Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV)

Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV)

Diensten overheidsrelaties

NIPV is het publiek kennisinstituut voor crisisbeheersing en brandweerzorg.

Over ons

Het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV) is het publiek kennisinstituut dat veiligheidsregio's, Rijksoverheid en crisispartners onderling verbindt en versterkt met onderzoek, onderwijs, ondersteuning en informatie. NIPV fungeert als een centre of expertise als het gaat om hoogwaardige kennis van crisisbeheersing en brandweerzorg. Zo draagt NIPV bij aan een veiliger en veerkrachtiger Nederland. De 25 voorzitters van de veiligheidsregio's vormen samen het algemeen bestuur van NIPV. NIPV heeft een locatie in Arnhem en twee locaties in Zoetermeer. Bij NIPV werken ruim 300 medewerkers.

Website
http://www.nipv.nl
Branche
Diensten overheidsrelaties
Bedrijfsgrootte
201 - 500 medewerkers
Hoofdkantoor
Arnhem
Type
Overheidsinstelling
Specialismen
Opleidingen, trainingen en oefeningen, Kennis ontwikkelen, makelen en borgen, Talent- en leiderschapsontwikkeling, Beleids- en bestuursondersteuning, Materieel verwerven en beheren en Projectmanagement en (organisatie)advies

Locaties

Medewerkers van Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV)

Updates

  • ‘Op donderdag 28 september 2023 stierven als gevolg van een tweevoudige schietpartij een 39-jarige vrouw, haar 14-jarige dochter en een 43-jarige man, huisarts en tevens docent in het Erasmus Medisch Centrum. Een heftig incident, aldus Wytske Geense, onderzoeker bij het lectoraat Crisisbeheersing van het NIPV. ‘Op verzoek van de gemeente Rotterdam en GGD-GHOR Rotterdam-Rijnmond is er een leeronderzoek uitgevoerd naar aanleiding van deze schietincidenten. Meestal richten de leeronderzoeken van het lectoraat zich op het optreden van de crisisorganisatie in de acute fase. In dit leeronderzoek lag de focus specifiek op bevolkingszorg (vanuit gemeente) en de psychosociale hulpverlening (vanuit de GHOR/GGD) in de acute maar met name ook in de nafase. In dit onderzoek hebben we ons gericht op de functionarissen die direct na en/of in de periode erna betrokken waren bij het incident.’ ‘Het leeronderzoek heeft meerdere inzichten opgeleverd. Voor mij waren de vijf onderstaande het meest in het oog springend: ✅ De leerevaluatie roept het beeld op van een geroutineerde crisisorganisatie waarin medewerkers van de gemeente, GHOR, GGD en partners steeds ad hoc en proactief hebben ingespeeld op problemen die zich voordeden. Er is steeds gericht gekeken wat nodig was, taken zijn opgepakt en overgenomen door anderen. ✅ Zeker in de eerste dagen en weken is zeer actief opgetreden en zorg en ondersteuning verleend. Deze inzet is verenigbaar met de principes van caring government: de stad zette een stap naar voren voor zowel de individuele betrokkenen als voor het collectief, en de stad als geheel. ✅ Minder eenduidig is het oordeel over de aanpak na enkele weken en maanden. Zijn getroffenen op een later moment nog wel voldoende in het vizier, nadat de werkzaamheden van de eerste fase zijn afgeschaald en afgebouwd? Het is lastig om hier iets over te zeggen, mede doordat betrokken organisaties verschillende registratiesystemen gebruiken en restricties ervaren voor het uitwisselen van gegevens vanwege de AVG. ✅ We bevelen aan om een methodiek te ontwikkelen om (bestuurlijke) uitgangspunten te bepalen voor de ondersteuning en zorg die de gemeente aan getroffenen wil en kan bieden in de eerste dagen, weken en eventueel zelfs maanden na dit soort ingrijpende incidenten. ✅ Daarbij is onze aanbeveling ook om in de toekomst steeds een projectleider aan te stellen die verantwoordelijk is voor de regie en coördinatie van de nafase. Zo kan de acute crisisaanpak op een natuurlijke wijze overlopen in de reguliere dienstverlening vanuit de gemeente, in samenwerking met GGD en andere ondersteunings- en uitvoeringspartners.’ Het volledige leeronderzoek is hier te lezen: https://lnkd.in/eksP7Ub2

