regenwoud
- re·gen·woud
- Wetenschappelijke leenvertaling van Duits Regenwald, met name in de term tropisch regenwoud (uit Duits tropischer Regenwald), voor het eerst aangetroffen in 1899, zie hieronder.
- samenstelling van regen en woud
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | regenwoud | regenwouden |
verkleinwoord | regenwoudje | regenwoudjes |
het regenwoud o
- (ecologie) een bos in een klimaat met het hele jaar door neerslag
- Een tropisch regenwoud.
- Regenwouden kennen een enorme soortenrijkdom van dieren en planten.
- ▸ Het Amazoneregenwoud ligt in Zuid-Amerika. Het is gigantisch groot. Zo groot als de helft van Europa. Het regenwoud ligt verspreid over negen landen. Het grootste deel ligt in Brazilië. Het gebied is voor heel de wereld belangrijk. Want er leven veel bijzondere bomen, planten en dieren. Een deel van het gebied staat op de Werelderfgoedlijst.[1]
- ▸ Trouwens de schrijver houdt zich ook niet geheel aan zijn indeeling, zoo is b.v. de fraaiste afbeelding van een tropisch regenwoud afkomstig van den Gedeh en zeker op minstens 1000 M. hoogte genomen.[2]
- tropisch regenwoud
1. een bos in een klimaat met het hele jaar door neerslag
- Het woord regenwoud staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "regenwoud" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron nieuwsbegrip.nl“Bosbranden in het Amazonegebied” (26-8-2019), CED-groep
- ↑ Weblink bron Friedrich Went[bespreking] A.F.W. Schimper, Pflanzengeographie auf physiologischer Grundlage (01-01-1899) in: Tijdschrift van het Aardrijkskundig Genootschap, Stemler, Amsterdam, p. 191
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be