Tussen wetenschap en wandelgangen beschrijft de ontwikkelingen in de Nederlandse archeologie in d... more Tussen wetenschap en wandelgangen beschrijft de ontwikkelingen in de Nederlandse archeologie in de afgelopen vijftig jaar (1971-2020) tegen de achtergrond van het sinds 1971 jaarlijks gehouden congres: de Reuvensdagen.
Het is een halve eeuw met ingrijpende veranderingen in het bestel in Nederland, de bescherming en het onderzoek van archeologische vindplaatsen, de omvang van de beroepsgroep en de aard van de instellingen die het archeologische werk uitvoeren. Zijn de jaren zeventig nog te beschouwen als verlengstuk van het naoorlogse bestel, gedomineerd door de universitaire instituten en de Rijksdienst, de archeologische praktijk in de 21ste eeuw wordt bepaald door ‘Malta’ en een bestel waarin commerciële uitvoerders de hoofdrol spelen.
Er zijn meer mensen werkzaam in de Nederlandse archeologie, er gaat meer geld in om, er wordt meer opgegraven dan ooit. De archeologische gemeenschap is gegroeid maar ook versnipperd geraakt; het werk staat dichter bij de maatschappij maar is ook gebureaucratiseerd. Toch is het doel van het onderzoek hetzelfde als in 1971: het vertellen van betekenisvolle verhalen over het verleden op basis van vondsten en sporen.
English abstract
This book describes the developments in Dutch archaeology between 1971 and 2020, seen against the background of the annual congress “The Reuvensdagen”. It shows how the archaeological field in this country has vastly expanded, changing its nature, internal relationships and importance for society, while never losing its main perspective: providing a meaningful narrative of the past, based on finds and features.
Bang voor mooi weer. Oorlogssporen in Leiden en omgeving, 2020
In Leiden en omgeving zijn nog steeds veel plekken te vinden met zichtbare sporen uit de Tweede W... more In Leiden en omgeving zijn nog steeds veel plekken te vinden met zichtbare sporen uit de Tweede Wereldoorlog. Het gaat niet alleen om (resten van) bunkers, loopgraven en tankgrachten, maar ook om oorlogsschade op bomen of gebouwen en andere littekens in de stad. Op andere plekken is in de oorlogsjaren iets bijzonders gebeurd zonder een spoor na te laten. Ooggetuigenverslagen of foto’s kunnen deze verborgen oorlogsgeschiedenis zichtbaar maken. Het zijn vaak bekende plekken waar je met andere ogen naar kijkt, zodra je weet wat zich daar in de oorlog heeft afgespeeld.
Elk jaar in september kleuren de straten van Oosterbeek paars door de Airborne-vlaggen en worden ... more Elk jaar in september kleuren de straten van Oosterbeek paars door de Airborne-vlaggen en worden de gevallenen herdacht. Steeds vaker gebeurt dat met persoonlijke boodschappen die worden achtergelaten op graven en op andere plekken. Wie laten die berichten achter en wat vertellen ze ons?
Tussen wetenschap en wandelgangen beschrijft de ontwikkelingen in de Nederlandse archeologie in d... more Tussen wetenschap en wandelgangen beschrijft de ontwikkelingen in de Nederlandse archeologie in de afgelopen vijftig jaar (1971-2020) tegen de achtergrond van het sinds 1971 jaarlijks gehouden congres: de Reuvensdagen.
Het is een halve eeuw met ingrijpende veranderingen in het bestel in Nederland, de bescherming en het onderzoek van archeologische vindplaatsen, de omvang van de beroepsgroep en de aard van de instellingen die het archeologische werk uitvoeren. Zijn de jaren zeventig nog te beschouwen als verlengstuk van het naoorlogse bestel, gedomineerd door de universitaire instituten en de Rijksdienst, de archeologische praktijk in de 21ste eeuw wordt bepaald door ‘Malta’ en een bestel waarin commerciële uitvoerders de hoofdrol spelen.
Er zijn meer mensen werkzaam in de Nederlandse archeologie, er gaat meer geld in om, er wordt meer opgegraven dan ooit. De archeologische gemeenschap is gegroeid maar ook versnipperd geraakt; het werk staat dichter bij de maatschappij maar is ook gebureaucratiseerd. Toch is het doel van het onderzoek hetzelfde als in 1971: het vertellen van betekenisvolle verhalen over het verleden op basis van vondsten en sporen.
