Vals heideblauwtje
Vals heideblauwtje | |||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Mannetje | |||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||
| |||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||
Plebejus idas Linnaeus, 1761 Originele combinatie Papilio idas | |||||||||||||||||
Vrouwtje | |||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||
Vals heideblauwtje op Wikispecies | |||||||||||||||||
|
Het vals heideblauwtje (Plebejus idas) is een vlinder uit de familie van de Lycaenidae, de kleine pages, vuurvlinders en blauwtjes.
Kenmerken
[bewerken | brontekst bewerken]De voorvleugellengte is ongeveer 14 millimeter. De soort kan makkelijk verward worden met het heideblauwtje.
De rups is groen met bruine en witte strepen. [1]
De pop is groen en later bruin.[1]
Voorkomen
[bewerken | brontekst bewerken]De soort komt verspreid voor over het Palearctisch gebied en het Nearctisch gebied. De vlinder vliegt tot hoogtes van 2100 meter. De vliegtijd is van halverwege juni tot halverwege augustus.
In Nederland staat het vals heideblauwtje op de rode lijst als verdwenen, de soort is verdwenen uit Nederland sinds 1981. Ook uit België is de soort verdwenen, sinds 1984.
Leefwijze
[bewerken | brontekst bewerken]De waardplanten van het vals heideblauwtje zijn struikhei en buiten Nederland en België ook planten uit de familie vlinderbloemigen zoals gaspeldoorn. De soort overwintert als ei. De rupsen worden vaak meegenomen in nesten van mieren, in Nederland en België vooral de zwarte wegmier, maar overleven ook daarbuiten.
In het noorden vliegt 1 generatie in juni-juli; in het zuiden zijn er 2 tussen mei en augustus.[1]
Synoniemen
[bewerken | brontekst bewerken]- Papilio argus Denis & Schiffermüller, 1775
- Papilio leodorus Esper, 1782
- Lycaena argus armoricana Oberthür, 1910
- Een door Hermann Stauder als Lycaena difficilis benoemde soort is volgens Forster (1936) een vorm van Plebejus idas die voorkomt in de diepere dalen, en verder naar boven geleidelijk in de typische vorm overgaat.[2][3]
Ondersoorten
[bewerken | brontekst bewerken]- Plebejus idas idas
- Plebejus idas acreon (Fabricius, 1787)
- Plebejus idas alaskensis (Chermock, 1945)
- Plebejus idas altarmenus (Forster, 1936)
- Plebejus idas argulus (Frey, 1882)
- Plebejus idas aster (Edwards, 1882)
- Plebejus idas atrapraetextus Field, 1939
- Plebejus idas bavarica (Forster, 1936)
- Plebejus idas empetri Freeman, 1938
- Plebejus idas longinus (Nabokov, 1949)
- Plebejus idas lotis Lintner, 1879
- Plebejus idas nabokovi (Masters, 1972)
- Plebejus idas sareptensis Chapman, 1917
- Plebejus idas scudderi (Edwards, 1861)
- Plebejus idas sublivens (Nabokov, 1949)
- Plebejus idas tshimganus (Forster, 1936)
Externe links
[bewerken | brontekst bewerken]- Vals heideblauwtje op SoortenBank.nl (gearchiveerd)
- Vals heideblauwtje bij De Vlinderstichting
-
Onderzijde van de vleugels van het mannetje
-
Onderzijde
- Bos, F. et al. (2006). De Dagvlinders van Nederland (Nederlandse Fauna, deel 7), Utrecht en Leiden, pp. 191-192
- Maes, D. & Dijck, H. van (1999). Dagvlinders in Vlaanderen, Antwerpen, p. 247
- ↑ a b c Michael Chinery (1983). Encyclopedie van de Natuur, p. 177.
- ↑ Forster, W. (1936). Beitrag zur Systematik des Tribus Lycaenini unter besonderer Berücksichtigung de argyrognomon- und der argus-Gruppe. Mitteilungen der Münchner entomologischen Gesellschaft 26: 92.
- ↑ Bridges, C.A. (1994). Catalogue of the family-group, genus-group and species group-names of the Riodinidae and Lycaenidae (Lepidoptera) of the world: VIII.139