slinks

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  slinks    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• slinks

Woordherkomst en -opbouw

• In de betekenis van ‘arglistig’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1477

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	slinks	slinkser	slinkst
verbogen	slinkse	slinksere	slinkste
partitief	slinks	slinksers	-

Bijvoeglijk naamwoord

slinks

1. stilletjes, sluw en vals

   • Bedrijven proberen op slinkse wijze artikelen over hun producten in medische tijdschriften te krijgen. 

Gangbaarheid

• Het woord slinks staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "slinks" herkend door:

90 %	van de Nederlanders;
76 %	van de Vlamingen.

Engels

Werkwoord

slinks

1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van (to) slink

Zelfstandig naamwoord

slinks mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord slink