Naar inhoud springen

klamper

Uit WikiWoordenboek
De printervriendelijke versie wordt niet langer ondersteund en kan weergavefouten bevatten. Werk uw browserbladwijzers bij en gebruik de gewone afdrukfunctie van de browser.
  • klam·per
enkelvoud meervoud
naamwoord klamper klampers
verkleinwoord

de klamperm

  1. (dierkunde) benaming roofvogels die overdag jagen zoals sperwers, haviken en wouwen
termen uit de ornithologie:
44 % van de Nederlanders;
51 % van de Vlamingen.[3]