English abstract
This book describes the developments in Dutch archaeology between 1971 and 2020, seen against the background of the annual congress “The Reuvensdagen”. It shows how the archaeological field in this country has vastly expanded, changing its nature, internal relationships and importance for society, while never losing its main perspective: providing a meaningful narrative of the past, based on finds and features.
Bang voor mooi weer. Oorlogssporen in Leiden en omgeving, 2020
In Leiden en omgeving zijn nog steeds veel plekken te vinden met zichtbare sporen uit de Tweede W... more In Leiden en omgeving zijn nog steeds veel plekken te vinden met zichtbare sporen uit de Tweede Wereldoorlog. Het gaat niet alleen om (resten van) bunkers, loopgraven en tankgrachten, maar ook om oorlogsschade op bomen of gebouwen en andere littekens in de stad. Op andere plekken is in de oorlogsjaren iets bijzonders gebeurd zonder een spoor na te laten. Ooggetuigenverslagen of foto’s kunnen deze verborgen oorlogsgeschiedenis zichtbaar maken. Het zijn vaak bekende plekken waar je met andere ogen naar kijkt, zodra je weet wat zich daar in de oorlog heeft afgespeeld.
Elk jaar in september kleuren de straten van Oosterbeek paars door de Airborne-vlaggen en worden ... more Elk jaar in september kleuren de straten van Oosterbeek paars door de Airborne-vlaggen en worden de gevallenen herdacht. Steeds vaker gebeurt dat met persoonlijke boodschappen die worden achtergelaten op graven en op andere plekken. Wie laten die berichten achter en wat vertellen ze ons?
The hills overlooking the north flank of the Rhine valley in the Netherlands are dotted with hund... more The hills overlooking the north flank of the Rhine valley in the Netherlands are dotted with hundreds of prehistoric burial mounds. Only a few of them were ever investigated by archaeologists, and even nowadays the many barrows preserved in the extensive forests of the Utrechtse Heuvelrug are the oldest visible witnesses of a remote, but largely unknown prehistoric past. In 2006, a team of archaeologists of the Ancestral Mounds project of Leiden University set out to investigate these age-old monuments. Parts of two neighbouring mounds at Elst, in the municipality of Rhenen, were excavated, and numerous finds collected by amateur archaeologists were retrieved and studied. As a result, the research team was able to reconstruct the formation and histories of this barrow landscape from 2000 BC onwards. Contrary to what was initially thought, the Elst barrows appeared not to have been situated within a separate ceremonial landscape, but were rather closely linked with the world of daily living. Throughout the Bronze Age and Iron Age, people had been ‘living near the dead’.
The finds discussed in this book include a rare example of an Early Bronze Age burial mound, examples of pottery deposition, remains of a Middle Bronze Age ‘Hilversum– Period’ settlement and many indications for mundane and ritual uses of the barrows in the later Iron Age.
Battlefields are multilayered and meaningful places. Last decades an increasing interest is seen ... more Battlefields are multilayered and meaningful places. Last decades an increasing interest is seen among archaeologists to investigate these places. On these battlefields they are likely to meet a wide range of people. Not in the last place relatives of soldiers who fought or even died there. These relatives consider these fields to be a place of memory and mourning. Battlefields are also considered potentially dangerous places because of the possible presence of unexploded ordnance. Clearing these war relics can be in conflict with the emotional meaning or research potential of battle fields. Moreover, battle fields are intensively visited by metaldetectorists hunting for war relics. Among all these people are also the battlefield tourists, who want to visit, see and feel the places where it all happened. What is the position of the archaeologists in this field of possibly conflicting meanings. How are archaeologists to reckon with the highly emotional meaning of this places. Can emotion be a reason to do archaeological research, or on the contrary: a reason to refrain from research? The aim of the session is to investigate best practices of archaeological approaches towards metaldetecting on battlefields. Ultimate goal would be to formulate a set of 'rules of engagement' towards metaldetectorists.
Journal of Community Archaeology & Heritage, 3:1, 22-39
While we were preparing another paper, w... more Journal of Community Archaeology & Heritage, 3:1, 22-39
While we were preparing another paper, we were surprised not to find an existing peer-reviewed overview of the Dutch development of conflict archaeology. Though a vast number of publications, theoretical debates and conferences on this topic does exist, nothing has appeared in academic journals. We argue that Dutch archaeology of modern conflict is primarily a community-driven development and that this is the cause for the current gap. To set the record straight we provide a review of this development up to 2015 and we argue that conflict archaeology might be the best example of community archaeology in the Netherlands yet because it started with the public. To illustrate how the results of conflict archaeology in archaeological heritage management can have an impact on local, national and army communities, we discuss the case of the 1940 battlefield ‘Grebbeberg Mount’.
