Naar inhoud springen

David Wojnarowicz

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

David Michael Wojnarowicz (Red Bank (New Jersey), 14 september 1954 - New York, 22 juli 1992) was een Amerikaanse schilder, fotograaf, schrijver, filmmaker, performancekunstenaar, songwriter / artiest en aidsactivist die prominent aanwezig was in de kunstscene van East Village van de jaren 80 van de twintigste eeuw.[1][2]

Hij verwerkte in zijn kunst zijn woede en strijd tegen aids en zijn politiek activisme aan de hand van persoonlijke verhalen. Hij stierf aan de gevolgen van aids in 1992.[3]

Hij kende een ellendige jeugd in een chaotische familiale situatie, waarvan hij de details later steeds maskeerde met fantasierijke verhalen, waardoor een exacte biografie moeilijk samen te stellen is.[4] Hij was bijzonder getekend door zijn jeugd, niet in het minst door het stilzwijgen van buren die onvermijdelijk getuige moeten zijn geweest van de zware mishandelingen binnen het gezin, maar ook door het harde leven op straat waardoor hij zich identificeerde met gemarginaliseerde groepen zoals daklozen en straatsekswerkers.

Vanaf zijn prille jeugd was hij slachtoffer van de voortdurende fysieke en morele mishandeling van het ganse gezin door de vader, Ed Wojnarowicz, een Pools-Amerikaanse koopvaardijvaarder uit Detroit, alcoholist en gokverslaafd. Maar ook de relatie met de moeder, Dolores McGuinness, was verstoord.

Ed Wojnarowicz en Dolores McGuinness trouwden in 1948 in Sydney (Australië), hij 26 was en zij 16.[5] Na de vechtscheiding in 1956 van zijn ouders werden Wojnarowicz en zijn broers en zussen door hun vader ontvoerd en groeiden ze op in Michigan[6] en Long Island. Ook hier was David slachtoffer van misbruik en mishandeling.[7] Later zouden de kinderen terug bij hun moeder in New York wonen, maar ook daar waren er zware problemen. Hij was toen reeds bezig met schilderen. De kinderen leefden voor een groot deel op straat.

Rond de leeftijd van 14 jaar ging hij studeren aan de High School of Music & Art in Manhattan, maar maakte die studie niet af en stopte zonder diploma in 1971 op 16-jarige leeftijd.[2] Hij werd zich bewust van zijn homoseksuele gevoelens.[8] Hij verliet het appartement van zijn moeder en ging gedurende 2 jaar op straat wonen en sliep in rehabillitatiecentra ("halfway houses") en kraakpanden.[9][10] In zijn tienerjaren in Manhattan werkte Wojnarowicz als jonge straatprostituee rond Times Square om in zijn levensonderhoud te voorzien.[4]

Hij behaalde alsnog zijn middelbare schooldiploma in 1973, kreeg een baan en begon poëzie te schrijven en zines te maken en af en toe ging hij tekenen.[11]

De volgende jaren reisde hij door de Verenigde Staten, verbleef enige tijd in San Francisco en woonde in Frankrijk, waar hij verliefd werd op de haarstylist Jean Pierre Delage, zijn eerste liefde. Hij keerde eind jaren '70 terug naar New York, waar hij onder andere als kelner werkte in de beroemde club Danceteria waar ook Zoe Leonard en Keith Haring werkten. Zijn artistieke focus verschoof naar de beeldende kunst.[11]

Kunstscene East Village

[bewerken | brontekst bewerken]

Wojnarowicz ontpopte zich als een van de meest prominente en productieve leden van de avant-gardevleugel in East Village die zich vrij voelden te experimenteren met verschillende media en kunstvormen, waaronder ook graffiti en straatkunst.[2]

Hij viel voor het eerst op met stencils met gesjabloneerde afbeeldingen van brandende huizen en vallende figuren.[2]

In de periode 1978-1979 maakt hij een fotoserie over Arthur Rimbaud in New York, in feite diverse situaties waarop het gezicht van Rimbaud werd gekleefd,[12] en had een muziekgroep "3 Teens Kill 4", die in 1982 de LP No Motive uitbracht.[13]

In 1980 had hij een korte relatie met de fotograaf Peter Hujar, die de volgende jaren zijn mentor werd en hem wegwijs maakte in de kunstwereld.[14]

