Lischgroep: verschil tussen versies
k 60-er jaren -> 60'er jaren n.a.v. Wikipedia:Wikiproject/SpellingCheck |
een gulden is slechts 45 eurocent |
||
Regel 22: | Regel 22: | ||
* 1958-1971 had de welpenhorde zijn onderkomen in een [[turnzaal|gymnastiekzaal]] aan de Korfmakersstraat en de zeeverkenners in de Pupillenstraat. Rond 1966 diende de groep het pand te verlaten. De groep werd gedwongen om de [[Horde (groep)|welpenhorde]] stop te zetten en viel terug op het wachtschip. In 1972 kon er weer een de horde terecht in een gymnastiekzaal en een korte tijd rond 1974 zelfs in een [[bouwkeet]] in [[Oud Verlaat]]. In 1978 deed zich de mogelijkheid voor om een oud clubhuis met terrein van de Benedictus groep over te nemen en vond de groep onderdak in de Ringwaard. Toen die andere groep werd opgeheven werd er een tweede clubhuis gebouwd voor de horde. Op 19 mei 1984 kwam de horde vanuit [[Ommoord]] over naar hun huidige nieuwe onderkomen, "de Raadsrots". |
* 1958-1971 had de welpenhorde zijn onderkomen in een [[turnzaal|gymnastiekzaal]] aan de Korfmakersstraat en de zeeverkenners in de Pupillenstraat. Rond 1966 diende de groep het pand te verlaten. De groep werd gedwongen om de [[Horde (groep)|welpenhorde]] stop te zetten en viel terug op het wachtschip. In 1972 kon er weer een de horde terecht in een gymnastiekzaal en een korte tijd rond 1974 zelfs in een [[bouwkeet]] in [[Oud Verlaat]]. In 1978 deed zich de mogelijkheid voor om een oud clubhuis met terrein van de Benedictus groep over te nemen en vond de groep onderdak in de Ringwaard. Toen die andere groep werd opgeheven werd er een tweede clubhuis gebouwd voor de horde. Op 19 mei 1984 kwam de horde vanuit [[Ommoord]] over naar hun huidige nieuwe onderkomen, "de Raadsrots". |
||
* Vanaf de |
* Vanaf de jaren vijftig werd een landje aan de dijk van de [[Rottemeren]] gehuurd van boer Voorthuizen, die daarnaast ook een theeschenkerij exploiteerde. In de grote plas aan de andere kant van de dijk was een T-steiger gebouwd waar de [[Sloep|zeilsloep]] en de vletten en lagen. Aan het eind van het seizoen werden de vletten over de dijk getrokken voor het jaarlijks onderhoud. Eind jaren zestig verhuisden de vletten naar steigers bij een landje aan de Strekkade langs de Bergse voorplas en verdween de sloep uit beeld. In 1975 kreeg het Landje aan de Strekkade een andere bestemming. De vletten verhuisden naar het wachtschip en enige tijd later naar het groepshuis aan de Bergse achterplas. |
||
In 1971 |
In 1971 – het jaar van het zestigjarig bestaan – was er even een tijdelijke liglaats aan de oostkust van Engeland, voor het zomerkamp op de [[Norfolk Broads]], bij [[Great Yarmouth (plaats)|Great Yarmouth]]. 6 lelievletten, 1 motorvlet en 2 wrik- en speelvletjes werden op de Nieuwe Maas op een coaster gezet en heen en weer gevaren. |
||
* De ''Baukje'' werd na de aankoop tussen de [[Binnenschip|binnenschepen]] in het [[Boerengat (haven)|Boerengat]] afgemeerd, en schoof met het komen en gaan van de schepen geleidelijk naar de wal. Later ontdekte men achter de [[Admiraliteitsbrug]] een tweetal [[insteekhaven]]tjes waar de ''Rotterdamsche Reinigingsdienst'' (tegenwoordig [[Roteb]] geheten) vroeger het vuil overlaadde op schepen richting [[Afvalverbrandingsinstallatie|vuilverbranding]] en die tegenwoordig niet meer gebruikt worden. Daar was ruimte voor het wachtschip en konden de vletten verzamelen als een kamp werd voorbereid. De haventjes waren te klein voor het nieuwe wachtschip, wat een plaats vond in de [[Coolhaven]]. |