Uploads
Books by Ruurd Kok
Het is een halve eeuw met ingrijpende veranderingen in het bestel in Nederland, de bescherming en het onderzoek van archeologische vindplaatsen, de omvang van de beroepsgroep en de aard van de instellingen die het archeologische werk uitvoeren. Zijn de jaren zeventig nog te beschouwen als verlengstuk van het naoorlogse bestel, gedomineerd door de universitaire instituten en de Rijksdienst, de archeologische praktijk in de 21ste eeuw wordt bepaald door ‘Malta’ en een bestel waarin commerciële uitvoerders de hoofdrol spelen.
Er zijn meer mensen werkzaam in de Nederlandse archeologie, er gaat meer geld in om, er wordt meer opgegraven dan ooit. De archeologische gemeenschap is gegroeid maar ook versnipperd geraakt; het werk staat dichter bij de maatschappij maar is ook gebureaucratiseerd. Toch is het doel van het onderzoek hetzelfde als in 1971: het vertellen van betekenisvolle verhalen over het verleden op basis van vondsten en sporen.
English abstract
This book describes the developments in Dutch archaeology between 1971 and 2020, seen against the background of the annual congress “The Reuvensdagen”. It shows how the archaeological field in this country has vastly expanded, changing its nature, internal relationships and importance for society, while never losing its main perspective: providing a meaningful narrative of the past, based on finds and features.
Op andere plekken is in de oorlogsjaren iets bijzonders gebeurd zonder een spoor na te laten. Ooggetuigenverslagen of foto’s kunnen deze verborgen oorlogsgeschiedenis zichtbaar maken. Het zijn vaak bekende plekken waar je met andere ogen naar kijkt, zodra je weet wat zich daar in de oorlog heeft afgespeeld.
Papers by Ruurd Kok
Het is een halve eeuw met ingrijpende veranderingen in het bestel in Nederland, de bescherming en het onderzoek van archeologische vindplaatsen, de omvang van de beroepsgroep en de aard van de instellingen die het archeologische werk uitvoeren. Zijn de jaren zeventig nog te beschouwen als verlengstuk van het naoorlogse bestel, gedomineerd door de universitaire instituten en de Rijksdienst, de archeologische praktijk in de 21ste eeuw wordt bepaald door ‘Malta’ en een bestel waarin commerciële uitvoerders de hoofdrol spelen.
Er zijn meer mensen werkzaam in de Nederlandse archeologie, er gaat meer geld in om, er wordt meer opgegraven dan ooit. De archeologische gemeenschap is gegroeid maar ook versnipperd geraakt; het werk staat dichter bij de maatschappij maar is ook gebureaucratiseerd. Toch is het doel van het onderzoek hetzelfde als in 1971: het vertellen van betekenisvolle verhalen over het verleden op basis van vondsten en sporen.
English abstract
This book describes the developments in Dutch archaeology between 1971 and 2020, seen against the background of the annual congress “The Reuvensdagen”. It shows how the archaeological field in this country has vastly expanded, changing its nature, internal relationships and importance for society, while never losing its main perspective: providing a meaningful narrative of the past, based on finds and features.
Op andere plekken is in de oorlogsjaren iets bijzonders gebeurd zonder een spoor na te laten. Ooggetuigenverslagen of foto’s kunnen deze verborgen oorlogsgeschiedenis zichtbaar maken. Het zijn vaak bekende plekken waar je met andere ogen naar kijkt, zodra je weet wat zich daar in de oorlog heeft afgespeeld.
The finds discussed in this book include a rare example of an Early Bronze Age burial mound, examples of pottery deposition, remains of a Middle Bronze Age ‘Hilversum– Period’ settlement and many indications for mundane and ritual uses of the barrows in the later Iron Age.
While we were preparing another paper, we were surprised not to find an existing peer-reviewed overview of the Dutch development of conflict archaeology. Though a vast number of publications, theoretical debates and conferences on this topic does exist, nothing has appeared in academic journals. We argue that Dutch archaeology of modern conflict is primarily a community-driven development and that this is the cause for the current gap. To set the record straight we provide a review of this development up to 2015 and we argue that conflict archaeology might be the best example of community archaeology in the Netherlands yet because it started with the public. To illustrate how the results of conflict archaeology in archaeological heritage management can have an impact on local, national and army communities, we discuss the case of the 1940 battlefield ‘Grebbeberg Mount’.
http://www.tandfonline.com/doi/full/10.1080/20518196.2015.1123889