vuilnis
Uiterlijk
- vuil·nis
- In de betekenis van ‘vuil, afval’ voor het eerst aangetroffen in 1400 [1]
- afgeleid van vuil met het achtervoegsel -nis
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vuilnis | - |
verkleinwoord | - | - |
het vuilnis o
- materiaal dat weggeworpen wordt
- 's Woensdags wordt het vuilnis opgehaald.
1. materiaal dat weggeworpen wordt
- Het woord vuilnis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vuilnis" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "vuilnis" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be