Naar inhoud springen

Sint-Servaasbasiliek (Grimbergen)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Sint-Servaasbasiliek
Achteraanzicht Sint-Servaasbasiliek
Achteraanzicht Sint-Servaasbasiliek
Plaats Grimbergen
Gewijd aan Sint Servatius
Coördinaten 50° 56′ NB, 4° 22′ OL
Gebouwd in 1660 - 1700
Architectuur
Architect(en) Gilbertus van Zinnik
Bouwmateriaal Brabantse zandsteen
Stijlperiode Barok
Afmeting 60 m lang, koepel 45 m hoog
Toren 58 m hoog
Klokkentoren Beiaard
Koor Lang priesterkoor met toren
Schip Slechts twee traveeën
Interieur
Preekstoel Een werk van Hendrik Frans Verbrugghen
Altaar Een werk uit 1701 van Frans Langhemans met centraal de Hemelopneming van Maria
Diverse Barokke biechtstoelen van Willem Kerrickx of Hendrik Frans Verbrugghen
Officiële website
Portaal  Portaalicoon   Christendom

De Sint-Servaasbasiliek is een barokkerk in de Belgische plaats Grimbergen (provincie Vlaams-Brabant). De basiliek wordt beschouwd als een van de mooiste en meest harmonieuze barokkerken in de Lage Landen.[bron?] De kerk maakt deel uit van de norbertijnerabdij van Grimbergen en doet tevens dienst als parochiekerk. In 1999, op het hoogfeest van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria, werd aan de kerk de eretitel van basiliek verleend.

Na de godsdienstoorlogen brak er met het doordachte beleid van Albrecht en Isabella (1598 - 1621) een rustige en voorspoedige periode aan in de Zuidelijke Nederlanden. Dit liet de Norbertijnengemeenschap toe een nieuwe kerk te bouwen onder het abbatiaat van Carolus Fernandez de Velasco. In 1660 werd de bouw aangevat van de abdijkerk volgens de plannen van de norbertijn Gilbertus van Zinnik (1627 - 1665). Het gebouw werd opgetrokken in een triomfantelijke en feestelijke barokstijl die tevens getuigt van de geest van het Concilie van Trente (1545-1563) en de Katholieke Reformatie. In 1700 waren de werken dermate gevorderd dat de kerk kon worden ingewijd.

De kerk bestaat uit een lang priesterkoor met toren, een transept met halfrond gesloten armen en een slechts twee traveeën tellend schip. In 1725 was het geld voor verdere constructie opgebruikt en heeft men een stopgevel geplaatst. De kerk had normaal twee traveeën langer moeten worden. De kruising wordt bekroond door een koepeltoren.

Vooraanzicht Sint-Servaasbasiliek
Zijaanzicht Sint-Servaasbasiliek

Op 10 februari 1993 brak er een korte maar hevige brand uit in de abdijkerk waardoor twee schilderijen en drie beelden van de biechtstoel totaal vernietigd werden. De beelden werden vervangen, maar de twee schilderijen (de Aankondiging van Theodoor Van Loon en de Verrijzenis van Godfried Maes) gingen definitief verloren.

Altaar van de Heilige Doodsstrijd

[bewerken | brontekst bewerken]
In de linker dwarsbeuk

Dit altaar dateert van 1732 en vertoont een sterke gelijkenis met het Servatiusaltaar aan de overkant. De voorwerpen en afbeeldingen verwijzen naar het lijden van Jezus van Nazareth en de medaillons stellen de vier evangelisten voor. De medaillons boven de deuren bevatten een Ecce Homo en een Mater Dolorosa, terwijl in de paneelovalen de Arma Christi te zien zijn: het zwaard, de haan, het kruis, de spons, de spijkers, dobbelstenen en andere voorwerpen in verband met de passie van Christus te zien zijn.

Onze-Lieve-Vrouwekoor

[bewerken | brontekst bewerken]
Links van het hoofdaltaar

Koor en hoofdaltaar

[bewerken | brontekst bewerken]
Koorgestoelte
Hoofdaltaar
Detail Verrijzenismonument
Epitaaf van John Lesley, bisschop van Ross
  • Het Verrijzenismonument of Praalgraf van de abten, waar de dood (een skelet) en de tijd (oude man met baard en vleugels) tonen hoe vergankelijk het leven is. Uit de spreuk COMPUTRESCENT SED RESURGENT blijkt dat abt Herman De Munck dit monument in 1710 (MDCCVV) liet plaatsen.
  • Epitaaf van John Lesley, bisschop van Ross (†1596) Gezet in de noordelijke muur van het koor, aan de rechter kant van de deur die opent tussen het koor en het altaar. Het werd besteld in 1597 door zijn neef om de eerste verjaardag van zijn dood te herdenken.

