Naar inhoud springen

Nobelprijs voor de Vrede

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door RalfBakker (overleg | bijdragen) op 11 okt 2021 om 10:23.
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Nobel Vredescentrum

De Nobelprijs voor de Vrede is een prijs die wordt toegekend aan mensen die zich verdienstelijk hebben gemaakt bij de bevordering van de vrede.

De Nobelprijs voor de Vrede wordt uitgereikt in het raadhuis van Oslo en is de enige Nobelprijs die wordt toegekend door een Noors instituut. De andere Nobelprijzen worden toegekend door verschillende Zweedse universitaire commissies en uitgereikt in Stockholm, Zweden. Het Noors Nobelcomité is aangesteld om deze Nobelprijs toe te kennen. De leden van het comité, thans vijf, worden gekozen door het parlement van Noorwegen. De prijs wordt uitgereikt door de voorzitter; sinds 2017 is dat Berit Reiss-Andersen.[1] Aan de prijs is een geldbedrag verbonden dat uit de nalatenschap van Alfred Nobel beschikbaar is gesteld.

Kritiek

In het verleden is er kritiek geweest op de keuze van de winnaars. Henry Kissinger - Nobelprijswinnaar in 1973 - was verantwoordelijk voor de bombardementen op Cambodja in 1969 en 1970 waarbij circa 800.000 burgers zijn gedood. In 1994 werd de prijs toegekend aan Shimon Peres, Yitzhak Rabin en Yasser Arafat, die later door onder meer Israël van terrorisme werd beschuldigd. In 2009 was er kritiek op de toekenning van de prijs aan de Amerikaanse president Barack Obama, die na zijn eerste negen maanden in het Witte Huis weliswaar veel goede intenties had uitgesproken maar nog weinig had bereikt. Er wordt dan ook wel gezegd dat deze Nobelprijs meer een politieke keuze is en dat het vooral iets zegt over degene die kiest en over de tijdgeest.[bron?]

Nobelprijswinnaars

Het Rode Kruis heeft vier keer de Nobelprijs voor de Vrede gewonnen (ICRC drie keer, stichter Henri Dunant één keer).

