skubba

Noors

Woordafbreking

• skub·ba

Werkwoord

skubba

1. verleden tijd van skubbe
2. voltooid deelwoord van skubbe

Schrijfwijzen

• [1-2]: skubbet

Zelfstandig naamwoord

skubba, o

1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van skubbe

Schrijfwijzen

• skubbene, m / o

Nynorsk

Woordafbreking

• skub·ba

Werkwoord

skubba

1. onbepaalde wijs, tweede vorm naast skubbe, zie aldaar

skubba

1. verleden tijd van skubba
2. voltooid deelwoord van skubba

skubba

1. gebiedende wijs van skubba

Schrijfwijzen

• skubb
• skubbe

Werkwoord

skubba

1. verleden tijd van skubbe
2. voltooid deelwoord van skubbe

skubba

1. gebiedende wijs van skubbe

Schrijfwijzen

• skubb
• skubbe