Sint-Norbertuskoor

[bewerken | brontekst bewerken]
Sint-Norbertusaltaar
Rechts van het hoofdaltaar

Altaar van Sint-Servaas

[bewerken | brontekst bewerken]
Sint-Servaasaltaar
In de rechter dwarsbeuk

Dit altaar wordt toegeschreven aan de beeldhouwer-architect Hendrik Frans Verbruggen (1665-1724). Het werd er in 1720 geplaatst en behoort tot hetzelfde type altaar als dat van de Heilige Doodsstrijd en is uitgevoerd in gemarmerd en verguld hout. Het altaar is zeer indrukwekkend opgebouwd en bestaat uit enkele aparte 'bladen'. De Heilige Servaas, patroonheilige van de kerk, wordt er als bisschop van Vlaanderens oudste stad Tongeren afgebeeld met kromstaf en mijter en een draak aan zijn voeten die verwijst naar de ketterij die hij bestreed. Het licht van het ware geloof schijnt op hem vanuit het symbool van de Goddelijke Drie-eenheid.

In de medaillons onderaan vindt men de vier kerkvaders van de Westerse Kerk terug : H. paus Gregorius I, H. Ambrosius, H. Augustinus en H. Hiëronymus.

Hetzelfde soort heiligenmedaillons is verder nog in de beschotten aan weerszijden van het altaar te zien, met de H. Sebastiaan, H. Christoffel, H. Rochus en H. Antonius.

In de zijdeuren bevinden zich relieken van

Communiebanken

[bewerken | brontekst bewerken]

De koren van het hoofdaltaar en van alle zijkapellen werden vroeger afgescheiden van het schip door communiebanken uit 1731. De communiebank bij het hoofdaltaar werd echter tijdens de Tweede Beeldenstorm afgebroken en delen ervan werden herwerkt in het nieuwe volksaltaar, de ambo's en het voetstuk van het Lieve Vrouwebeeld. Ook de communiebanken van het altaar van de Heilige Doodsstrijd en het altaar van Sint-Servatius werden verwijderd. Enkel de communiebanken van het Onze-Lieve-Vrouwe-koor en het Sint-Norbertuskoor bleven gespaard.

Biechtstoelen

[bewerken | brontekst bewerken]
Biechtstoel met beelden van Goddelijke deugden
Detail biechtstoel met personificatie van de Zachtmoedigheid
In de zijbeuken

De vier biechtstoelen zijn mogelijk het werk van Willem Kerricx of Hendrik Frans Verbrugghen en zijn versierd met levensgrote beelden. Ze werden zeker voor 1718 gemaakt en zijn nog van het open type.

Achteraan links vindt men de biechtstoel met Maria centraal en beelden van

Rechts daarvan staat de biechtstoel met God de Vader in het midden van de beelden

  • de Sterkte (glimlachende jonge vrouw uit het Oude Testament, die op een zuiltje steunt),
  • Maria Magdalena (lang haar, geselroed, kruis als teken van boete, reukwerkvaas aan haar voeten, berouwvol opziend),
  • de Verloren Zoon (trog met varken aan zijn voeten) en
  • de Zachtmoedigheid (lam en olijftak van vrede).

Achteraan rechts staat de biechtstoel met de Heilige Geest en de beelden van de Goddelijke deugden:

  • de Hoop (jonge vrouw die op een anker leunt, blikt vertrouwvol ten hemel),
  • het Geloof (vrouw met kruis en kelk met hostie),
  • het Biechtgeheim (vinger op de mond en de sleutels van het biechtgeheim) en
  • de Rechtvaardigheid (weegschaal en het vlammend zwaard van het paradijs = penitentie).

Links daarvan staat de biechtstoel met de Zoon, voorgesteld als Goede Herder met de beelden van

Preekstoel

Deze monumentale preekstoel is een werk van Hendrik Frans Verbruggen. De H.H. Norbertus en Augustinus dragen de kuip die versierd is met afbeeldingen van de kerkvaders (Ambrosius met bijenkorf, Gregorius met duif, Hiëronymus met bazuin) en de symbolen voor de vier evangelisten : een engel voor Mattheüs, een leeuw voor Marcus, een stier voor Lucas en een arend voor Johannes. Tussen Norbertus en Augustinus vinden we de ketter Tanchelm. Achter deze figuren grinnikt een gevleugelde duivel.