* De ''Baukje'' werd na de aankoop tussen de [[Binnenschip|binnenschepen]] in het [[Boerengat (haven)|Boerengat]] afgemeerd, en schoof met het komen en gaan van de schepen geleidelijk naar de wal. Later ontdekte men achter de [[Admiraliteitsbrug]] een tweetal [[insteekhaven]]tjes waar de ''Rotterdamsche Reinigingsdienst'' (tegenwoordig [[Roteb]] geheten) vroeger het vuil overlaadde op schepen richting [[Afvalverbrandingsinstallatie|vuilverbranding]] en die tegenwoordig niet meer gebruikt worden. Daar was ruimte voor het wachtschip en konden de vletten verzamelen als een kamp werd voorbereid. De haventjes waren te klein voor het nieuwe wachtschip, wat een plaats vond in de [[Coolhaven]]. |
||
Regel 35: | Regel 35: | ||
Aan de Rottemeren beschikte de groep later over 2 [[lelievlet]]ten, een van Ouwens en een van Beenhakker, die een poosje ''Chiqua Papa'' en ''[[Conquestadores]]'' hebben geheten, 2 rondspantvletten, de ''Argonaut'' en de ''Kolenboot'' waar ook mee gezeild kon worden en een overnaadse zeilsloep, de ''Piet Hein''. De vletten werden later rondgevaren als er weekeinden en kampen werden gehouden met het [[wachtschip]]. |
Aan de Rottemeren beschikte de groep later over 2 [[lelievlet]]ten, een van Ouwens en een van Beenhakker, die een poosje ''Chiqua Papa'' en ''[[Conquestadores]]'' hebben geheten, 2 rondspantvletten, de ''Argonaut'' en de ''Kolenboot'' waar ook mee gezeild kon worden en een overnaadse zeilsloep, de ''Piet Hein''. De vletten werden later rondgevaren als er weekeinden en kampen werden gehouden met het [[wachtschip]]. |
||
Begin |
Begin jaren vijftig zijn er ook twee [[Wrikken|wrik]]- en speelvletjes aangeschaft, ''Maatje'' en ''Binkie'', waar nu al bijna 40 jaar veel plezier en gemak aan beleefd is. Die hoefden niet gesleept te worden, ze konden al vanaf het begin eenvoudig aan dek worden geplaatst. |
||
Rond die tijd was ook nog een open slepertje met een klein [[kajuit]]je, de ''Wammes Waggel'' met minstens twee keer zoveel [[Vermogen (natuurkunde)|vermogen]] als de ''Baukje''. Het is later gezonken bij de werf in [[1973]]. |
Rond die tijd was ook nog een open slepertje met een klein [[kajuit]]je, de ''Wammes Waggel'' met minstens twee keer zoveel [[Vermogen (natuurkunde)|vermogen]] als de ''Baukje''. Het is later gezonken bij de werf in [[1973]]. |
||
Regel 41: | Regel 41: | ||
In die periode kreeg de wilde vaart ook de beschikking over een stalen [[Schouw (historisch scheepje)|zeilschouw]], de "Janny", van 7,50 meter lengte en 40 m2 zeil. Dit schip werd voor de groep ontworpen en gebouwd door de [[bedrijfsschool]] van N.V. Scheepswerf voorheen de Groot & van Vliet in [[Slikkerveer]], op het hoekje van de [[Noord (rivier)|Noord]] en de [[Nieuwe Maas]]. Het schip werd gedoopt door mw. J. Ripmeester-Lautenbach en te water gelaten op 30 oktober [[1971]]. De schouw is weer verkocht in [[1977]]. |
In die periode kreeg de wilde vaart ook de beschikking over een stalen [[Schouw (historisch scheepje)|zeilschouw]], de "Janny", van 7,50 meter lengte en 40 m2 zeil. Dit schip werd voor de groep ontworpen en gebouwd door de [[bedrijfsschool]] van N.V. Scheepswerf voorheen de Groot & van Vliet in [[Slikkerveer]], op het hoekje van de [[Noord (rivier)|Noord]] en de [[Nieuwe Maas]]. Het schip werd gedoopt door mw. J. Ripmeester-Lautenbach en te water gelaten op 30 oktober [[1971]]. De schouw is weer verkocht in [[1977]]. |
||
De vloot |
De vloot bestond anno 2008 uit een wachtschip en vier lelievletten. |
||
==De wachtschepen== |
==De wachtschepen== |
||
Regel 47: | Regel 47: | ||
[[Bestand:Lischgroep Tijd.jpg|thumb|''De tijd zal 't leren'' in 2004]] |
[[Bestand:Lischgroep Tijd.jpg|thumb|''De tijd zal 't leren'' in 2004]] |
||
24 januari 1966 werd een [[Hasselt (Overijssel)|Hasselter]] [[aak (schip)|aak]] gekocht, gebouwd in 1904 te [[Zwartsluis]], genaamd ''Baukje''. Volgens de laatste meting lengte: |
24 januari 1966 werd een [[Hasselt (Overijssel)|Hasselter]] [[aak (schip)|aak]] gekocht, gebouwd in 1904 te [[Zwartsluis]], genaamd ''Baukje''. Volgens de laatste meting lengte: |
