welsprekendheid: verschil tussen versies
Uiterlijk
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
k →top: lidwoord voor trefwoord; doorloop 2.4 |
||
Regel 6: | Regel 6: | ||
*wel·spre·kend·heid |
*wel·spre·kend·heid |
||
{{-etym-}} |
{{-etym-}} |
||
*afgeleid van [[welsprekend]] {{suff|nld|-heid}} |
*afgeleid van [[welsprekend]] {{suff|nld|-heid}}{{wnt-r|M085324}} |
||
{{-nlnoun-|{{pn}}|-|-|-}} |
{{-nlnoun-|{{pn}}|-|-|-}} |
||
{{-noun-|nld}} |
{{-noun-|nld}} |
||
{{-l-|f}} |
|||
'''{{pn}}''' {{f}} {{wnt-r|M085324}} |
|||
#vermogen om als spreker overtuigend over te komen |
#vermogen om als spreker overtuigend over te komen |
||
{{citeer|boek|jaar=2020|auteur=Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)|titel=De tweede doodzonde|isbn=9789044645149|uitgever=Uitgeverij Prometheus|taal=nl| citaat= De welsprekendheid stroomde uit hem, hij had echt een buitengewoon goed humeur, was bijna euforisch. }} |
{{citeer|boek|jaar=2020|auteur=Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)|titel=De tweede doodzonde|isbn=9789044645149|uitgever=Uitgeverij Prometheus|taal=nl| citaat= De welsprekendheid stroomde uit hem, hij had echt een buitengewoon goed humeur, was bijna euforisch. }} |
Huidige versie van 31 mrt 2024 om 10:13
- wel·spre·kend·heid
- afgeleid van welsprekend met het achtervoegsel -heid[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | welsprekendheid | - |
verkleinwoord | - | - |
de welsprekendheid v
- vermogen om als spreker overtuigend over te komen
- ▸ De welsprekendheid stroomde uit hem, hij had echt een buitengewoon goed humeur, was bijna euforisch.[2]
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord welsprekendheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044645149