bijpad
Uiterlijk
- bij·pad
- samenstelling van bij bw en pad zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bijpad | bijpaden |
verkleinwoord | bijpaadje | bijpaadjes |
het bijpad o
- zijweg of zijpad dat uitkomt op een grotere weg of pad
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bijpad" herkend door:
68 % | van de Nederlanders; |
72 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be