plompverloren
Uiterlijk
- Geluid: plompverloren (hulp, bestand)
- IPA: /plɔmpvər'lorə(n)/
- plomp·ver·lo·ren
- In de betekenis van ‘bijwoord van hoedanigheid: halsoverkop’ voor het eerst aangetroffen in 1559 [1]
- samenstelling van plomp bn en verloren ww [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | plompverloren | plompverlorener | plompverlorenst |
verbogen | plompverlorenste | ||
partitief | plompverlorens | plompverloreners | - |
plompverloren [3]
- ineens zonder dat je het zag aankomen, zonder dat er een aanleiding toe was, zonder context
- En dus kiest de AB voor de vlucht vooruit onder het motto ‘verhalend programmeren’. ‘Een verhaal als de viering van honderd jaar jazz laat ons toe om in de diepte te gaan’, zegt Overbergh. ‘Een concertorganisator weet op den duur wel wat werkt en wat niet, maar wie zijn artiestenbestand wil vernieuwen moet ook uit zijn comfortzone treden. Nu kunnen we de Angelsaksische popgroepjes met één hitje uit de AB Club shotten en daar de nieuwlichters van de Londense jazz zetten. Anders zouden die daar misschien plompverloren lijken, nu passen ze in ons breder verhaal.’ [4]
- Vakantievertier. Dat is voor veel jongeren kamperen en uit je dak gaan op Terschelling of in Renesse. Wie nog te jong is, bouwt steeds vaker zijn eigen feestje in een weiland. Ze staan zomaar plompverloren ergens midden in een weiland. In Rossum, Denekamp, Tubbergen, Delden of waar ook in Twente. Een grote oude leger- of bungalowtent of wat kleinere puptentjes. En vrijwel altijd in combinatie met een of twee partytenten als feestelijk middelpunt. [5]
- Het woord plompverloren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "plompverloren" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
74 % | van de Vlamingen.[6] |
- ↑ "plompverloren" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ plompverloren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Standaard WOENSDAG 6 SEPTEMBER 2017
- ↑ Tubantia Alphons Weierink 20-juli-17
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 13
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 97 %
- Prevalentie Vlaanderen 74 %