||
20,66 m, breedte: 4,64 m inzinking: 1,73 m met een waterverplaatsing van 102,709 ton. Het schip had een liggende 1-cilinder Lister Blackstone [[dieselmotor]] van 26 pk. Met dat wachtschip ging de groep op kamp en bevoer de wateren van Nederland. De vletten werden gesleept. In 1979 werd de ''Baukje'' weer te koop gezet en verkocht voor [[ƒ]] 18 |
20,66 m, breedte: 4,64 m inzinking: 1,73 m met een waterverplaatsing van 102,709 ton. Het schip had een liggende 1-cilinder Lister Blackstone [[dieselmotor]] van 26 pk. Met dat wachtschip ging de groep op kamp en bevoer de wateren van Nederland. De vletten werden gesleept. In 1979 werd de ''Baukje'' weer te koop gezet en verkocht voor [[ƒ]] 18.000,= ([[€]] 8168,04). |
||
Op 14 juli 1980 werd een open [[luxemotorschip]], een voormalig zandschip, als nieuw wachtschip aangekocht om de uitbreiding van de groep op te vangen, genaamd ''De tijd zal 't leren'', 37,8 meter lang en 5,42 meter breed, met een motor van 174 pk. Het schip stond te koop voor ƒ |
Op 14 juli 1980 werd een open [[luxemotorschip]], een voormalig zandschip, als nieuw wachtschip aangekocht om de uitbreiding van de groep op te vangen, genaamd ''De tijd zal 't leren'', 37,8 meter lang en 5,42 meter breed, met een motor van 174 pk. Het schip stond te koop voor ƒ 40.000,= (€ 18.151,20). De vletten werden in het ruim gezet. |
||
Er is |
Er is aan beide schepen veel verbouwd. De grootste ingreep was het aanbrengen van een stalen dek, met toegangsluiken en de mogelijkheid om vletten aan dek te vervoeren. De ''Baukje'' sleepte de lelievletten achter het schip, wat altijd een enerverende zaak is gebleven. Ook werd voorzien in toiletten, op de ''Baukje'' naar huidige maatstaven uiterst primitief, maar het werkte wel. In beide schepen kwamen keukens. Geslapen werd op de ''Baukje'' nog op luchtbedden los in het ruim, dat is op ''De Tijd zal 't leren'' luxueuzer. |
||
Een groot verschil is ook de voortstuwing. De motor van de ''Baukje'' was een eencilinder Lister Blackstone, die door twee man met een slinger moest worden gestart. Op ''De Tijd zal 't leren'' is dat een elektrisch startende MWM Deutz 6 cilinder lijnmotor. De indruk heeft altijd bestaan dat schroef van de ''Baukje'' een voormalige [[zijschroef]] was, niet bekend als zeer effectief bij achteruitslaan. |
Een groot verschil is ook de voortstuwing. De motor van de ''Baukje'' was een eencilinder Lister Blackstone, die door twee man met een slinger moest worden gestart. Op ''De Tijd zal 't leren'' is dat een elektrisch startende MWM Deutz 6 cilinder lijnmotor. De indruk heeft altijd bestaan dat schroef van de ''Baukje'' een voormalige [[zijschroef]] was, niet bekend als zeer effectief bij achteruitslaan. |
||
==Clubblad== |
==Clubblad== |
||
''De Achterplascourant'' |
Het clubblad ''De Achterplascourant'' wordt behulp van de [[personal computer|computer]] gemaakt. |
||
==De stichting== |
==De stichting== |
||
De huidige naam van de stichting die het financieel beheer doet voor de Lischgroep is Stichting Lischgroep EA. EA staat voor: en |
De huidige naam van de stichting die het financieel beheer doet voor de Lischgroep, is Stichting Lischgroep EA. EA staat voor: en andere. De Benedictusgroep en Lischgroep werden indertijd samengevoegd. |
||
==Externe links== |
==Externe links== |
Versie van 22 apr 2016 13:28
De Lischgroep, van oudsher Groep 1, is de eerste Scoutinggroep van Rotterdam. Genoemd naar het Lischplein, waar tramlijn 1 het eindpunt had. De groepsdas kreeg ook de kleur van de tramlijn: groen. Opgericht als padvindersgroep in 1911 en nog steeds actief. In 1956 werd overgestapt op het waterwerk, eerst als zeeverkenners en tegenwoordig als waterscouting.