    • Geen alternatieve tekst opgegeven voor deze afbeelding
  • ‘Op 17 juli 2014 stapte Quinn in het vliegtuig naar Indonesië. Hij had net de examens van zijn eerste jaar aan de HvA afgerond en wilde eerst een weekje met zijn vriendin op pad terwijl ik met de rest van het gezin al eerder naar Java reisde’. Thomas Schansman zit aan zijn eettafel in zijn huis in Hilversum, schuin voor een getekend portret van zijn zoon Quinn die prominent op een schildersezel in de huiskamer staat. ‘Die avond ligt mijn jongste al lekker te slapen, terwijl mijn oudste op haar telefoon kijkt wat voor nieuws er is. Zij ziet het als eerste. Tegelijkertijd krijg ik een pushbericht op mijn telefoon: er is een vliegtuig neergestort. We horen het vluchtnummer, kijken op de boardingpass die we een paar uur daarvoor hebben gekregen en al snel komen de eerste beelden van de wrakstukken binnen. Dit is helemaal mis. Hij is gewoon dood.’ ‘Nazorg begint als je hoort dat je betrokken bent bij een ramp. Je kunt je voorstellen dat we de hele nacht bezig waren met regelen. Familie bellen. Ambassade bellen. Wachten op nieuws, proberen te begrijpen wat er in godsnaam gebeurd is. Buitenlandse Zaken had al heel snel een telefoonnummer waar je naar toe kon bellen. Toen we thuiskwamen werden we door Slachtofferhulp direct gekoppeld aan twee familierechercheurs. Daar hebben we heel veel aan gehad.’ ‘Op een middag komt Pieter I. Broertjes langs, de burgemeester van Hilversum. “Thomas, vanavond komen de eerste lichamen vanaf Vliegbasis Eindhoven aan in Hilversum. Wil jij met mij mee daar naartoe?” ‘Ik was overweldigd door al die mensen die er stonden. Al die vrienden en vriendinnen die je nog nooit hebt gezien, maar die allemaal Quinn kennen. Van de kroeg, van de sport, van school. En toen zei ik “Pieter, we hebben hier nu één avond gestaan, dit zijn de eersten die zijn binnengekomen, maar morgen staan we hier weer en overmorgen staan we hier weer, totdat de laatste kist binnen is.” We zijn alle keren geweest.’ ‘Pieter maakte de nazorg persoonlijk. Op de eerste Vaderdag na de ramp stuurde hij me een kaartje met de tekst ‘Thomas ik ben ook vader. Ik weet het.’ Veerkracht kost energie. En ik leerde dat anderen je die energie kunnen geven.’ ‘We weten nog steeds niet of het wel of geen ongeluk was. Wat was de opdracht van de mensen die die raket afschoten? Wisten ze dat het een passagiersvliegtuig was of niet? Ik zit te wachten op de dag dat Rusland zijn verantwoordelijkheid neemt en excuses aanbiedt. Dan kan ik het afsluiten.’ Lees ook het verhaal van Pieter Broertjes 👉 https://lnkd.in/gKVE4vxd

