vom
Uiterlijk
- vom
- Verkorting van het Duitse voorzetsel von en het Duitse bepaalde lidwoord dem of het Duitse onbepaalde lidwoord einem (beide: datief enkelvoud, mannelijk of onzijdig)
vom (met datief)
- (afkorting), (verkorting) van de, vanaf, vanuit
- «Wir sind zu Fuß vom Bahnhof in die Stadt gelaufen.»
- We liepen te voet van de station naar de stad.
- «Wir sind zu Fuß vom Bahnhof in die Stadt gelaufen.»