King Gruffydd (schip, 1919)
King Gruffydd
| ||||
|---|---|---|---|---|
| ||||
De King Gruffydd was een Brits stoomvrachtschip van 5.072 ton. Ze werd afgewerkt in december 1919 op de scheepswerf van Hongkong & Whampoa Dock Ltd. Kowloon, Hongkong. De eigenaar was Dodd, Thomson & Co. Ltd. Londen met aldaar haar thuishaven. Haar bemanning bestond uit 49 bemanningsleden. Haar reisroute vertrok vanuit New York op 5 maart 1943, via Loch Ewe naar Kingston upon Hull, met 5.000 ton staal, 500 ton tabak en 493 ton met een grote hoeveelheid aan explosieven.
Het schip werd genoemd naar Gruffydd, een middeleeuwse koning van Wales.
Geschiedenis
[bewerken | brontekst bewerken]Het schip werd te water gelaten als de War Trooper, verder afgewerkt in december 1919 als de Griekse cargo Ambatielos voor de rederij N.E. Ambatielos, Argostoli, Ionische Eilanden. In 1923 werd ze doorverkocht aan Groot-Brittannië en herdoopt als King Gruffydd voor Dodd, Thomson & Co. Ltd., Londen.
Op 14 september 1939 werd de King Gruffydd opgevorderd door de Britse Admiraliteit en omgebouwd tot Q-schip HMS Maunder (X 28). Van 12 maart 1941 tot 22 augustus 1941 werd het schip gebruikt als een bewapend koopvaardijschip/hulpkruiser en dan overgeplaatst naar het Ministerie van Oorlog en Transport (Ministry of War Transport) (MoWT). Het schip werd terug een stoomvrachtschip met de voormalige scheepsnaam: King Gruffydd en werd naar haar oorspronkelijke eigenaars Dodd, Thomson & Co. teruggeschonken.
Haar einde
[bewerken | brontekst bewerken]De King Gruffydd werd ingezet in konvooi SC-122 op 5 maart 1943, vertrokken vanuit New York om naar Engeland te varen met een lading staal, tabak en een lading gevaarlijke explosieven. Voor de opvarenden waren dergelijke schepen drijvende tijdbommen. Om 03.05 uur op 17 maart 1943, vuurde de U-338, onder bevel van Manfred Kinzel, een spreidschot van twee torpedo’s naar het konvooi SC-122, die op dat ogenblik ten zuidoosten van Kaap Vaarwel kruiste. Nadat Kinzel terug ondergedoken was vanuit periscoopdiepte, dacht Kinzel dat hij een schip had geraakt, omdat hij op dit moment het visueel niet kon waarnemen. Inderdaad had Kinzel de Kingsbury getroffen die in colonnepost 51 voer en de King Gruffydd, die in colonnepost 52 liep, werden getorpedeerd en beiden gingen later naar de oceaanbodem.
Omstreeks 03.06 uur lanceerde hij een tweede spreidschot van twee torpedo’s die de Alderamin in haar colonnepost 61 troffen, die later wegzonk in positie 51°30’ N. en 34°55’ W.
Een minuut later om 03.07 uur werd een hek- of sterntorpedo afgeschoten die het eigenlijke doel, de al zieltogende SS Alderamin miste, maar wel de Fort Cedar Lake beschadigde in haar konvooipositie 124. De King Gruffydd zonk naar de zeebodem in positie 51°55’ N. en 32°41’ W.
Gelukkig eigenlijk dat de munitielading niet ontplofte, anders waren er nog meer slachtoffers gevallen, want kapitein Hywell Griffiths, 21 bemanningsleden en twee artilleristen van de King Gruffydd verloren hierbij het leven bij deze U-bootaanval. 18 bemanningsleden en zeven artilleristen werden door het Britse reddingsschip Zamalek, met kapitein Owen Charles Morris DSO, als gezagvoerder, gered en op 22 maart naar Gourock, Schotland gebracht. Van de 49 bemanningsleden waaronder 24 mensen, verloren het leven en werden 25 man alsnog gered.