    • Thomas Schansman zit in een stoel met op een ezel het portret van zijn zoon
    • Quote: 'Veerkracht kost energie en die energie kunnen anderen je geven'
    • Thomas Schansman en Pieter Broertjes zitten naast elkaar
  • 'Harde windstoten, extreme regenval en een dijk die op het punt van bezwijken staat: in een GoLive-oefening bootsen we een realistische crisissituatie na’, zegt Frank Bruinink, adviseur Netcentrisch werken bij het NIPV. Hij is betrokken bij de aansluiting van de Nationale Reddingsvloot (NRV) op de Landelijke Voorziening Crisisbeheersing (LVCb). ‘De GoLive is een laatste test om te kijken of een organisatie écht aan de slag kan met netcentrisch werken. De oefening van de NRV verliep voorspoedig en de vraag ‘Kunnen we live?’ konden we dan ook zeker met een ‘ja’ beantwoorden. De NRV is nu aangesloten op de LVCb, en daarmee verbonden aan een breed netwerk van crisispartners.' 'De Nationale Reddingsvloot is een samenwerkingsverband van de brandweer en de reddingsbrigades in Nederland. In juli 2021 is de NRV ingezet tijdens de watersnood in Zuid-Limburg en de Belgische Ardennen. Deze inzet is geëvalueerd door het NIPV. Eén van de aanbevelingen uit de evaluatie was om gebruik te gaan maken van het LCMS. Zodat de informatie-uitwisseling tussen veiligheidsregio’s en het actiecentrum van de NRV nog beter verloopt en de inzetbehoefte sneller bepaald kan worden.' 'Tijdens de afsluitende GoLive-oefening toetsen we de manier waarop die informatie-uitwisseling tussen crisispartners verloopt. Ook kijken we naar het gebruik van het systeem en de wijze van beelden delen. Het scenario maken we dus zo realistisch mogelijk. In het geval van de NRV speelde het zich af in de Veiligheidsregio Kennemerland: ‘Er is sprake van wateroverlast die voor problemen zorgt. De kering van de Ringvaart is verzadigd. Er is dijkbewaking ingeschakeld. Na het bezwijken van de dijk worden drie reddingsgroepen van de NRV ingezet in het overstroomde gebied. Extra pelotons staan op de uitgangsstelling.'   'Niet alleen het scenario, maar ook de samenwerking tussen de deelnemers is zo realistisch mogelijk. Want crisismanagement is netwerkmanagement. Daarom deed een informatiemanager uit de betrokken veiligheidsregio mee aan de oefening. We borduurden daarmee voort op het implementatietraject dat crisispartners doorlopen om aan te kunnen sluiten op de LVCb. Want ook in zo'n traject, waarin de netcentrische werkwijze wordt aangeleerd, hebben de veiligheidsregio's vanzelfsprekend een rol. Voor het implementatietraject van de NRV boden vier veiligheidsregio's en het Landelijk Operationeel Coördinatie Centrum aan om als ‘adoptieregio’ mee te denken. Dit betekent dat deze regio's het voortouw namen bij het maken van de samenwerkingsafspraken namens alle betrokken veiligheidsregio's.' 'Ik ben blij met de NRV als nieuwe netcentrische crisispartner. Het netwerk van de LVCb wordt hiermee weer een stukje groter en krachtiger. De NRV is een mooie aanvulling op crisispartners als Ministerie van Defensie, dat het aantal krijgsmachtonderdelen begin dit jaar uitbreidde, en het Rode Kruis Nederland, dat in mei aansloot.' 📸 Bron foto NRV: SHe Fotografie 

