tuk
Uiterlijk
Niet te verwarren met: ťuk |
- tuk
stellend | |
---|---|
onverbogen | tuk |
verbogen | (alleen predicaat) |
tuk
- ~ zijn op iets graag hebben of lusten, dol op iets zijn
- Hij was niet zo tuk op dat soort dingen.
- iemand ~ hebben iemand een – al dan niet grappig bedoelde – streek leveren
- De leerlingen hadden me goed tuk vandaag.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tuk | tukken |
verkleinwoord | tukje | tukjes |
de tuk m
- een korte periode van slaap
- Ik zou wel even een tukje willen doen.
- Twente: broekzak
vervoeging van |
---|
tukken |
tuk
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tukken
- Ik tuk.
- gebiedende wijs van tukken
- Tuk!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tukken
- Tuk je?
- Het woord tuk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tuk" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "tuk" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ tuk op website: Etymologiebank.nl
- ↑ tuk op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
tuk
- tuk
- Afgeleid van het Proto-Slavische *tukъ
tuk
- tuk
- Afgeleid van het Proto-Slavische *tukъ
tuk m
- tuk
- Afgeleid van het Proto-Slavische *tukъ
- (biochemie) vet; een vettige organische stof
- (kookkunst)(voeding) vet; dierlijke of plantaardige brandstof
- (techniek) vet; als smeermiddel gebruikte substantie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | tuk | tuky |
genitief | tuku | tuků |
datief | tuku | tukům |
accusatief | tuk | tuky |
vocatief | tuku | tuky |
locatief | tuku | tucích |
instrumentalis | tukem | tuky |
- mazat tukem – met vet insmeren
- pokrmový tuk monbezield
- rostlinný tuk monbezield
- živočišný tuk monbezield
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 3
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Predicaatswoord in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 95 %
- Prevalentie Vlaanderen 87 %
- Woorden in het Lets
- Klanknabootsing in het Lets
- Tussenwerpsel in het Lets
- Woorden in het Pools
- Zelfstandig naamwoord in het Pools
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Pools
- Woorden in het Slowaaks
- Zelfstandig naamwoord in het Slowaaks
- Biochemie in het Slowaaks
- Woorden in het Tsjechisch
- Woorden in het Tsjechisch met IPA-weergave
- Woorden in het Tsjechisch met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Biochemie in het Tsjechisch
- Kookkunst in het Tsjechisch
- Voeding in het Tsjechisch
- Techniek in het Tsjechisch
- Mannelijk zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Onbezield mannelijk zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch