Naar inhoud springen

Willem Reijers

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Willem Reijers
Verkeerswezen, Groningen (1959)
Verkeerswezen, Groningen (1959)
Persoonsgegevens
Volledige naam Wilhelmus Ludovicus Reijers
Geboren Arnhem, 12 maart 1910
Overleden Alkmaar, 2 oktober 1958
Geboorteland Nederland
Beroep(en) Schilder, illustrator en beeldhouwer
Oriënterende gegevens
Stijl(en) Abstract-figuratief
RKD-profiel
Portaal  Portaalicoon   Kunst & Cultuur

Wilhelmus Ludovicus (Willem) Reijers (Arnhem, 12 maart 1910Alkmaar, 2 oktober 1958) was een Nederlandse schilder, illustrator en beeldhouwer.[1]

Leven en werk

[bewerken | brontekst bewerken]

Reijers was een zoon van kandidaat-notaris Roeland Reijers (1868-1930) en Johanna Josina Troost (1875-1953). Hij groeide op in Noordwijk en werd -nadat hij vroegtijdig het gymnasium verliet- aanvankelijk opgeleid in de bloemenhandel. Hij bezocht de Handelsschool in München en volgde in zijn vrije tijd lessen bij de schilder Theodor Grätz. Hij keerde terug naar Nederland, maar vertrok al snel richting Londen voor een cursus letterschrijven en de tekenklas van de Grosvenor School of Modern Art (1931-1934). Hij illustreerde in die tijd een feuilleton van Clinge Doorenbos dat in De Telegraaf werd gepubliceerd. Hij trok vervolgens naar Parijs, waar hij in de leer was bij de schilder Fernand Léger aan de Académie de la Grande Chaumière. In 1936 had hij zijn eerste expositie, met Toon Ninaber van Eyben, bij kunsthandel Santee Landweer in Amsterdam. In 1938 keerde Reijers terug naar Nederland, waar hij in zijn atelier naast schilderijen de eerste plastieken maakte. In 1939 werkte hij gedurende vier maanden, tot het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, in het atelier van de beeldhouwer Ossip Zadkine. Reijers richtte zich sindsdien vooral op het beeldhouwen. Hij wordt beschouwd als een van de vernieuwende beeldhouwers van vlak na de oorlog. Hij leerde Betsy (Bep) Weijl[2] (1917-1996), dochter van de schilder Jaap Weyand, kennen en zij trouwden in 1942.[3]

Reijers was lid van de kunstenaarsgroep Vrij beelden (1947).[4] In 1948 maakten vier van zijn sculpturen deel uit van de Nederlandse inzending voor de Biënnale van Venetië. Reijers was maar zo'n tien jaar als beeldhouwer actief. Hij liet een klein oeuvre van experimenteel werk na, dat door heel Nederland werd geplaatst. Reijers' laatste werk was het Verkeerswezen voor de Emmabrug in de stad Groningen.[5] Hij overleed voor het in brons kon worden gegoten. Het werk werd afgemaakt door Wessel Couzijn en onthuld door Reijers' weduwe in 1959.[6]

Reijers was bevriend met Lucebert, die over hem het volgende gedicht schreef:

In memoriam Willem Reijers


er is geen beeld van de dood er is alleen
het levendige beeld van de opgeheven hand
die een glas bier omvat of een rug van klei
of de hamer die korte metten moet maken
met de overtollige ruimte. er is
binnen mijn warm vel de wereld fel
waarin het altijd goed was stevig te staan
snel te gaan over de snelweg
stevig te staan tussen voortrazende vluchtige vormen
snel te grijpen naar een stevig lichaam dat zowel
in je geest als in je handen thuishoort


in elk nieuw geschapen beeld
standbeeld of denkbeeld
moest zijn de thuiskomst met mij
om al de overgangen en bochten met levensgevaar genomen
en die dan zei met mij: – hier ben ik
er is geen ander beeld van de dood
dan een levend beeld –

Werken in de openbare ruimte (selectie)

[bewerken | brontekst bewerken]
Zie de categorie Willem Reijers van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.