    • Frank Bruinink zegt: Goede informatie-uitwisseling begint bij het betrekken en betrokken houden van de juiste partijen.
    • Plot van het LCMS. Op de kaart is een overstroomd gebied omlijnd. De locaties van pelotons en reddingsgroepen staan vermeld.
    • Mensen van de NRV staan bij twee boten.
  • 'Er worden sinds kort andere vaardigheden gevraagd van leiders in een crisis. Dus daar hebben we onze opleidingen op aangepast’, vertelt Erik de Paauw, docent Crisisbeheersing bij het NIPV. ‘De crises van tegenwoordig zijn langdurig en complex. Dat betekent dat je samenwerkt met veel verschillende partners waar je niet dagelijks mee om tafel zit. En dat vraagt meer van je leiderschapscapaciteiten.’ Met zijn team vernieuwde Erik in korte tijd de opleidingen Leider Commando Plaats Incident (CoPI) en Regionaal Operationeel Leider (ROL). ‘Natuurlijk is de inhoud van de oude opleidingen gebleven. We zijn als crisisorganisaties goed in het beheersen van een acute crisis en dat moet vooral zo blijven. Er komt alleen nieuwe inhoud bij, die ingaat op die langdurige en complexe crises. Zo is netwerkmanagement nieuw. Verder gaan we in op leiderschapsstijlen en laten we je eigen stijl ontdekken. Daarmee leer je leidinggeven vanuit je persoonlijk leiderschap. Daarnaast gaan we in op het werken vanuit je doel als team: wat is nu eigenlijk je opdracht binnen deze crisis? En voor wie doen we dit? Ook kijken we naar de hele context van crisisbeheersing en de dynamiek van een voor- en nafase. Daarnaast behandelen we de trends binnen crisisbeheersing voor de komende vijf jaar? Wat komt er op ons af? Allemaal vragen waar wij binnen deze opleidingen op ingaan.’ ‘We hebben de eerste stappen gezet in het aanpassen van de opleiding. De komende tijd willen we in nauw contact met de veiligheidsregio’s de opleiding verder ontwikkelen. De veiligheidsregio’s ontwikkelen zich op rap tempo door en als de behoeftes veranderen willen we daar snel op inspelen.’  ‘Tijdens de opleiding werken we zoveel mogelijk in teams. Theorie krijg je vooraf en tijdens lesdagen zijn we actief met elkaar bezig met uitdagende opdrachten. Ook gaan we in op ieders persoonlijke werksituatie. Want in elke veiligheidsregio is het weer net anders georganiseerd. Daarnaast hebben we door de opleiding heen meerdere oefendagen. Tijdens die oefendagen ga je aan de slag als leider in het crisisteam. Kortom: met deze opleiding ben je klaar voor de crisis van morgen.’ Aanmelden voor de opleiding Leider Commando Plaats Incident (CoPI) of Regionaal Operationeel Leider (ROL? Ga naar https://lnkd.in/esR7i876.

    • Geen alternatieve tekst opgegeven voor deze afbeelding
  • ‘Het nieuwe kabinet dat 2 juli werd geïnstalleerd en hun politieke partijen hebben tijdens hun campagne veel gesproken over verduurzaming van Nederland en de energietransitie’, aldus lector Energie-en transportveiligheid Nils Rosmuller. ‘ 'De plannen hebben per definitie veiligheidsgevolgen, waarbij te denken valt aan de veiligheid van omwonenden van transportassen met ‘nieuwe’ grootschalige energiestromen, productie- en opslagfaciliteiten en incidentbestrijders. Dit was reden om de verkiezingsprogramma’s van de zes grootste partijen te analyseren op veiligheidsconsequenties van deze thema’s.’ ‘Onze analyse schetst een beeld van de te verwachten implicaties voor veiligheid wanneer de geanalyseerde verkiezingsprogramma’s (deels) worden omgezet in beleid. Alle verkiezingsprogramma’s zijn beoordeeld op (voorgenomen) maatregelen/beleid die betrekking hebben op het vervoer van gevaarlijke stoffen of de energietransitie en die ook redelijkerwijs een veiligheidseffect hebben. Een viertal ontwikkelingen kwam naar voren die we in onze rapportage nader hebben geduid.’ ✅ De rol van kernenergie wordt behouden of vergroot De mogelijke effecten van incidenten met deze nieuwe kerncentrales zijn bekend, en de kans op incidenten klein. De impact van deze (nieuwe) locaties op de publieke veiligheid is dan ook beperkt. ✅ Brede steun/ erkenning snelle elektrificatie Nederlands energiesector Er zullen zich minder incidenten voordoen met koolstof houdende brandstoffen (zoals koolmonoxidevergiftiging). Hiervoor in de plaats krijgen we te maken met incidenten met (bijvoorbeeld) thuisbatterijen en elektrische voertuigen. Laatstgenoemde risico’s zijn vaak al bekend, maar procedures voor incidentbestrijding en vergunningverlening zijn nog volop in ontwikkeling. ✅ Vervoer gevaarlijke stoffen anders inrichten Een ‘modal shift’ moet het transport van gevaarlijke brand- en grondstoffen verschuiven van weg en spoor naar binnenvaart en buisleiding. Wettelijke kaders voor bijvoorbeeld het transport van ammoniak door buisleidingen ontbreken vooralsnog. Ook bestaat er nog geen visie op incidentbestrijding bij het transport van deze stoffen door buisleidingen. ✅ Brede weerstand tegen zonneweides en windparken op land De voorkeurslocatie voor energiewinning vanuit zon en wind is op daken en in de zee. Deze laatste ontwikkeling kent weinig nieuwe implicaties voor de veiligheid. ‘Het hoofdlijnenakkoord ondersteunt deels de bovenstaande maatregelen en beleidslijnen. Zo wordt de wens uitgesproken voor twee nieuwe kerncentrales (naast de twee nieuw-geplande kerncentrales waar de planvorming reeds in Rutte-IV is gestart), en is de toenemende elektrificatie bijvoorbeeld zichtbaar in de blijvende steun voor elektrische auto’s. De andere thema’s staan niet specifiek vernoemd in het hoofdlijnenakkoord en zullen tijdens het schrijven van het regeerakkoord aan bod ‘moeten’ komen.’ https://lnkd.in/eDezVfAH

