gloria
Uiterlijk
Niet te verwarren met: Gloria |
- glo·ria
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gloria | gloria's |
verkleinwoord | gloriaatje | gloriaatjes |
- (religie) (rooms-katholiek) gezang van de engelen bij Christus' geboorte en bepaald deel van de mis, waarbij vaak gezongen wordt
- Dan verkondigt een engel uit den hoge aan de herders dat de Verlosser geboren is, welke aankondiging gevolgd wordt door het gloria van een menigte engelen. De herders gaan op weg naar Bethlehem. [2]
- De mis verliep oorspronkelijk volgens de bekende riten. Wij volgden de introitus, het confiteor, het kyrie eleison, de gloria. [3]
de gloria v
- glansrijke roem
- Zij, de voormalige voetveeg, is simpelweg in de gloria, en daarbij vergeleken degradeert ieder ander alsnog tot voetvolk? [4]
- lichtkrans om het hoofd
- ‘Zie je dat licht om haar hoofd wel?’ "Die gele kring neef?" ‘Uil! 't is de gloria of auréole. Weet jij dat niet, zoo'n vrome Mozes! Zieje, dat drukt de heiligheid uit; voor 't overige is ze wat luchtig gekleed, begrijp je, daar vallen veel liefhebbers op; b.... mooi, hê?’ [5]
- (drinken) warme alcoholische drank met suiker
- jenever met suiker, die men brandend serveert
- mengsel van warme koffie met suiker en brandewijn
- [1] lang zal hij leven in de gloriaheilwens, onderdeel van lied waarmee een jarige wordt toegezongen
- Het woord gloria staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie., maar niet als v
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gloria" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[6] |
- ↑ gloria op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Vrede, N. de"De epische structuur van het liturgisch drama in de Nederlanden" in: Spiegel der Letteren. jrg. 6 nr. 1 (1962) De Sikkel, Antwerpen / Martinus Nijhoff, Den Haag; p. 14; geraadpleegd 2018-06-16
- ↑ Debrot, C. (ed. Pierre H. Dubois)Verzameld werk 3. Verhalen. (1986) Meulenhoff, Amsterdam; ISBN 90 290 1779 1; p. 396; geraadpleegd 2018-06-16
- ↑ Middag, G."Rang en stand van Achterbergs ‘Werkster’. Stoffer en cimbaal" in: Liter. jrg. 3 nr. 14 (oktober 2000) Boekencentrum Uitgevers, Zoetermeer; p. 82; geraadpleegd 2018-06-16
- ↑ Cremer,J.J.Romantische werken. Deel III. (1878) D. Noothoven van Goor, Leiden; p. 186; geraadpleegd 2018-06-16
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
glōria v
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | glōria | glōriae |
genitief | glōriae | glōriārum |
datief | glōriae | glōriīs |
accusatief | glōriam | glōriās |
ablatief | glōriā | glōriīs |
vocatief | glōria | glōriae |
- glo·ria
enkelvoud | meervoud |
---|---|
gloria | glorias |
gloria v
- gloria in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Religie in het Nederlands
- Drinken in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 96 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %
- Woorden in het Latijn
- Zelfstandig naamwoord in het Latijn
- Zelfstandig naamwoord van de 1ste verbuiging in het Latijn
- Woorden in het Spaans
- Woorden in het Spaans van lengte 6
- Woorden in het Spaans met audioweergave
- Woorden in het Spaans met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Spaans