Als kunstenaar uit de Lower East Side had Wojnarowicz problemen met het elitarisme van de belangrijkste kunstgalerieën van New York en zorgde hij voor enige opschudding. In 1982 ging hij schilderen in de verlaten gebouwen langs de Hudson, waar ook andere kunstenaars, zoals Gordon Matta-Clark werkten.[10]

Succesvol kunstenaar en activist

[bewerken | brontekst bewerken]

In 1985 had Wojnarowicz al naam gemaakt als onderdeel van de East Village Art-beweging.[15] Hij exposeerde zijn werk in bekende East Village-galerieën en bezienswaardigheden in New York, in bekende galerieën als de Civilian Warfare Gallery, Ground Zero Gallery NY, Public Illumination Picture Gallery, Gracie Mansion Gallery en Hal Bromm Gallery.

Wojnarowicz werkte samen met andere kunstenaars uit die tijd, zoals Nan Goldin, Peter Hujar, Luis Frangella, Karen Finley, Kiki Smith, Richard Kern, James Romberger, Marguerite Van Cook, Ben Neill, Marion Scemama en Phil Zwickler.[16]

In 1985 kon Wojnarowicz deelnemen aan de Graffiti Show in de Whitney Biënnale.[17]

Hij maakte super-8-films als Heroin en Beautiful People met bandgenoot Jesse Hultberg en werkte samen met filmmakers Richard Kern en Tommy Turner van de Cinema of Transgression.[18]

1986 ontmoette hij Tom Rauffenbart, een ambtenaar van Kinderwelzijn in New York. Ze werden een koppel tot het overlijden van Wojnarowicz.[19]

Enkele Weken nadat Peter Hujar op 26 november 1987 aan aids stierf, verhuisde Wojnarowicz naar zijn loft op 189 2nd Avenue. David kreeg in het voorjaar 1988 zelf de diagnose aids.[7] Enkele maanden later werd Rauffenbart eveneens positief bevonden. Hij woonde de laatste vijf jaar van zijn leven in de loft. De donkere kamer en het materiaal van Hujar kon Wojnarowicz gebruiken voor zijn artistieke werk. Het was in deze loft dat hij zijn 'Sex Series' en “Untitled” (Buffaloes Falling) drukte.

De dood van Hujar en daarna zijn eigen diagnose en die van zijn partner waren aanleiding tot een veel explicieter activistische werken, in het bijzonder over de onrechtvaardigheid benadering van de aidsepidemie op sociaal en juridisch vlak en uitblijven van politieke acties.[20] Hij werkte samen met videokunstenaar Tom Rubnitz aan de korte film Listen to This (1992), een kritiek op de homofobe reacties van de regeringen Reagan en Bush en hun onvermogen om de crisis aan te pakken.[21][22] Zijn tentoonstellingscatalogus Postcards from America, X-Rays from Hell uit 1989, met beledigende teksten gericht op de machtigste politici en religieuze leiders van de Verenigde staten, maakten hem gehaat door rechtse en religieuze groeperingen in Amerika.[23][24]

In de jaren negentig klaagde hij met succes dominee Donald Wildmon en de American Family Association aan, omdat zij zijn werk 'Sex Series "(1988-89) in diskrediet brachten tijdens de cultuuroorlog die er in die jaren woedde.[25]

Wojnarowicz stierf thuis in Manhattan op 22 juli 1992, op 37-jarige leeftijd, aan aids.[2] Op de dag van zijn begrafenis werd in de straten van East Village gedemonstreerd met een spandoek waarop stond: "David Wojnarowicz,1954-1992, stierf aan aids als gevolg van nalatigheid van de overheid."[26]

Controverse rond zijn werk

[bewerken | brontekst bewerken]

In november 2010 verwijderde G. Wayne Clough, secretaris van het Smithsonian Institution, in overleg met de directeur van de National Portrait Gallery (Washington)[27], beeldmateriaal van de kortfilm "A Fire in My Belly"[28] uit een tentoonstelling in de National Portrait Gallery als reactie op klachten van de Katholieke Liga, de Amerikaanse minderheidsleider John Boehner, de volksvertegenwoordiger Eric Cantor en de dreiging van verminderde federale financiering voor het Smithsonian.[29]