    • Geen alternatieve tekst opgegeven voor deze afbeelding
  • ‘Na een jaar van voorbereiden hebben we met een fantastisch team 2 brandproeven uitgevoerd met elektrische voertuigen’, vertelt Tom Hessels, projectleider van het NIPV onderzoek. ‘Tijdens deze proeven hebben we gekeken of ultra hogedruk (uhd-)blussystemen, zoals de Cobra Coldcutter en de Coolfire, een thermal runaway in het batterijpakket van een elektrisch voertuig kunnen stoppen.’ ‘Voor dit experiment hebben we de batterijen van de voertuigen doorboord en in thermal runaway gebracht. Nadat een tankautospuit de voertuigbrand heeft geblust, is het uhd-systeem ingezet. De komende periode gaan we analyseren of dit systeem veilig en effectief kan worden ingezet bij voertuigbranden waarbij de batterij betrokken is. Voor deze analyse maken we gebruik van videobeelden, de ervaringen van de ingezette brandweereenheden en de verzamelde data. Als blijkt dat deze systemen veilig en effectief zijn in te zetten, dan dienen de proeven als basis voor de ontwikkeling van praktische richtlijnen en instructies voor brandweermensen.’ ‘Voor het stabiliseren van een elektrisch voertuig waarbij de batterij betrokken is bij de brand wordt nu vaak het voertuig ondergedompeld in een container gevuld met water. Deze methode is gebruikelijk, omdat de accucellen van een elektrische auto moeilijk te bereiken zijn met bluswater. Een andere bestrijdingstactiek is om het voertuig te laten uitbranden. Maar dat is niet op elke locatie mogelijk of wenselijk. In de praktijk is er dan ook behoefte aan meerdere technieken die afhankelijk van de situatie kunnen worden ingezet. Dit onderzoek kijkt daarom of uhd-blussystemen een extra techniek kunnen zijn.’ De brandproef is een samenwerking van het NIPV met Brandweer Nederland, Brandweer Schiphol , Gezamenlijke Brandweer Rotterdam, Bedrijfsbrandweer Tata Steel, het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Veiligheidsregio Utrecht en Veiligheidsregio Haaglanden. Daarnaast leveren de Duitse werkgroep VDA/VDIK ’Rescueing of people’, Cobra Coldcut Systems en de leverancier van de auto’s een bijdrage aan het onderzoek. Bekijk het nieuwsbericht op https://lnkd.in/eemqXQRR

