hun grote voorraad aan Alois Miedl, die Kunsthandel Goudstikker had overgenomen. In de beginperiode van de bezetting deed de firma ook verder goede zaken, maar opaanwijzing van de Duitse autoriteiten werd het bedrijf in1941 ondergebracht in een nieuwe vennootschap onder niet- Joodse directie. Nathan Katz vluchtte in februari 1942 met zijn gezin naar Zwitserland. Niet lang daarna wist ook Benjamin te vluchten. Na afloop van de oorlog werd het bedrijf weer aan de familie overgedragen en zette Benjamin de zaken in Nederland tot zijn dood voort, terwijl Nathan en zijn zoon in Zwitserland bleven. Het afgebeelde schilderij van Gerbrand van den Eeckhout werd in de jaren dertig door de firma Katz op de Engelse kunstmarkt verworven en in 1940 doorverkocht aan Alois Miedl. (Dutch)
Tijdens de oorlog trad de firma Katz in liquidatie.Om de handel te kunnen voortzetten, werd in 1941 een vennootschap opgericht met niet-Joodse zakenrelaties van de familie Katz als directeuren. In het begin van de oorlog deden de broers Katz op grote schaal zaken met Duitsers. Daarnaast werd van Nathan Katz verwacht dat hij in de gaten hield welke werken op de Nederlandse kunstmarkt van belang konden zijn voor de collectie van Hitler.De verdiensten van de broers Katz voor de Führercollectiewas uitgeweken. In juli 1940 kreeg hij de Duitse kunsthistoricus en museumdirecteur Hans Posse op bezoek. Deze verwierf op grote schaal kunst in Nederland voor een in Linz op te richten Führermuseum en andere collecties. Posse zou twee bekende schilderijen van Italiaanse meesters van Cramer hebben opgeëist, waarbij hij zelf de prijs bepaalde. Cramer was ‘als uit Duitsland uitgeweken Jood uiteraard niet bij machte zich tegen deze gedwongen verkoop van deze schilderijen te verzetten’. 3839boden hun tijdelijke bescherming. Toen de situatie voor Joden in Nederland kritieker werd, maakte de familie vluchtplannen. Nathan Katz kreeg in 1942 toestemming voor een vertrek naar Zwitserland, later gevolgd door de emigratie van 25 van zijn familieleden via Spanje naar Zuid- Amerika. In ruil hiervoor speelde Nathan Katz een mansportret van Rembrandt in handen van Posse. Nade oorlog heeft Benjamin Katz de kunsthandel in Dieren voortgezet, tot zijn overlijden in 1962. (Dutch)