De video bevatte een scène van een kruisbeeld bedekt met mieren.[28][30][31] William Donohue van de Katholieke Liga beweerde dat het werk "haatzaaiende uitlatingen" tegen katholieken was[32][33][34] Dit leidde tot een hevige controverse met betogingen, panelgesprekken en acties tegen de National Portrait Gallery.[35][36] De klachten werden 'homobashing' genoemd en dus geen legitiem publiek debat.[37]

De Andy Warhol Foundation, die een subsidie van $ 100.000 aan de tentoonstelling had verstrekt, kondigde aan dat zij toekomstige Smithsonian-projecten niet meer zou financieren, terwijl verschillende instellingen, waaronder het San Francisco Museum of Modern Art en het Tate Modern, als tegenreactie vertoningen van de verwijderde tentoonstellingen planden.[38]

In 1992 gebruikte de Ierse band U2 de foto "Untitled (Buffaloes)" van Wojnarowicz, met daarop zichzelf in de afgrond stortende buffels, voor de hoes van hun single "One" en schonk een groot deel van de inkomsten aan aids-liefdadigheidsinstellingen.[39] Een extra grote afdruk van "Untitled (Buffaloes)" werd in oktober 2014 op een veiling verkocht voor 125.000 dollar, meer dan vier keer de geschatte waarde.[40]

Op 11 oktober 1992 kreeg de activist David Robinson brede media-aandacht toen hij de as van zijn partner, Warren Krause, op het terrein van het Witte Huis dumpte als protest tegen de vermeende passiviteit van president George H.W. Bush in de strijd tegen aids. Robinson vermeldde dat zijn actie geïnspireerd was door een tekst in "Close to the Knives" van Wojnaworicz.[41]

In 1996 werd de as van David Wojnarowicz verstrooid op het gazon van het Witte Huis.[42]

Op 13 september 2021 droeg de Canadese acteur Dan Levy op het Met Gala in New York een outfit van ontwerper Jonathan Anderson voor Loewe, waarop een aangepaste versie van een kunstwerk van Wojnarowicz met de afbeelding van twee kussende mannen in de vorm van een kaart van de Verenigde Staten gedrukt was.[43]

  • Sounds in the Distance (1982), Aloes Books.
  • David Wojnarowicz: David Wojnarowicz, uitg. Anna Friebe Galerie (1986)
  • Blasted Allegories: An Anthology of Writings by Contemporary Artists door Brian Wallis (Editor), David Wojnarowicz (Contribution by), Jenny Holzer (Contribution by), Robert Smithson (Contribution by) (1987)
  • Tongues of Flame (Tentoonstellingscatalogus) (1990), Illinois State University.
  • Close to the Knives: A Memoir of Disintegration (1991), Vintage Books.
  • Spirale Spirale (David Wojnarowicz, Laurence Viallet (vertaling) (1992)
  • Memories That Smell Like Gasoline (1992), Artspace Books.
  • Seven Miles a Second. (In samenwerking met James Romberger en Marguerite Van Cook, postuum voltooid) (1996), Vertigo/DC Comics.
  • Aperture 137 Fall 1994 (1994)
  • The Waterfront Journals. (1997), Grove/Atlantic.
  • Fever: The Art of David Wojnarowicz (New Museum Books, 2) by David Wojnarowicz, Dan Cameron (Contributor), John Carlin (Contributor), Cynthia Carr (Contributor) (1998)
  • Willie World. (Illustraties; auteur: Maggie J. Dubris) (1998), C U Z Editions.
  • Optic Nerve - Kipple.4: David Wojnarowicz on CD-ROM (1999)
  • Brush Fires in the Social Landscape (David Wojnarowicz) (2000)
  • In the Shadow of the American Dream: The Diaries of David Wojnarowicz (Amy Scholder, uitg.) (2000), Grove/Atlantic.
  • Rimbaud In New York 1978–1979 (Uitg. Andrew Roth) (2004), Roth Horowitz, LLC/PPP Editions.
  • Weight of the Earth: The Tape Journals of David Wojnarowicz (Lisa Darms and David O'Neill,uitg.) (2018), MIT Press.
  • Dear Jean Pierre (2023)
  • Une histoire particulière (David Wojnarowicz, Marion Scemama) (2023)
Van David Wojnarowicz
[bewerken | brontekst bewerken]
  • Heroin, opgenomen in New York in 1981
  • Fire in my Belly, opgenomen in Mexico en New York in 1986 en 1987
  • Beautiful People,opgenomen in New York in 1987
Over David Wojnarowicz
[bewerken | brontekst bewerken]
  • Post Cards from America (1994), regisseur: Steve McLean
  • Wojnarowicz: F**k You F*ggot F**ker (2021)