    • Geen alternatieve tekst opgegeven voor deze afbeelding
    • Geen alternatieve tekst opgegeven voor deze afbeelding
    • Geen alternatieve tekst opgegeven voor deze afbeelding
  • De voortwoekerende brand op de Fremantle Highway in de zomer van 2023 voor de kust van Ameland drukte ons weer met de neus op de feiten. Want we weten het in de rampenbestrijding en crisisbeheersing als geen ander: de geschiedenis herhaalt zich, maar altijd net even anders. Als nu al 500 van de 3800 auto’s op het vrachtschip elektrisch waren, wat is dan de verhouding over een paar jaar?   'Dit voorbeeld en toekomstige vraagstukken vormden de rode draad van de allereerste Publieke Veiligheidsrede die werd uitgesproken tijdens de opening van ons onderwijsjaar op 12 september. De rede was voor ons als publiek kennisinstituut een uniek moment, ook omdat we gelijktijdig onze meerjarige strategische onderzoeksagenda presenteerden', aldus directeur IJle Stelstra over het jaarverslag 2023 dat vandaag werd vastgesteld door het algemeen bestuur.   'Deze meerjarige strategische onderzoeksagenda, schetste een treffend beeld van de uitdagingen die ons te wachten staan. Een goed voorbeeld is de veerkrachtige samenleving. Een thema waarmee we recent mooie resultaten konden delen via onderzoek, bijeenkomsten en onderwijs. Andere voorbeelden zijn te benoemen in het domein van energie- en transportveiligheid. We onderzochten waterstofincidenten in besloten ruimtes en realiseerden een aantal kennispublicaties zoals de ‘Beoordelingsrichtlijn voor gemeentes voor de veiligheid van batterijwisselstations’ en het informatieblad ‘Energietransitie ten behoeve van veiligheidsregio’s’. Daarnaast organiseerden we een Europees tweedaags congres over energieopslagsystemen.'   De unieke samenhang tussen en verwevenheid van onze pijlers onderzoek, onderwijs, informatie en ondersteuning vormen de essentie van onze dienstverlening. Door kennis en ervaring te combineren in onze organisatie, vindt optimale kruisbestuiving plaats tussen onderzoek en praktijk en stimuleren we innovatie. Ook zijn we trots op het gemiddelde waarderingscijfer voor onze opleidingen. In 2023 was dit een 7,7.'   Ook onze voorzitter van het dagelijks bestuur, Ton Heerts, reflecteert op het afgelopen jaar. 'Het bestuur heeft in 2023 belangrijke stappen gezet als het gaat om de toekomstbestendigheid van het NIPV en het begeleiden van de ingezette koers. Daarbij is niet alleen aandacht geweest voor de interne organisatie, maar juist ook voor het netwerk waarin het NIPV opereert.' Hij bedankt de partners en medewerkers van het NIPV voor een constructief jaar en kijkt uit naar de toekomst waarin we samen blijven werken aan een veilig en veerkrachtig Nederland. Lees het volledige jaarverslag op onze website https://lnkd.in/eamT4iGN

