mesalliance
Uiterlijk
- Geluid: mesalliance (hulp, bestand)
- mes·al·li·an·ce
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘huwelijk beneden de stand’ voor het eerst aangetroffen in 1816 [1]
- uit het Frans: més is het pejoratieve voorvoegsel voor minus [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mesalliance | mesalliances |
verkleinwoord |
- een huwelijk beneden iemands stand
- Ik mis eigenlijk maar één nummer dat ik nog wel eens had willen nalezen: het malicieuze Hendrik en ik uit de musical Fien, waarin de heldin dubbelzinnig verslag deed van een mesalliance met prins Hendrik. [4]
- Het woord mesalliance staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ "mesalliance" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ mesalliance op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Henk van Gelder 20 april 2001