Direct naar artikelinhoud
Opinie

Opinie: Het zou te gek voor woorden zijn als vrouwen in 2030 minder gelijke rechten hebben

In 2030 zal er mogelijk minder gendergelijkheid zijn in plaats van meer, blijkt uit recente cijfers van burgerrechtenorganisatie Equal Measures. En dat is gevaarlijk, betoogt Anne-Floor Dekker, want landen met meer gendergelijkheid zijn stabieler, veiliger en welvarender.

Een ongesluierde vrouw op het dak van een auto tijdens een mars naar de begraafplaats van Mahsa Amini, 40 dagen nadat ze met fatale afloop werd mishandeld door de Iraanse zedenpolitie.
Een ongesluierde vrouw op het dak van een auto tijdens een mars naar de begraafplaats van Mahsa Amini, 40 dagen nadat ze met fatale afloop werd mishandeld door de Iraanse zedenpolitie.Beeld AFP

Nog steeds vechten vrouwen en meisjes wereldwijd voor gelijk loon en werk, het recht op onderwijs en tegen gedwongen uithuwelijking. Maar dat behaalde resultaten op gendergelijkheid wereldwijd zelfs achteruitgaan, is voor veel mensen nieuw.

Deze achteruitgang heeft meerdere oorzaken, zoals een toenemend aantal oorlogen en de gevolgen van klimaatverandering die vrouwen onevenredig hard raken. Tegelijkertijd zien we afnemende internationale solidariteit en daalt het aantal landen dat wil investeren in mensenrechten en stabiliteit elders.

Ook de naweeën van de coronapandemie hebben effect op de positie van vrouwen. Vrouwen en meisjes moesten weer de zorgtaken op zich nemen en verloren eigen inkomsten. Geweld binnenshuis nam toe.

Over de auteur

Anne-Floor Dekker is directeur van genderplatform WO=MEN. Dit is een ingezonden bijdrage, die niet noodzakelijkerwijs het standpunt van de Volkskrant reflecteert. Lees hier meer over ons beleid aangaande opiniestukken.

Eerdere bijdragen in deze discussie vindt u onder aan dit artikel.

Ontwikkelingssamenwerking

Tegelijk wordt er bezuinigd op beleid rond vrouwenrechten en gendergelijkheid én op de maatschappelijke organisaties die opkomen voor vrouwenrechten en gendergelijkheid: wereldwijd gaat slechts 4 procent van alle gelden voor ontwikkelingssamenwerking naar projecten die vrouwenrechten en gendergelijkheid als hoofddoel hebben.

Vrouwenorganisaties ontvangen nog geen 0,4 procent van het geld dat landen vrijmaken voor gendergelijkheid binnen of buiten eigen land. Terwijl juist zij goed weten wat vrouwen nodig hebben.

Ook de bezuinigingen op sectoren als onderwijs en gezondheidszorg, waarin vooral vrouwen werken, breken behaalde resultaten op gendergelijkheid af.

Daarbovenop komen regimes en groeperingen die de rechten van vrouwen ondermijnen en traditionele rolpatronen verheerlijken. Het terugdraaien van verworven rechten is zelfs expliciet onderdeel van het ultraconservatieve autoritaire handboek dat we uitgerold zien
worden door Viktor Orbán en Donald Trump. Ondertussen neemt de normalisering van vrouwenhaat en haat tegen vrouwelijke journalisten, politici en activisten die opkomen voor gelijke kansen en rechten, ook in Europa, toe.

In de gaten houden

Al deze trends moeten we nauwlettend in de gaten houden. Niet alleen omwille van de rechten en positie van vrouwen en mannen; toenemende vrouwenhaat en ook haat tegen lhbtqi+ personen blijkt een graadmeter voor maatschappelijke instabiliteit en gewelddadig extremisme.

Want onderzoek toont aan: landen waarin vrouwenrechten en gendergelijkheid goed zijn geregeld, zijn veiliger en stabieler. Hoe kleiner de genderkloof, hoe kleiner de kans dat een land in gewelddadig conflict belandt, of in conflict komt met andere landen. De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) stelt dat bovendien dat landen waarin vrouwenrechten en gendergelijkheid goed zijn geregeld, een robuustere economie hebben met meer groei.

Op 22 september komt de wereld bijeen in New York om de voortgang op de Duurzame Ontwikkelingsdoelen te bespreken. Het zou toch te gek voor woorden zijn als vrouwen en mannen in 2030 minder gelijke rechten hebben, dan in 2015 toen de Duurzame Ontwikkelingsdoelen werden afgesproken?

Tij keren

We kunnen het tij keren, maar dan moeten we serieus gaan investeren in thema’s en sectoren die impact hebben op de levens en lijven van vrouwen. En oog hebben voor de verschillende impact van beleidskeuzes op vrouwen en mannen. Zo werd in Nederland lang gedacht dat onze aanpak van huiselijk geweld voor iedereen hetzelfde uitpakt. Dat bleek anders: het genderneutrale beleid bleek vooral genderblind. Hulpverleners hoefden niet te kijken naar de specifieke ervaringen van vrouwen en mannen bij huiselijk geweld. Daardoor werd over het hoofd gezien dat vooral vrouwen in een (financiële) afhankelijkheidsrelatie zitten. De stap om hulp te zoeken, of weg te gaan bij een partner is daarom vooral voor vrouwen moeilijker.

In 2020 werd Nederland daarvoor op de vingers getikt door GREVIO, een groep experts die toezicht houdt op naleving van Verdrag van Istanboel. Sindsdien is er meer aandacht voor gendergerelateerd geweld, zoals het zorgwekkend aantal gevallen van femicide.

Ook is consistent en gecoördineerd beleid nodig. In 2003 verkondigde minister Aart Jan de Geus dat de emancipatie van de Nederlandse vrouw voltooid was. Sindsdien heeft het coördinerend ministerie, nu Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, weinig in handen om bij andere departementen actie af te dwingen. Daardoor kan het gebeuren dat investeringen worden teruggedraaid in sectoren die serieuze impact hebben op vrouwen, zoals goede en toegankelijke gezondheidszorg.

Sta bovendien op voor de dappere vrouwen en mannen die hun nek durven uitsteken in landen waar dat hun de kop kan kosten. Pak het normaliseren of bagatelliseren van haat en geweld tegen vrouwelijke journalisten, politici en activisten aan. Geef ruimte, steun en bescherming aan verdedigers van vrouwenrechten en gendergelijkheid zodat zij hun werk kunnen doen.

Wilt u reageren? Stuur dan een opiniebijdrage (max 700 woorden) naar [email protected] of een brief (maximaal 200 woorden) naar [email protected]