  • ‘Er zit intens veel kracht in de maatschappij, we worden met goedheid overspoeld’, zegt burgemeester van Arnhem Ahmed Marcouch. ‘De Nederlandse samenleving wordt vaak als individualistisch neergezet. Maar dat klopt niet. Er gebeurt aanzienlijk meer dan publiek onder de aandacht komt.’ ‘Tijdens corona zag je prachtige projecten waarmee mensen samen de schouders eronder zetten. Burgers deden boodschappen voor elkaar. Allerlei mensen vroegen: beste burgemeester, hoe kan ik helpen? Ook tijdens andere crises gebeurt dat. Iemand bood me zijn huis aan om Oekraïense vluchtelingen op te vangen – hij had het toch niet nodig, schreef hij. En na de aardbeving in Turkije zat ik aan de telefoon voor Giro555. Het was amper bij te houden, zó veel mensen belden.’ ‘De kerntaak van burgemeesters is het gemeenschappelijke te benoemen, behartigen en bevorderen. Je staat immers boven de partijen. Geloof en vertrouwen in het goede burgerschap van mensen, óók als er geen grote gebeurtenissen spelen, is daarbij essentieel. Mensen zoeken elkaar van nature op, ze organiseren dingen. Het is aan bestuurders en hulpverleners met deze groepen mensen in contact te blijven.’ ‘Maak mensen dan ook onderdeel van de oplossing, niet van het probleem. Zorg ervoor dat zij niet in de verdediging gedwongen worden. Houd een dialoog van verschillende groepen in stand. Dan ontstaat veerkracht vanzelf. Die veerkracht van mensen bepaalt wederom de veerkracht van wijken en daarmee van de samenleving. Als je ziet hoeveel vrijwilligers we in Nederland hebben, hoeveel projecten ze opstarten om te helpen, hoeveel mensen in tijden van nood met anderen meeleven… Dat vind ik het echte beeld van Nederland.‘ ‘Job Cohen nam ooit het voortouw. Na de moord op Theo van Gogh ontstond een explosieve cocktail van onrust en spanning. Maar een groeiend aantal mensen liet zich niet uit elkaar spelen en zocht naar verdraagzaamheid en tolerantie. Wat de doorslag gaf, was dat bestuurders naast die maatschappelijke initiatieven gingen staan. Cohen bezocht alle geloofsgemeenschappen in de stad om te kijken hoe zij konden bijdragen aan vrede en welzijn van Amsterdammers. Daaruit ontstond het draaiboek Vrede, dat nog steeds cruciaal is in het veiligheidsbeleid. Het zorgt ervoor dat bestuurders alle sleutelfiguren in de wijken kennen. Je moet elkaars emoties en woede begrijpen! Dáár ligt de taak van de overheid.’ Na een lidmaatschap van 6 jaar nam Ahmed Marcouch afgelopen maand afscheid van het dagelijks bestuur van het NIPV. Bekijk meer verhalen van toonaangevende mensen binnen de risico- en crisisbeheersing op onze website 👉 https://lnkd.in/en6wuwNu

    • Ahmed Marcouch zegt in zijn foto: 'Er zit intens veel kracht in de maatschappij'.
  • 'We hebben te maken met extreme droogte en extreme regenval. Dat vraagt om andere combinaties van maatregelen,' zei Maarten van Aalst, hoofddirecteur van het KNMI - Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut, tijdens het congres Veerkrachtige Crisisbeheersing van het NIPV. 'Natuurbranden zijn ook een goed voorbeeld van een nieuw risico. We moeten het bewustzijn vergroten dat dat iets is waar we met z'n allen een uitdaging hebben. En dat moeten we vertalen naar wat burgers zelf kunnen doen.' 'Gemiddeld genomen vinden veel burgers nog steeds dat de overheid alles voor ze moet regelen. Maar dat gaat niet meer lukken. Stel dat de hele Randstad overstroomt, dan kunnen die mensen niet in één keer worden geëvacueerd. Dus zullen ze het een paar dagen moeten kunnen volhouden.' 'Dat bewustzijn vergroten en het inspelen op nieuwe risico’s is natuurlijk iets wat wij als KNMI niet alleen kunnen doen. Dus wat bij ons echt veranderd is, is dat we bijvoorbeeld met het NIPV en andere kennisinstituten aan tafel zitten.' Tijdens dit congres werd het boek ‘De veerkracht van Nederland’ voor het eerst overhandigd. Van Aalst bepleit in dit boek dat we moeten werken aan versterkte ketens waarbij het KNMI optreedt als early warning centre. 'Waar het om gaat, is dat onze waarschuwingen specifiek bij groepen afnemers landen die van belang zijn voor de veiligheid. Met die afnemers moet tweerichtingsverkeer op gang komen.'   'Wat je zou willen, is dat wij een verwachting maken dat er met een zekere waarschijnlijkheid over een week veel regen kan vallen. Ook als die kans maar 20% is, kan dat voor een waterschap reden zijn om bassins leeg te pompen om meer ruimte te hebben voor de opslag van water. Vervolgens moeten wij van het waterschap terugkrijgen hoeveel regenval nog een probleem voor hen is. Daardoor kunnen wij 12 uur van tevoren, als er nog steeds heel veel regen op ons afkomt, beter beoordelen hoe groot het risico is en welke waarschuwing we aan het publiek moeten geven. Die ketens hebben we nodig met waterschappen, maar ook met veiligheidsregio’s.' Wil je je verder verdiepen? Dat kan via de masterclass Veerkracht: https://lnkd.in/gxxXkcA9