Het groepshuis staat in de wijk Schiebroek aan de Bergse achterplas en het wachtschip De tijd zal 't leren ligt in de Coolhaven.
De groep heeft de volgende speltakken:
- Bevers (kinderen van 4 tot 7 jaar)
- Dolfijnen (kinderen van 7 tot 11 jaar)
- Zeeverkenners (11 tot 15 jaar)
- Wilde Vaart (15 tot 18 jaar)
- Stam (18+).
Geschiedenis
Scouting in Rotterdam ontstond in 1911 met deze vereniging, en heeft dus een lange geschiedenis achter de rug.[1]
Op 10 oktober 1956 werd de groep officieel een zeeverkennersgroep. Een jaar later werd ook het uniform aangepast en kwam er op de das een reddingsboei met daarbinnen het jaar van oprichting.
Groepshuizen en aanlegsteigers
In de bijna 100-jarige geschiedenis van de groep werd veel verhuisd. In de periode van het waterwerk waren altijd twee locaties van belang: het groepshuis en minstens zo belangrijk: waar de boten lagen.
- 1958-1971 had de welpenhorde zijn onderkomen in een gymnastiekzaal aan de Korfmakersstraat en de zeeverkenners in de Pupillenstraat. Rond 1966 diende de groep het pand te verlaten. De groep werd gedwongen om de welpenhorde stop te zetten en viel terug op het wachtschip. In 1972 kon er weer een de horde terecht in een gymnastiekzaal en een korte tijd rond 1974 zelfs in een bouwkeet in Oud Verlaat. In 1978 deed zich de mogelijkheid voor om een oud clubhuis met terrein van de Benedictus groep over te nemen en vond de groep onderdak in de Ringwaard. Toen die andere groep werd opgeheven werd er een tweede clubhuis gebouwd voor de horde. Op 19 mei 1984 kwam de horde vanuit Ommoord over naar hun huidige nieuwe onderkomen, "de Raadsrots".
- Vanaf de jaren vijftig werd een landje aan de dijk van de Rottemeren gehuurd van boer Voorthuizen, die daarnaast ook een theeschenkerij exploiteerde. In de grote plas aan de andere kant van de dijk was een T-steiger gebouwd waar de zeilsloep en de vletten en lagen. Aan het eind van het seizoen werden de vletten over de dijk getrokken voor het jaarlijks onderhoud. Eind jaren zestig verhuisden de vletten naar steigers bij een landje aan de Strekkade langs de Bergse voorplas en verdween de sloep uit beeld. In 1975 kreeg het Landje aan de Strekkade een andere bestemming. De vletten verhuisden naar het wachtschip en enige tijd later naar het groepshuis aan de Bergse achterplas.
In 1971 – het jaar van het zestigjarig bestaan – was er even een tijdelijke liglaats aan de oostkust van Engeland, voor het zomerkamp op de Norfolk Broads, bij Great Yarmouth. 6 lelievletten, 1 motorvlet en 2 wrik- en speelvletjes werden op de Nieuwe Maas op een coaster gezet en heen en weer gevaren.
- De Baukje werd na de aankoop tussen de binnenschepen in het Boerengat afgemeerd, en schoof met het komen en gaan van de schepen geleidelijk naar de wal. Later ontdekte men achter de Admiraliteitsbrug een tweetal insteekhaventjes waar de Rotterdamsche Reinigingsdienst (tegenwoordig Roteb geheten) vroeger het vuil overlaadde op schepen richting vuilverbranding en die tegenwoordig niet meer gebruikt worden. Daar was ruimte voor het wachtschip en konden de vletten verzamelen als een kamp werd voorbereid. De haventjes waren te klein voor het nieuwe wachtschip, wat een plaats vond in de Coolhaven.
