Naar inhoud springen

weerhaan

Uit WikiWoordenboek
Versie door Snorrebot (overleg | bijdragen) op 27 mrt 2024 om 08:35 (top: lidwoord voor trefwoord; doorloop 2.1)
Een weerhaan
  • weer·haan
enkelvoud meervoud
naamwoord weerhaan weerhanen
verkleinwoord weerhaantje weerhaantjes

weerhaan m [2]

  1. (meteorologie) windwijzer in de gedaante van een haan
  2. iemand die met alle winden meewaait en voortdurend zijn standpunt wijzigt; een onstandvastig, wispelturig persoon; een huichelaar; een meeloper, een draaikont
82 % van de Nederlanders;
82 % van de Vlamingen.[3]