Naar inhoud springen

woning

Uit WikiWoordenboek
Een woning
  • wo·ning
enkelvoud meervoud
naamwoord woning woningen
verkleinwoord woninkje woninkjes

de woningv

  1. (bouwkunde) een doorgaans afgesloten constructie waarin men kan leven
    • In het flatgebouw waren 20 woningen gereed voor bewoning. 
     Het voorarrest van de 24-jarige man die drie mensen zou hebben doodgeschoten in het Rotterdamse stadsdeel IJsselmonde is met twee weken verlengd. Sendric S. werd op 2 januari opgepakt in een woning in het stadsdeel.[1]
  • de woning binnenstappen
in de woning gaan
  • de woning uit moeten
uit de woning gezet worden
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]
  1. Bronlink geraadpleegd op 6 januari 2025 Weblink bron “Verdachte schietpartijen IJsselmonde veertien dagen langer vast” (6-1-2025)
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be