De vloot
In 1938 had de voortrekkersstam al eens een roeisloep weten te bemachtigen, die weer snel verkocht werd. Later schafte deze stam een zeilsloep aan. Helaas bleek die zo slecht te zijn dat die snel naar de sloop werd gebracht. Toen de Lischgroep in 1956 officieel een zeeverkennersgroep werd, beschikte de groep over 1 Surinaamse korjaal, 2 kano's in aanbouw en 1 Noorse jol.
Aan de Rottemeren beschikte de groep later over 2 lelievletten, een van Ouwens en een van Beenhakker, die een poosje Chiqua Papa en Conquestadores hebben geheten, 2 rondspantvletten, de Argonaut en de Kolenboot waar ook mee gezeild kon worden en een overnaadse zeilsloep, de Piet Hein. De vletten werden later rondgevaren als er weekeinden en kampen werden gehouden met het wachtschip.
Begin jaren vijftig zijn er ook twee wrik- en speelvletjes aangeschaft, Maatje en Binkie, waar nu al bijna 40 jaar veel plezier en gemak aan beleefd is. Die hoefden niet gesleept te worden, ze konden al vanaf het begin eenvoudig aan dek worden geplaatst.
Rond die tijd was ook nog een open slepertje met een klein kajuitje, de Wammes Waggel met minstens twee keer zoveel vermogen als de Baukje. Het is later gezonken bij de werf in 1973.
In die periode kreeg de wilde vaart ook de beschikking over een stalen zeilschouw, de "Janny", van 7,50 meter lengte en 40 m2 zeil. Dit schip werd voor de groep ontworpen en gebouwd door de bedrijfsschool van N.V. Scheepswerf voorheen de Groot & van Vliet in Slikkerveer, op het hoekje van de Noord en de Nieuwe Maas. Het schip werd gedoopt door mw. J. Ripmeester-Lautenbach en te water gelaten op 30 oktober 1971. De schouw is weer verkocht in 1977.
De vloot bestond anno 2008 uit een wachtschip en vier lelievletten.
De wachtschepen
24 januari 1966 werd een Hasselter aak gekocht, gebouwd in 1904 te Zwartsluis, genaamd Baukje. Volgens de laatste meting lengte: 20,66 m, breedte: 4,64 m inzinking: 1,73 m met een waterverplaatsing van 102,709 ton. Het schip had een liggende 1-cilinder Lister Blackstone dieselmotor van 26 pk. Met dat wachtschip ging de groep op kamp en bevoer de wateren van Nederland. De vletten werden gesleept. In 1979 werd de Baukje weer te koop gezet en verkocht voor ƒ 18.000,= (€ 8168,04).
Op 14 juli 1980 werd een open luxemotorschip, een voormalig zandschip, als nieuw wachtschip aangekocht om de uitbreiding van de groep op te vangen, genaamd De tijd zal 't leren, 37,8 meter lang en 5,42 meter breed, met een motor van 174 pk. Het schip stond te koop voor ƒ 40.000,= (€ 18.151,20). De vletten werden in het ruim gezet.
Er is aan beide schepen veel verbouwd. De grootste ingreep was het aanbrengen van een stalen dek, met toegangsluiken en de mogelijkheid om vletten aan dek te vervoeren. De Baukje sleepte de lelievletten achter het schip, wat altijd een enerverende zaak is gebleven. Ook werd voorzien in toiletten, op de Baukje naar huidige maatstaven uiterst primitief, maar het werkte wel. In beide schepen kwamen keukens. Geslapen werd op de Baukje nog op luchtbedden los in het ruim, dat is op De Tijd zal 't leren luxueuzer.
Een groot verschil is ook de voortstuwing. De motor van de Baukje was een eencilinder Lister Blackstone, die door twee man met een slinger moest worden gestart. Op De Tijd zal 't leren is dat een elektrisch startende MWM Deutz 6 cilinder lijnmotor. De indruk heeft altijd bestaan dat schroef van de Baukje een voormalige zijschroef was, niet bekend als zeer effectief bij achteruitslaan.
Clubblad
Het clubblad De Achterplascourant wordt behulp van de computer gemaakt.
De stichting
De huidige naam van de stichting die het financieel beheer doet voor de Lischgroep, is Stichting Lischgroep EA. EA staat voor: en andere. De Benedictusgroep en Lischgroep werden indertijd samengevoegd.
Externe links
- ↑ Lischgroep. scoutpedia.nl.