Muziek en Multimedia

[bewerken | brontekst bewerken]
  • 3 Teens Kill 4 EP No Motive 1982
  • David Wojnarowicz & Ben Neill: ITSOFOMO (In the Shadow of Forward Motion) LP New Tone Records 1992[45]
  • Optic Nerve CD-ROM The Red Hot Organization 1999[46]
  • Cross Country 3 x LP Reading Group 2018
  1. (en) Miss Rosen, The explosive rise and inevitable fall of the East Village Art Scene. Document (25 september 2019). Geraadpleegd op 22 december 2023.
  2. a b c d e (en) Michael Kimmelman, David Wojnarowicz, 37, Artist in Many Media. The New York Times (24 juni 1992). Geraadpleegd op 22 december 2023.
  3. (en) LGBT and Photography - The Inexhaustible Fight for Equality | Widewalls. www.widewalls.ch. Geraadpleegd op 22 december 2023.
  4. a b (en) ANWEN CRAWFORDON, Howl Sky. Sydney Review of Books (2018-14-11). Geraadpleegd op 21 december 2023.
  5. Howl Sky. Sydney Review of Books. Geraadpleegd op 5 december 2020.
  6. Joshua Sanchez, Fire in the Belly - A timeline of the life of David Wojnarowicz.. Sutori. Geraadpleegd op 21 december 2023.
  7. a b Cotter, Holland, "As Ants Crawl Over Crucifix, Dead Artist Is Assailed Again", The New York Times, 10 december 2010. Gearchiveerd op October 1, 2017. Geraadpleegd op February 7, 2018.
  8. Group Show | Empty Stencils : The Street Art of Jane Bauman, David Wojnarowicz, and Artists From Civilian Warfare Gallery. Clamp (2020). Geraadpleegd op 22 december 2023.
  9. David Wojnarowicz.
  10. a b (en) Artist Biography. David Wojnarowicz Page. New York University | Fales Library & Special Collections (21 april 2017). Geraadpleegd op 21 december 2023.
  11. a b (en) David Wojnarowicz. The Art Story. Geraadpleegd op 21 december 2023.
  12. (en) Jim Lewis, Rimbaud in New York David Wojnarowicz. Roth. Geraadpleegd op 22 december 2023.
  13. (en) 3 Teens kill 4. Bandcamp. Geraadpleegd op 22 december 2023.
  14. (en) Monika Bayer-Wermuth, David Wojnarowicz Reclining (II). Tate (2018-04). Geraadpleegd op 22 december 2023.
  15. (en) Grace Glueck, [GALLERY VIEW; EAST VILLAGE GETS ON THE FAST TRACK GALLERY VIEW; EAST VILLAGE GETS ON THE FAST TRACK]. The New York Times (13 januari 1985). Geraadpleegd op 23 december 2023.
  16. (en) David Wojnarowicz. Hal Bromm (2023). Geraadpleegd op 22 december 2023.
  17. (en) Guide to the David Wojnarowicz Papers MSS.092. NYU Libraries: Special Collections Search Portal: Fales Library and Special Collections. Geraadpleegd op 22 december 2023.
  18. Transgressions: David Wojnarowicz, Post-Punk Cinema, and Queer Video Activism. Harvard Art Museums (17 juni 2018). Geraadpleegd op 22 december 2023.
  19. (en) Remembering David & Tom. The David Wojnarowicz Foundation (14 september 2022). Geraadpleegd op 22 december 2023.
  20. (en) Kimmelman, Michael, "David Wojnarowicz, 37, Artist in Many Media", The New York Times, July 24, 1992. Geraadpleegd op 22 december 2023.
  21. Club 57: Film, Performance, and Art in the East Village, 1978–1983, Oct 31, 2017–Apr 8, 2018. Museum of Modern Art. Geraadpleegd op 22 december 2023.
  22. Paucar, Samantha, Club 57 – Tom Rubnitz. Arts in New York City – Hunter College (4 december 2017). Geraadpleegd op 28 januari 2023.
  23. (en) Postcards from America. Art. Celaya Brothers Gallery in Mexico City, Mexico (7 oktober 2017). Geraadpleegd op 22 december 2023.