Bovenaan vindt men een medaillon met een reliëf van Sint-Servaas, de patroon van de parochiekerk, en op de hoeken vier engeltjes met attributen van de kardinale deugden : een spiegel voor prudentia (voorzichtigheid), een weegschaal voor iustitia (rechtvaardigheid), teugels voor temperantia (gematigdheid) en een zuil voor fortitudo (moed). Bij de trapleuning staan engelen met het Oude en het Nieuwe Testament afgebeeld. In het open boek waar Augustinus in zit te schrijven lezen we "Contra Pelagianos" (tegen de aanhangers van Pelagius, de Britse ketter die het bestaan van de erfzonde had bestreden).

Onze-Lieve-Vrouw van Grimbergen

[bewerken | brontekst bewerken]
Links achteraan in het schip

De Onze-Lieve-Vrouw van Grimbergen is een zittende en gekroonde Madonna met het Kind Jezus op haar schoot met in de hand een duifje. In de volksmond wordt dit beeld O-L-Vrouw onder de toren genoemd omdat in de vroegere kerk het beeld midden in de kerk stond, onder de toren tussen het priesterkoor en het schip van de gelovigen. Het beeld was jarenlang verloren maar werd rond de jaren 1925 op de gewelven teruggevonden en de toenmalige pastoor Daniel Delestré liet het restaureren.

In de kerk bevinden zich verschillende relikwieën. Ze zijn ingewerkt in de altaren of bevinden zich in de zijdeuren van de altaren. Hieronder volgt een onvolledige lijst.

Ten noorden van de kerk werden in 1664 een kleine en grote sacristie gebouwd. Deze werden in 1763 in opdracht van abt Jan-Baptist Sophie verfraaid tot een bijzonder harmonisch rococo-geheel. De grote sacristie is de grootste van België (15,5 m lang, 11 m breed en 6,8 m hoog) met een uniek fresco dat het volledige plafond beslaat. Sint Norbertus wordt er afgebeeld op weg naar de hemel terwijl hij begroet wordt door heiligen, musicerende engelen en engelen die de bij zijn leven passende attributen dragen (monstrans, lelie, mijter en bisschopskruis). De ruimtewerking wordt op een bijzondere wijze geaccentueerd door het perspectief van de geschilderde balustrade rondom het fresco. De schilder van het fresco is onbekend. Tussen de geschilderde balustrade en het wandbeschot vindt men 10 grisailles die allen een tafereel uit het leven van Norbertus weergeven. Bij de restauratie door de Bruggeling Leegenhoek in 1928 vond men in de grisailletekening boven het Lieve-Vrouwebeeld onder het wapenschild van Sint Norbertus de naam BATAIGLE terug. Mogelijk was hij de schilder. In 2008 onderging het fresco nog een restauratiebeurt.

In het wandbeschot zijn nog eens vier schilderijen ingewerkt die aan Lucas Giordano (1632 - 1705) toegeschreven worden : een Geseling, een Ecce Homo, een Kruisoprichting en een Graflegging. Van deze vier zijn misschien alleen de eerste twee originele stukken.

In de jaarspreuk van het tabernakeltje kan men lezen dat de sacristie in 1763 klaar kwam : NOVAE LEGIS SACERDOS ET VICTIMA (MDCCLVVIII, Jezus wordt de priester en het zoenoffer genoemd van de nieuwe wet).

Anno 2006 wordt de sacristie gebruikt als weekkapel. In de westelijke muur van de sacristie bevindt zich de herstelde grafsteen van abt Franco, de elfde abt van de abdij (+ 2 mei 1244). Deze steen kwam pas aan het licht toen kanunnik J. de Meyer op een kleine wenteltrap struikelde en opmerkte dat stukken van een grafsteen verwerkt waren in de treden.

Recent werd de plafondschildering van de sacristie gerenoveerd. Hierdoor werd de sacristie in 2009 genomineerd voor de Vlaamse Monumenten Prijs.

Al in 1540 is er sprake van een orgel dat door abt Frans du Blioul in de abdijkerk werd geplaatst, lang voor de bouw van de huidige abdijkerk. Dat orgel heeft de Beeldenstorm echter niet overleefd.

Het huidige orgel achter in de kerk werd door abt Van Eeckhout in 1745 besteld bij de bekende orgelbouwer Johannes Thomas Forceville. Het bestaande orgel dat in 1615 was aangekocht (een instrument uit 1591) werd hersteld en naar Wemmel overgebracht. Het nieuwe orgel kwam pas in 1751, één jaar na de dood van Forceville, gereed, nadat het door Jean-Baptiste Goynaut was afgewerkt. Het beeld- en houtsnijwerk is van de hand van de Brusselse beeldhouwer Piet Doncker.

