• ta·hin
  • Leenwoord uit het Arabisch, in de betekenis van ‘sesampasta’ voor het eerst aangetroffen in 1992 [1]
  • Afgeleid van het Arabische طحينية (ʈaħinīya), wat teruggaat op طحن (ʈáħana) "malen, slijpen".
enkelvoud meervoud
naamwoord tahin
verkleinwoord

de tahinm

  1. (voeding) een soort van pasta, gemaakt van gemalen sesamzaad met toevoeging van o.a. citrussap, knoflook, peterselie en zeezout
39 % van de Nederlanders;
39 % van de Vlamingen.[2]