short
Uiterlijk
- short
- van het Engels [1]
stellend | |
---|---|
onverbogen | short |
verbogen |
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord
short
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | short | shorts |
verkleinwoord | shortje | shortjes |
- (kleding) broek met korte pijpen
- Het woord short staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "short" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ short op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- Geluid: short (US) (hulp, bestand)
short
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Niet met deze vorm in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Kleding in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 88 %
- Prevalentie Vlaanderen 95 %
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 5
- Woorden in het Engels met audioweergave
- Bijvoeglijk naamwoord in het Engels