Ippon
Ippon (一本) is een Japanse uitdrukking voor éen. Bijzonder aan het Japans is dat telwoorden met een suffix veranderd kunnen worden. Zo zijn Hon, Bon en Pon toevoeging om langwerpige zaken aan te duiden, zoals flessen, vingers of pennen. Op deze manier worden 一 (Ichi) en 本 (Hon) samengetrokken tot 一本 (Ippon). Wat er exact met Ippon wordt bedoeld, hangt af van de context.
Enkele mogelijke betekenissen van de term Ippon zijn:
- Ippon. (Judo, Karate en Kendō): Een wedstrijdpunt. Als in een gevecht een techniek goed wordt uitgevoerd, wordt in Karate gekozen tussen een Ippon (een heel punt) en een Waza’ari (技有り) (een half punt). Deze beslissing wordt genomen op basis van slagkracht, het getroffen lichaamsdeel en de reactie van de getroffen tegenstander. In Judo is een Ippon de directe winst voor de Judoka.
- Ippon-Nukite. (Karate) Stoot met één vinger. Komt in de Kata Unsu voor.
- Ippon-Kumite. (Karate) Kumite-vorm, bestaat uit een aanval en een tegenaanval.
Het gevecht werd in de jaren 50 ontwikkeld door Nakayama Masatoshi, een leerling van Funakoshi. Het traditionele gevecht wordt in de filosofie van de Shōbu-Ippon (勝負一本) uitgevoerd, en symboliseert Ikken-hissatsu (一拳必殺), hetgeen betekent de tegenstander met één slag te doden. Bedoeld wordt dat degene wint die als eerste de techniek uitvoert, echter de slag mag niet daadwerkelijk worden uitgevoerd.
Met een Ippon in Judo wordt een wedstrijd in één aanval beslist. Dat kan dus al na een seconde het geval zijn. Dat is de centrale filosofie van Budo en Zen.