In de tweede helft van de achttiende eeuw leek het nieuwe orgel toch niet volledig te voldoen. Daarom liet abt Sophie er een aantal veranderingen in aanbrengen en voorzag het van nog meer versieringen, wat nu nog kan gezien worden aan het wapenschild met zijn devies "Super astra sophia". Het resultaat moet een indrukwekkend orgel geweest zijn, want in 1788 wordt het door Nicolaus Arnoldi Knock vermeld in diens publicatie over de merkwaardigste kerkorgels in de Nederlanden.

Orgel uit 1999 van de hand van Joris Potvlieghe

De ingreep en herstelling in 1910 door de Brusselse orgelbouwer Jean-Emile Kerkhoff is heel wat minder gelukkig geweest. Kerkhoff verbreedde de kast en veranderde het orgel dermate dat eigenlijk enkel de kast overbleef van het Forceville orgel.

Op 24 september 2004 werd het vernieuwde Forceville-orgel na een jarenlange restauratie terug in dienst genomen door organist Kamiel D'Hooghe met werken van Bach, Walther, Vivaldi, Mendelssohn-Bartoldy en Peeters. De restauratie werd uitgevoerd door Ghislain Potvlieghe en De Maeyer. Het orgel telt nu 41 registers. Het is in Hollands-Duitse stijl uitgewerkt en kan een "Bach-orgel" worden genoemd.

Het orgelmeubel werd voorzien van een nieuwe achterwand en huisvest het Hoofdwerk (11 registers op basis van Prestant 16'), het Bovenwerk (11 registers) en het Pedaal (9 registers), terwijl het Rugwerk terug is opgebouwd (10 registers) in de borstwering van het doksaal.

Vooraan in de kerk vindt men ook een instrument uit 1999 van de hand van Joris Potvlieghe met 1 klavier en aangehangen kistpedaal.

De 49 klokken van de Grimbergse beiaard

De norbertijnen zijn de vroegste propagandisten van de beiaardkunst geweest. In Park was een beiaard in 1480, Averbode in 1504, Tongerlo voor 1535, Antwerpen St-Michiel in 1655. Van de eerste beiaard van Grimbergen is slechts bekend dat zijn klokken 6521 pond brons opleverden, toen einde 1715 bij de Antwerpse klokkengieter Willem Witlockx een nieuwe beiaard werd besteld. Deze tweede beiaard speelde voor het eerst op 28 april 1716. Het instrument werd stelselmatig uitgebreid, zodat er op het einde van de 18e eeuw 41 klokken aanwezig waren. Helaas heeft ook hier de Franse Revolutie haar tol geëist en werden alle klokken geroofd. Meer dan een eeuw lang bleef het stil.

De derde beiaard werd door de gemeente geschonken in 1928, naar aanleiding van het 800-jarig bestaan van de abdij. Bij Marcel Michiels jr. uit Doornik werden 34 klokken besteld met een totaalgewicht van 2201,5 kg. Met de nodige vertraging kon zij pas in 1931 plechtig ingespeeld worden door Jef Denyn. De klank viel echter tegen en door toedoen van kanunnik Feyen kwam er een nieuwe beiaard. Op 23-24 mei 1964 werd de huidige, vierde beiaard met zijn 48 klokken plechtig ingespeeld door Staf Nees tijdens een internationaal beiaardfestival. Aan deze beiaard van de Koninklijke Eijsbouts uit Asten in Nederland, werd in 1998 een 49ste klok toegevoegd. Het computerspeelwerk is van de firma Horocantus uit Lokeren.

In 1735 wordt Edmond Claessens vermeld als beiaardier. Zijn kleinzoon Pieter Claessens volgde hem op in 1764 en bleef in die functie tot 1777. In 1928 bespeelde Louis Mergaerts, de plaatselijke koster-organist, de klokken. Hij werd laureaat van de beiaardschool in 1931. In 1948 werd hij opgevolgd door kanunnik Feyen, norbertijn van de abdij. Op 12 juli 1951 behaalde deze zijn einddiploma aan de beiaardschool in Mechelen. Rien Aarssen was beiaardier van 1991 tot 2011. De huidige beiaardier is Twan Bearda. Men kan hem elke zondag beluisteren tijdens het beiaardseizoen dat loopt van Pasen tot en met de Pater Feyen-dag eind september. Ook bij verschillende kerkelijke en burgerlijke feestdagen zoals Allerheiligen en Nieuwjaar wordt de beiaard bespeeld en in juli en augustus zijn er elke vrijdagavond concerten.[1]

[bewerken | brontekst bewerken]
Zie de categorie Basilica of Saint Servatius, Grimbergen van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.