  • 'In het brandweeronderwijs kunnen we met Augmented Reality (AR) grenzen verleggen. AR is namelijk in potentie een stuk realistischer dan Virtual Reality (VR), wat we al jaren gebruiken in de opleidingen.' Eric Didderen implementeert al sinds 2002 innovatieve middelen in brandweeronderwijs. 'VR heeft al veel positieve resultaten geboekt, maar we zien kansen: met een VR-bril zie je een virtuele wereld, maar met een AR-bril kijk je gewoon om je heen in de omgeving waar je bent. We gaan nu met een NIPV-breed team als een van de eersten in Europa binnen het brandweeronderwijs experimenteren met de nieuwe AR-bril.' 'In opleidingen tot Officier van Dienst, Hoofd Officier van Dienst en Adviseur Gevaarlijke Stoffen oefenen we situaties op dit moment op verschillende manieren. We gebruiken PowerPoints met plaatjes, fysieke oefeningen met vlambordjes en lichtslangen die vuur voorstellen. We simuleren incidenten ook met VR. Dan zet een cursist een VR-bril op om in een virtuele wereld te oefenen. Maar de beste manier is natuurlijk om fysiek een echte situatie na te bootsen. Dat doen we ook, in speciale oefencentra met bijvoorbeeld rollenspelers. Maar vuur maken, ook voor trainingsdoeleinden, is wel schadelijk voor het milieu.' 'Met AR zie je in de omgeving waar je je op dat moment bevindt gesimuleerde onderdelen. Zo kunnen we een brand in beeld projecteren. Dat is beter voor de omgeving en ook gezonder om in te werken. Dat geldt voor cursisten en zeker ook voor trainers en rollenspelers die veelvuldig in een fysieke oefenomgeving werken. Ik hoop dat de inzet van AR uiteindelijk ook voor lagere kosten kan zorgen. Omdat we met AR niet een hele virtuele omgeving hoeven te maken, zoals bij VR. En omdat we bijvoorbeeld ook niet meer brandweervoertuigen hoeven te huren voor oefeningen.' 'Niet alleen in praktijkonderwijs experimenteert het NIPV trouwens met AR. Ook bij theorie kan AR kennisoverdracht verbeteren. Bijvoorbeeld met 3D-modellen, infographics en virtuele real-world demonstraties. Collega’s gaan hiermee testen in kleinschalige lessituaties.' 'Voor het praktijkonderwijs verwacht ik dat we met AR realistisch kunnen oefenen met vuur, rookontwikkeling en omgevingsgeluiden zonder dat echt vuur nodig is. AR lijkt dus voordelig, maar er zijn uitdagingen. Kan je bijvoorbeeld met de AR-bril op voldoende om je heen kijken? Hoe gaat de AR-bril om met harde regen of veel zonneschijn? We kiezen bewust voor experimenten om ervaring op te doen. Het belangrijkste daarbij is dat een cursist een zo goed mogelijke opleiding krijgt. Wij als opleidingsinstituut gebruiken hulpmiddelen om dat te bevorderen, want innovatieve onderwijsmethoden in het veiligheidsdomein hebben zeker toegevoegde waarde. Hoe precies, dat gaan we nu ervaren.'

    • 'Met de nieuwe Augmented reality bril van Apple kunnen we volop experimenteren in het brandweeronderwijs'

Vergelijkbare pagina’s

Door vacatures bladeren