neger
Uiterlijk
- ne·ger
- van Portugees negro "zwart", cognaat met Frans nègre en Engels negro.
- In de oudste historische bronnen vrijwel uitsluitend in de betekenis van ‘Afrikaanse slaaf’, sinds jaar 1644 [1][2][3].
- [2] Vanaf de 18e eeuw ook verwijzend naar de nakomelingen van de Afrikaanse slaven.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | neger | negers |
verkleinwoord | negertje | negertjes |
neger m
- Sjabloon:volkenkunde persoon uit Afrika bezuiden de Sahara
- ▸ welcke Vreede by die vande andere zijde versocht is, door dien zy-luyden geen minerael konden, krygen als met de Negros, die onse Onderdanen alreede met groote meenichte derwaerts naer toe senden, ende zy luyden alrede selver met groote meenichte in alle vrientschap komen halen: soo dat alhier met de laeste Vloote van Rio de Genero, al eenighe duysent Stucken van achten aenghekomen zijn, ende yeder Neger gelt aldaer 200 Stucken van achten,[4]
- ▸ Item oock naederhandt op den 10 February als wanneer uyt d'opperhooffden van dien verstonden, dat deselve omtrent de cust van Brasil op omtrent 12 graden Z.breete een Portugese neger prijs (comende van Angola ende tenderende nae de bay tote la Santoes) genomen hadden met over de 500 slaven ende slavinnen, daeruyt gelight 250 stucx, hebbende de rest met het Portugees schip, dat oudt ende onbequaem was, laten varen;[5]
- ▸ Dese Rovers waren, om dat sy weynig Prijsen namen, seer insolent, en hadden uyt een Engels Schip, hier van Lissabon gekomen, een Neger en een Italiaen', die op dat Schip in dienst waren, geligt.[6]
- (extensie) persoon wiens voorouders (gedeeltelijk of volledig) uit Afrika bezuiden de Sahara afkomstig zijn, hebbende een donkere huidskleur en eventueel, zwart kroeshaar
- ▸ HAITI (op St. Domingo) den 20 Januarij. De Koffijoogst valt niet zeer voordeelig uit, en dat artikel begint hier te rijzen, wanneer men bedenkt, dat dit gedeelte des Eilands niet boven de 4 millioenen ponden Koffij opbrengt, en in dit oogenblik slechts 5 Schepen zeilree liggen, die circa twee millioen ponden in lading hebben. Wel verre dat de bebouwing der Koffij in dit gedeelte des Eilands zou toenemen. neemt dezelve af, daar ieder Neger, die voorheen door Christoph, (Koning Henrik) met geweld tot den arbeid gedwongen werd, thans lui en liever van Vruchten leeft.[7]
- Afrikanen met een donkere huidskleur, die in Europa vóór de transatlantische slavenhandel gevestigd waren, werden van oudsher moor/Moor genoemd.
- Vanaf het laatste kwart van de 20e eeuw hebben steeds meer mensen bezwaar tegen het gebruik van het woord "neger", omdat het veel is gebruikt in teksten met een racistische inslag en vanwege de slavernij-associatie van het Amerikaanse "negro". Vaak wordt dan als alternatief zwarte zn gebruikt of een afleiding met het voorvoegsel afro-. [10]
1. iemand met een van nature zeer donkere huid
vervoeging van |
---|
negeren |
négeren
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van negeren
- Ik neger.
- gebiedende wijs van negeren
- Neger!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van negeren
- Neger je?
- Het woord neger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "neger" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[11] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ neger op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "neger" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron Copye vande Vrede, dewelcke gemaeckt is tusschen de Onderdanen vanden Koningh van Hispangien, ende den Koningh van Portugael, by die van Rio Plato, ende die van Angola., no. 52, Broer Jansz, Amsterdam in: Tijdinghe uyt verscheyde quartieren (24-12-1649), p. 2.
- ↑ Weblink bron Jan van Riebeeck“Dagverhaal”, 1652-1662, ed. Historisch Genootschap, Utrecht (1884-1893), p. 364.
- ↑ Weblink bron Italien in: Oprechte Haerlemsche courant, Haerlem (23-02-1723), p. 1.
- ↑ Weblink bron Noord-America in: Leydse courant, Leyden (03-04-1822), p. 1.
- ↑ blz 36. Zoete mond
Door Thomas Rosenboom
Uitgegeven door Querido, 2009 ISBN 9789021437163 - ↑ Eerste regel van een kinderversje
- ↑ Weblink bron Olaf Heyblom“Racisme in ons taalgebruik: ‘Witte Nederlanders moeten elkaar corrigeren’” (24 juni 2020) op parool.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %