Taf (textiel)
Taf is een zijden of kunstzijden weefsel in effenbinding. Ook wel taft, taffet, taffetas of tafzijde genoemd. De naam zou ontleend zijn aan het Perzische woord ‘taftâ’, dat op verschillende manieren vertaald wordt: ‘spinnen’, ‘gedraaid geweven’, ‘dat wat geweven is’.
Soorten
[bewerken | brontekst bewerken]Tafsoorten worden onderscheiden naar patroon of naar de kleur van de ketting- of inslagdraden. Men onderscheidt onder andere:
- Barré: gekleurde strepen in dwarsrichting
- Broché: ingeweven figuren, gelijklopend aan de inslag
- Caméléon: changeant
- Chiné: fijndradig, met bedrukte kettingdraden, waardoor onregelmatig gevormde dessins ontstaan;
- Ecossais: Schots (geruit);
- Rayé: gestreept.
De belangrijkste tafsoorten zijn Gros de Tour en Gros de Naples. Deze twee zijden stoffen onderscheiden zich door sterkere ketting- en inslagdraden en subtiele verschillen in de binding. Gros de Tours is een cannelé-weefsel; een kettingrips, waarbij steeds twee inslagdraden door dezelfde sprong zijn gebracht. Bij Gros de Naples bestaat de ketting uit twee- of driedraads garen, de inslag uit drie- of vierdraads garen.
Gebruikte materialen
[bewerken | brontekst bewerken]Naast zijde worden voor de vervaardiging van taft diverse combinaties van textielvezels gebruikt zoals:
- 58% polyester met 42% polyamide
- 65% polyester met 35% nylon
- 58% polyester met 42% katoen
- 100% polyester
Literatuur
[bewerken | brontekst bewerken]- Diderot et d'Alembert, Encyclopédie ou Dictionnaire raisonné des sciences, des arts et des métiers, vol. 7, p. 953.
- J.J. Bonthond, Woordenboek voor den manufacturier, 3e druk, Groningen 1947.
- Johanna M. Diehl, A.J. de Graaf, Daniël de Jonghe (eindred.), Textiellexicon. Verklarend weeftechnisch woordenboek, Amsterdam 1991.