Naar inhoud springen

Wereldeconomie: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
bron toegevoegd voor opzich ongefundeerde stelling; men dank aan Mdd die zich de moeite heeft getroost deze link op te zoeken
S.Kroeze (overleg | bijdragen)
onkundige edit ongedaan gemaakt; bewering is in het geheel niet controversieel; toevoegen van een noot is daarom ongewenst; bovendien is die webpagina een samenraapsel; onbegrijpelijk dat iemand naar dergelijke bron wil linken - verzoek: hou op!
Regel 8: Regel 8:
Hoewel er al voor de vijftiende eeuw contacten waren tussen de verschillende beschavingen, ontstond pas vanaf het [[tijdperk van de grote ontdekkingen]] een wereldeconomie waarbij alle economieën steeds intensiever met elkaar in contact stonden. Door {{aut|[[Fernand Braudel|Braudel]]}} werden de eerdere betrekkingen aangeduid als [[wereld-economie]]ën met koppelteken om aan te geven dat deze niet de gehele wereld omspanden, maar economisch autonome delen van de wereld waren.<ref>{{aut|[[Fernand Braudel|Braudel, F.]]}} (1979): ''Civilization and Capitalism, 15th-18th Century. The Perspective of the World''.</ref>
Hoewel er al voor de vijftiende eeuw contacten waren tussen de verschillende beschavingen, ontstond pas vanaf het [[tijdperk van de grote ontdekkingen]] een wereldeconomie waarbij alle economieën steeds intensiever met elkaar in contact stonden. Door {{aut|[[Fernand Braudel|Braudel]]}} werden de eerdere betrekkingen aangeduid als [[wereld-economie]]ën met koppelteken om aan te geven dat deze niet de gehele wereld omspanden, maar economisch autonome delen van de wereld waren.<ref>{{aut|[[Fernand Braudel|Braudel, F.]]}} (1979): ''Civilization and Capitalism, 15th-18th Century. The Perspective of the World''.</ref>


Hoewel [[Europa (werelddeel)|Europa]] vanaf de elfde eeuw bezig was aan een inhaalslag, bleef [[China]] tot ca. 1800 verreweg de grootste economie.<ref>http://lawmin.nic.in/ncrwc/finalreport/v2b1-2ch2.htm</ref>[[Economische groei]] werd eerder voornamelijk veroorzaakt door [[bevolkingsgroei]]. Hoewel de economische groei gedurende de [[Vroegmoderne Tijd]] met minder dan 0,25% per jaar naar de huidige maatstaven laag was, lag dit aanmerkelijk hoger dan in de voorgaande periodes.
Hoewel [[Europa (werelddeel)|Europa]] vanaf de elfde eeuw bezig was aan een inhaalslag, bleef [[China]] tot 1800 verreweg de grootste economie. [[Economische groei]] werd eerder voornamelijk veroorzaakt door [[bevolkingsgroei]]. Hoewel de economische groei gedurende de [[Vroegmoderne Tijd]] met minder dan 0,25% per jaar naar de huidige maatstaven laag was, lag dit aanmerkelijk hoger dan in de voorgaande periodes.


De [[industriële revolutie]] bracht in Europa een grote verandering teweeg. De nieuwe technologieën op het gebied van [[Vervoer|transport]] en [[communicatie]] maakten voor het eerst een wereldomvattende economie mogelijk. Het had ook een economische groei tot gevolg die groter was dan ooit. Tussen 1870 en 1913 groeide de economie met 2-2,5% per jaar, drie keer meer dan in de vijftig jaar daarvoor en zes tot acht keer meer dan in de periode 1500-1800. Inkomens stegen sterker dan ooit, maar dit was wel beperkt tot de geïndustrialiseerde landen.De economieën van de [[Industrialisatie|industrialiserende]] en de niet-industrialiserende landen groeiden daarna sterk uiteen, ook wel aangeduid als de ''[[Great Divergence]]''.
De [[industriële revolutie]] bracht in Europa een grote verandering teweeg. De nieuwe technologieën op het gebied van [[Vervoer|transport]] en [[communicatie]] maakten voor het eerst een wereldomvattende economie mogelijk. Het had ook een economische groei tot gevolg die groter was dan ooit. Tussen 1870 en 1913 groeide de economie met 2-2,5% per jaar, drie keer meer dan in de vijftig jaar daarvoor en zes tot acht keer meer dan in de periode 1500-1800. Inkomens stegen sterker dan ooit, maar dit was wel beperkt tot de geïndustrialiseerde landen.De economieën van de [[Industrialisatie|industrialiserende]] en de niet-industrialiserende landen groeiden daarna sterk uiteen, ook wel aangeduid als de ''[[Great Divergence]]''.

