Naar inhoud springen

Zwartkopplevier

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Thinornis cucullatus)
Zwartkopplevier
IUCN-status: Kwetsbaar[1] (2016)
Zwartkopplevier
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Aves (Vogels)
Orde:Charadriiformes (Steltloperachtigen)
Familie:Charadriidae (Kieviten en plevieren)
Geslacht:Charadrius
Soort
Charadrius cucullatus
Vieillot, 1818
Verspreiding van de zwartkopplevier
Synoniemen

Thinornis cucullatus

Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Zwartkopplevier op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Vogels

De zwartkopplevier (Charadrius cucullatus) is een vogel uit de familie van de kieviten en plevieren (Charadriidae). Het is een kwetsbare endemische soort in Australië. De vogel werd in 1818 door Louis Pierre Vieillot geldig beschreven.

De vogel is 19 tot 23 cm lang, gemiddeld 2 cm langer dan de bontbekplevier uit Europa. De vogel heeft relatief korten poten. Van boven is de vogel zwart, met een onderbroken donkere band richting de borst. Het zwart op de rug gaat geleidelijk over in grijs. De kop is ook zwart met achter op de nek een witte vlek. De borst en de buik zijn wit. Opvallend is een rode ring rond het oog. De snavel is oranjerood met een zwarte punt en de poten zijn dof oranje-roze. Er is geen verschil tussen de seksen in verenkleed.[2]

Verspreiding en leefgebied

[bewerken | brontekst bewerken]

Deze soort is endemisch in zuidelijk Australië. Het belangrijkste leefgebied wordt gevormd door zandige stranden aan de zuidkust met plakkaten aangespoeld zeewier. In West-Australië wordt de vogel ook waargenomen langs zoutmeren in het binnenland. Bij voorkeur broedt de vogel ook op vlakke zandstranden.[1]

De grootte van de populatie werd in 2016 door BirdLife International geschat op 7000 volwassen individuen en de populatie-aantallen nemen af. Het broedgebied wordt aangetast door strandrecreatie, loslopende honden en dagjesmensen die met terreinauto's over de stranden rijden waardoor verstoring optreedt en het broedsucces laag blijft. Loslopend vee is om dezelfde reden een probleem. Om deze redenen staat deze soort als kwetsbaar op de Rode Lijst van de IUCN.[1]