boerenkinkel

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  boerenkinkel    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• boe·ren·kin·kel

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  boer  en  kinkel  met het invoegsel -en- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	boerenkinkel	boerenkinkels
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de boerenkinkel m

1. (scheldwoord) (pejoratief) een lomperd

Vertalingen

    1. een lomperd   

Afrikaans: plaasjapie (af)

Gangbaarheid

• Het woord boerenkinkel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "boerenkinkel" herkend door:

98 %	van de Nederlanders;
95 %	van de Vlamingen.