Versie van 22 aug 2011 13:58

De wereldeconomie is het geheel van economische betrekkingen tussen landen. Het is niet alleen een optelling van alle nationale economieën, maar ook de onderlinge interactie. Deze wereldwijde interactie is pas echt mogelijk geworden door de technologische vernieuwingen van de Moderne Tijd.

Voorwaarden

Voorwaarden voor deelname aan de wereldeconomie zijn onder meer gunstige klimatologische omstandigheden die het toelaten om lokale overschotten te produceren door specialisatie en arbeidsdeling en een afzetmarkt om goederen en diensten te kunnen verkopen. Om deze te kunnen transporteren moeten de geografische omstandigheden en de infrastructuur en transportmiddelen toereikend zijn. Het schrift en het talstelsel vereenvoudigden de organisatie van dit alles doordat het mogelijk werd om afspraken en boodschappen vast te leggen. Naast wetgeving betekende ook de invoering van een geldeconomie een belangrijke stimulans voor de langeafstandshandel. Van groot belang is ook het politieke en ideologische klimaat ten opzichte van handel en de bestaande machtsblokken. Tenslotte is informatie over de markt een belangrijke factor.

Ontstaan

Hoewel er al voor de vijftiende eeuw contacten waren tussen de verschillende beschavingen, ontstond pas vanaf het tijdperk van de grote ontdekkingen een wereldeconomie waarbij alle economieën steeds intensiever met elkaar in contact stonden. Door Braudel werden de eerdere betrekkingen aangeduid als wereld-economieën met koppelteken om aan te geven dat deze niet de gehele wereld omspanden, maar economisch autonome delen van de wereld waren.[1]

Hoewel Europa vanaf de elfde eeuw bezig was aan een inhaalslag, bleef China tot 1800 verreweg de grootste economie. Economische groei werd eerder voornamelijk veroorzaakt door bevolkingsgroei. Hoewel de economische groei gedurende de Vroegmoderne Tijd met minder dan 0,25% per jaar naar de huidige maatstaven laag was, lag dit aanmerkelijk hoger dan in de voorgaande periodes.

De industriële revolutie bracht in Europa een grote verandering teweeg. De nieuwe technologieën op het gebied van transport en communicatie maakten voor het eerst een wereldomvattende economie mogelijk. Het had ook een economische groei tot gevolg die groter was dan ooit. Tussen 1870 en 1913 groeide de economie met 2-2,5% per jaar, drie keer meer dan in de vijftig jaar daarvoor en zes tot acht keer meer dan in de periode 1500-1800. Inkomens stegen sterker dan ooit, maar dit was wel beperkt tot de geïndustrialiseerde landen.De economieën van de industrialiserende en de niet-industrialiserende landen groeiden daarna sterk uiteen, ook wel aangeduid als de Great Divergence.

Na de Tweede Wereldoorlog kwam de laatste grote ommezwaai. De tweede helft van de twintigste eeuw was een lange periode van hoogconjunctuur. Tussen 1950 en 1998 werd de wereldeconomie zesmaal zo groot. Hoewel velen niet beter wisten, was er nooit eerder een dergelijke economische groei geweest. Dit was mogelijk door de bevolkingsgroei, de beschikking over goedkope energie en de vooruitgang in de wetenschap en technologie die al eerder was begonnen. Bretton Woods lag aan de basis van de economische stabiliteit waardoor bedrijven zich wereldwijd konden vestigen. Met het wegvallen van de bilaterale koloniale handelsbetrekkingen lag de weg vrij voor vrijhandel, wat de economische groei versterkte. In de jaren negentig sloten het voormalige Oostblok en China zich hierbij aan.

Langetermijnbeweging

Kondratieff ontwikkelde het systeem om de wereldeconomie te beschrijven in termen van lange golven, waarbij elke golf een lengte van ongeveer 50 jaar heeft. Schumpeter noemde deze golven de Kondratieff-golven. Hij zag de technische innovaties als de verklaring voor de golven; de economische opleving die werd vertegenwoordigd door de eerste golf hing samen met de opkomst van stoomtechnieken (1790-1813), de opleving die bij de tweede golf hoorde met de aanleg van spoorwegen (1844-1874), en de opleving die de derde golf kenmerkte met de introductie van de auto en elektriciteit (1895-1914/16).

Noten

  1. Braudel, F. (1979): Civilization and Capitalism, 15th-18th Century. The Perspective of the World.