  24. (en) Christine Smallwood, The Rage and Tenderness of David Wojnarowicz’s Art. The New York Times (7 september 2018). Geraadpleegd op 22 december 2023.
  25. See Wojnarowicz v. American Family Association, 745 F.Supp 130 (1990).
  26. (en) Sinead Macleod, David Wojnarowicz (1954-1992). Researching Greenwich Village History (7 oktober 2014). Geraadpleegd op 22 december 2023.
  27. National Portrait Gallery. Geraadpleegd op 22 december 2023.
  28. a b Jacqueline Trescott, "After Smithsonian exhibit's removal, banned ant video still creeps into gallery", The Washington Post, 6 december 2010. Geraadpleegd op 11 december 2013.
  29. (en) Trescott, Jacqueline, "Clough defends removal of video", The Washington Post, January 19, 2011. Geraadpleegd op 22 december 2023.
  30. (en) Cooter, Holland, "As Ants Crawl Over Crucifix, Dead Artist Is Assailed Again", The New York Times, 10 december 2010. Geraadpleegd op 22 december 2023.
  31. (en) "Museum removes portrait of crucifix covered in ants", The Daily Telegraph, 2 december 2010. Geraadpleegd op 22 december 2023.
  32. Gopnik, Blake, "Museums shouldn't bow to censorship of any kind", The Washington Post, 1 december 2010. Geraadpleegd op 22 december 2023.
  33. "Smithsonian to Remove Ant-Covered Jesus on Cross Video From Exhibit", Smithsonian to Remove Ant-Covered Jesus on Cross Video From Exhibit, Fox News, 7 april 2010. Gearchiveerd op 3 december 2010. Geraadpleegd op 22 december 2023.
  34. (en) "Fire in their belly", The Economist, 13 december 2010. Geraadpleegd op 22 december 2023.
  35. (en) Dave Itzkoff, "Pulled from National Portrait Gallery, Video Emerges Elsewhere in Washington", The New York Times, 2 december 2010. Geraadpleegd op 22 december 2023.
  36. Capps, Kriston, Transformer Will Show Video Art That National Portrait Gallery Took Down. Washington City Paper (1 december 2010). Geraadpleegd op 22 december 2023.
  37. (en) Zongker, Brett, Experts debate Smithsonian's response to critics. The Washington Times (22 december 2023). Geraadpleegd op 24 april 2016.
  38. Harmanci, Reyhan, "Outcry Over Smithsonian Censorship Grows", The Bay Citizen, 14 december 2010. Gearchiveerd op 16 december 2010. Geraadpleegd op 22 december 2023.
  39. (en) U2 and buffalo photograph | The Pop History Dig. www.pophistorydig.com. Geraadpleegd op 22 december 2023.
  40. (en) "THE BUFFALO JUMP", ANTIQUES FOR THE AGES, 13 november 2014. Geraadpleegd op 1 november 2017.
  41. Laing, Olivia, David Wojnarowicz: still fighting prejudice 24 years after his death. The Guardian (12 May 2016). Geraadpleegd op 22 december 2023.
  42. (en) "Critic's Notebook: Why the Ashes of AIDS Victims on the White House Lawn Matter", VICE News, August 29, 2016. Geraadpleegd op 22 december 2023.
  43. Dan Levy explains powerful meaning behind his unique Met Gala look (14 september 2021). Geraadpleegd op 22 december 2023.
  44. (en) Books by David Wojnarowicz. Goodreads. Geraadpleegd op 23 december 2023.
  45. David Wojnarowicz & Ben Neill - ITSOFOMO (In The Shadow Of Forward Motion) : Releases : Discogs. Discogs (20 september 1992). Geraadpleegd op 23 december 2023.
  46. David Wojnarowicz – Optic Nerve (1999, CD) : Discogs. Discogs (20 september 1999). Geraadpleegd op 23 december 2023.