Naar inhoud springen

Thomas Midgley

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is de huidige versie van de pagina Thomas Midgley voor het laatst bewerkt door MrBrickALot (overleg | bijdragen) op 25 apr 2024 20:20. Deze URL is een permanente link naar deze versie van deze pagina.
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Thomas Midgley
Thomas Midgley Jr., ca. 1930
Thomas Midgley Jr., ca. 1930
Algemene informatie
Geboren 18 mei 1889
Beaver Falls
Overleden 2 november 1944
Worthington
Nationaliteit(en) Vlag van Verenigde Staten Verenigde Staten
Beroep(en) Ingenieur
Bekend van Tetraethyllood en chloorfluorkoolwaterstof
Portaal  Portaalicoon   Wetenschap & Technologie

Thomas Midgley (Beaver Falls, 18 mei 1889Worthington, 2 november 1944) was Amerikaans werktuigbouwkundig ingenieur en scheikundige.

Midgley was geboren en getogen in Beaver Falls, Pennsylvania, waar zijn vader een bandenfabriek had: de Midgley Tire and Rubber Company. Van dat rubber maakte de jonge Thomas al als scholier een snelle honkbal door hem in te smeren met iepenschors. Hij ging studeren aan de Cornell-universiteit, waar hij in 1911 een graad haalde in werktuigbouwkunde. Vervolgens ging hij aan de slag op de ontwikkelafdeling van de bandenfabriek.[1]

In 1916 begon Midgley bij General Motors in onderzoek en ontwikkeling. In 1921 werkte hij onder de Amerikaanse uitvinder Charles F. Kettering aan de Dayton Research Laboratories, een dochteronderneming van General Motors, en ontwikkelde hier de stof tetraethyllood. In december 1922 werd hij hiervoor onderscheiden door de American Chemical Society.

Begin 1923 nam Midgley ziekteverlof om te herstellen van een loodvergiftiging, die hij in een jaar onderzoek naar organisch lood had opgelopen. Later in 1923 startte General Motors de General Motors Chemical Company (GMCC) voor de productie van tetraethyllood. Kettering werd aangesteld als president, en Midgley als vicepresident. Bij de proefproductie in Dayton, Ohio stierven dat jaar twee mensen aan loodvergiftiging, en het jaar erop nog acht in DuPont's Deepwater, New Jersey, waarmee de productie op losse schroeven kwam te staan. Eind 1924 startte General Motors en Standard Oil Company een nieuwe Ethyl Corporation voor de productie van de brandstofadditieven, de ook werd geplaagd door opstartproblemen; meer gevallen van loodvergiftiging, hallucinaties, krankzinnigheid, en vijf opvolgende sterfgevallen. Het volgende jaar werden de productiefaciliteiten door de staat gesloten.

Eind jaren 1930 ontwikkelde Midgley chloorfluorkoolwaterstof (cfk), waarvoor hij in 1941 door de American Chemical Society werd onderscheiden met de Priestley Medal. Pas later bleek de schadelijke uitwerking van deze stof op het milieu. Midgley stierf in 1944, voordat de schadelijkheid bekend werd. Hij overleed naar verluidt door toedoen van een zelfontworpen machine die hem moest helpen in bed recht te komen nadat hij kreupel was geworden door polio.

Tetraethyllood

[bewerken | brontekst bewerken]

Midgley ontwikkelde een interesse in de industriële toepassing van de scheikunde. In 1921 onderzocht hij tetraethyllood voor General Motors, de stof bleek toegevoegd aan benzine het kloppen van motoren te verminderen. Dit ondanks dat bekend was dat de stof giftig was, hij zou zelf later een loodvergiftiging oplopen. Overigens had Midgley twee maanden eerder een alternatief gevonden, namelijk ethanol. Onder druk van olieproducenten werd toch gekozen voor het giftige tetraethyllood.[2]

Chloorfluorkoolwaterstof

[bewerken | brontekst bewerken]

Later vond Midgley chloorfluorkoolwaterstof (cfk) uit, een verbinding die het tot dan toe gebruikte gevaarlijke ammoniak in koelkasten moest vervangen. Vanaf 1930 vonden de cfk's vele toepassingen, van airco's tot drijfgas in spuitbussen. Pas veel later werd ontdekt dat deze overigens weinig reactieve gassen een belangrijke rol spelen in de afbraak van ozon in de stratosfeer. Bovendien zijn cfk's een ernstig broeikasgas, waarbij ze per molecule tienduizend keer effectiever de warmte vasthouden dan koolstofdioxide.

De Engelse BBC presentator Stephen Fry wees in zijn tv-quiz "QI" Thomas Midgley aan als degene die de meeste schade had toegebracht aan het milieu.[3]

[bewerken | brontekst bewerken]