él
Uiterlijk
él
él
- Ontleend aan het Oudnoordse zelfstandige naamwoord él
Klasse n sterk |
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | él | élið | él | élin |
genitief | éls | élsins | élja | éljanna |
datief | éli | élinu | éljum | éljunum |
accusatief | él | élið | él | élin |
él, o
|
él
- accusatief onbepaald onzijdig enkelvoud van él
él
- accusatief onbepaald onzijdig meervoud van él
él
- accusatief onbepaald onzijdig meervoud van él
él
Categorieën:
- Woorden in het Hongaars
- Woorden in het Hongaars met audioweergave
- Woorden in het Hongaars met IPA-weergave
- Werkwoord in het Hongaars
- Zelfstandig naamwoord in het Hongaars
- Woorden in het IJslands
- Woorden in het IJslands van lengte 2
- Woorden in het IJslands met audioweergave
- Woorden in het IJslands met IPA-weergave
- Sterk zelfstandig naamwoord klasse n in het IJslands
- Onzijdig zelfstandig naamwoord in het IJslands
- Zelfstandig naamwoord in het IJslands
- Meteorologie in het IJslands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het IJslands
- Woorden in het Spaans
- Woorden in het Spaans van lengte 2
- Persoonlijk voornaamwoord in het Spaans