Tokkelinstrument
Uiterlijk
Tokkelinstrumenten zijn snaarinstrumenten waarbij de snaren met behulp van de vingers of een plectrum worden bespeeld.
Voorbeelden zijn de harp, gitaar, mandoline, ukelele en luit. Ook de banjo hoort in deze groep. Instrumenten als een viool en contrabas worden niet tot de tokkelinstrumenten gerekend maar tot de strijkinstrumenten, hoewel ze, afhankelijk van muziekstijl en/of bewerking van een muziekstuk, soms — of bij de contrabas in niet-klassieke muziek vrijwel uitsluitend — met de vingers worden bespeeld, het zogeheten Pizzicato.
Andere voorbeelden zijn:
- Balalaika
- Banjo
- Gitaar — basgitaar — gitarron (Mexico) — tiple (Colombia) — cavaquinho — ukelele (Portugal, Brazilië) — cuatro (Venezuela, Trinidad, Puerto Rico) — charango (Andesgebied)
- Cister — luit — teorbe of basluit
- Mandoline — mandola — mandoloncello — mandobas — bandurria (Spanje) — laúd (Spanje)
- Bağlama (Turkije) — bouzouki (Griekenland) — tambura — tamburica (Joegoslavië)
- Sitar — dutar — tanbur (India) — dombura (Centraal-Azië)
- Oed — cobza (Roemenië)
- 3rd bridge-gitaar