Jaar Naam Toelichting
1901 Frédéric Passy
(1822-1912)
"Als een van de oprichters van de Interparlementaire Unie en tevens voor het medeorganiseren van het eerste Universele Vredescongres."[2]
Henri Dunant
(1828-1910)
"Voor zijn rol in het stichten van het Internationale Rode Kruis."[2]
1902 Élie Ducommun
(1833-1906)
"Eresecretaris van het Internationaal Bureau voor de Vrede"[3]
Albert Gobat
(1843-1914)
"Secretaris-generaal, Interparlementaire Unie; eresecretaris, Internationaal Bureau voor de Vrede"[3]
1903 William Randal Cremer
(1828-1908)
"Lid van het Britse Parlement; secretaris van de Internationale Arbitrage"[4]
1904 Institut de Droit International "Voor zijn pogingen, als onofficieel orgaan, tot het ontwikkelen van de standaardprincipes van de wetenschap van het internationaal recht."[5]
1905 Bertha von Suttner
(1843-1914)
"Erevoorzitter van het Internationaal Bureau voor de Vrede; auteur van Die Waffen nieder!"[6]
1906 Theodore Roosevelt
(1858-1919)
"Voor zijn succesvolle tussenkomst in de Russisch-Japanse oorlog en zijn interesse in justitie, door de eerste zaak voor te brengen voor het Haagse Permanent Hof van Arbitrage"[7]
1907 Ernesto Teodoro Moneta
(1833-1918)
"Voorzitter van de Lombardische Vredesunie"[8], was "een prominent vredesactivist in Italië."[9]
Louis Renault
(1843-1918)
"Professor Internationaal Recht,"[8] was "de permanente afgevaardigde van Frankrijk bij het Permanent Hof van Arbitrage."[9]
1908 Klas Pontus Arnoldson
(1844-1916)
"Stichter van de Zweedse vereniging voor vrede en arbitrage"[10]
Fredrik Bajer
(1837-1922)
"voor zijn werk in de Interparlementaire Unie en als eerste voorzitter van het Internationaal Bureau voor de Vrede"[10]
1909 Auguste Beernaert
(1829-1912)
"Voormalig eerste minister; lid van het Belgisch Parlement Lid van het Permanent Hof van Arbitrage"[11]
Paul Henri Balluet d'Estournelles de Constant
(1852-1924)
"Lid van het Frans Parlement (Sénateur); stichter en president van het French parliamentary group for voluntary arbitration; stichter van het Committee for the Defense of National Interests and International Conciliation"[11]
1910 Internationaal Bureau voor de Vrede "Gesticht in 1891"[12]
1911 Tobias Asser
(1838-1913)
"Initiator van de Haagse Conferentie voor Internationaal Privaatrecht; minister; jurist"[13]
Alfred Hermann Fried
(1864-1921)
"Journalist; oprichter van Die Friedenswarte"[13]
1912 Elihu Root
(1845-1937)
"Voormalig minister van Buitenlandse Zaken; initiator van diverse arbitrageverdragen"[14]
1913 Henri La Fontaine
(1854-1943)
"Lid van het Belgisch Parlement (senator); president, Internationaal Bureau voor de Vrede"[15]
1914 Niet uitgereikt
1915 Niet uitgereikt
1916 Niet uitgereikt
1917 Internationaal Comité van het Rode Kruis [16]
1918 Niet uitgereikt
1919 Woodrow Wilson
(1856-1924)
"President van de Verenigde Staten van Amerika; oprichter van de Volkenbond"[17]
1920 Léon Bourgeois
(1851-1925)
"Voormalig minister van Buitenlandse Zaken, lid van het Frans Parlement (Senaat); president, raad van de Volkenbond"[18]
1921 Hjalmar Branting
(1860-1925)
"Minister President van Zweden; Zweeds afgevaardigde van de Raad van de Volkenbond"[19]
Christian Lange
(1869-1938)
"Secretaris-generaal van de Interparlementaire Unie"[19]
1922 Fridtjof Nansen
(1861-1930)
"Wetenschapper; ontdekker, Noors afgevaardigde Volkenbond; initiator van "Nansenpaspoort""[20]
1923 Niet uitgereikt
1924 Niet uitgereikt
1925 Austen Chamberlain
(1863-1937)
"Minister van Buitenlandse Zaken; mede-initiator van het Verdrag van Locarno"[21]
Charles Dawes
(1865-1951)
"Vicepresident van de Verenigde Staten; voorzitter van de Commissie voor Geallieerde Herstelbetalingen (initiator van het "Dawesplan")"[21]
1926 Aristide Briand
(1862-1932)
"Minister van Buitenlandse Zaken; mede-initiator van het Verdrag van Locarno en Briand-Kelloggpact"[22]
Gustav Stresemann
(1878-1929)
"Voormalig rijkskanselier van Duitsland; minister van Buitenlandse Zaken; mede-initiator van het Verdrag van Locarno"[22]
1927 Ferdinand Buisson
(1841-1932)
"Voormalig professor, Universiteit van Sorbonne, Parijs; oprichter en president van de Liga voor Mensenrechten in Frankrijk"[23]
Ludwig Quidde
(1858-1941)
"Professor, Universiteit van Berlijn; lid van het Duits Parlement; deelnemer aan diverse vredesconferenties"[23]
1928 Niet uitgereikt
1929 Frank Billings Kellogg
(1856-1937)
"Voormalig minister van Buitenlandse Zaken; mede-initiator van het Briand-Kelloggpact"[24]
1930 Nathan Söderblom
(1866-1931)
"Aartsbisschop; leider van de oecumenische beweging"[25]
1931 Jane Addams
(1860-1935)
"Sociologe; internationaal president Women's International League for Peace and Freedom"[26]
Nicholas Murray Butler
(1862-1947)
"President Columbia-universiteit; promotor van het Briand-Kelloggpact"[26]
1932 Niet uitgereikt
1933 Norman Angell
(1872-1967)
"Schrijver; lid van het Uitvoerend Comité van de Volkenbond en van National Peace Council"[27]
1934 Arthur Henderson
(1863-1935)
"Voormalig minister van Buitenlandse Zaken; president van Conferentie voor Ontwapening in 1932"[28]
1935 Carl von Ossietzky
(1889-1938)
"Journalist (die Weltbühne); pacifist"[29]
1936 Carlos Saavedra Lamas
(1878-1959)
"Minister van Buitenlandse Zaken; president van de Volkenbond; bemiddelaar in een conflict tussen Paraguay en Bolivia"[30]
1937 Robert Cecil (1864-1958) "Schrijver, voormalig Lord Privy Seal; oprichter en president van de Internationale Vredescampagne"[31]
1938 Office international Nansen pour les réfugiés "Een internationale hulporganisatie, gestart door Fridtjof Nansen in 1921"[32]
1939 Niet uitgereikt
1940 Niet uitgereikt
1941 Niet uitgereikt
1942 Niet uitgereikt
1943 Niet uitgereikt
1944 Internationaal Comité van het Rode Kruis [33]
1945 Cordell Hull
(1871-1955)
"Voormalig minister van Buitenlandse Zaken; prominent deelnemer in de stichting van de Verenigde Naties"[34]
1946 Emily Greene Balch
(1867-1961)
"Voormalig professor in Geschiedenis en Sociologie; ere internationaal president van de Women's International League for Peace and Freedom"[35]
John R. Mott
(1865-1955)
"Voorzitter van het International Missionary Council; president, World Alliance of Young Men's Christian Associations"[35]
1947 Friends Service Council [36]
American Friends Service Committee
1948 Niet uitgereikt
1949 John Boyd Orr
(1880-1971)
"Arts; politicus; prominent organisator en directeur Voedsel- en Landbouworganisatie van de VN; president, National Peace Council en Wereld Unie van Vredesorganisaties"[37]
1950 Ralph Bunche
(1903-1971)
"Professor, Harvard-universiteit, MA; directeur, Trustschapsraad, VN; 'Acting Mediator' in Palestina, 1948"[38]
1951 Léon Jouhaux
(1879-1954)
"President van de Internationale Comité van de Europese Raad, vicepresident van de Internationaal Verbond van Vrije Vakverenigingen, vicepresident van de "World Federation of Trade Unions", lid van de Internationale Arbeidsorganisatie, afgevaardigde van de VN"[39]
1952 Albert Schweitzer
(1875-1965)
"Missionaris arts; oprichter van Lambaréné (République de Gabon)"[40]
1953 George Marshall
(1880-1959)
"President van het Amerikaanse Rode Kruis; voormalig minister van Defensie; afgevaardigde van de VN; initiator van het "Marshallplan""[41]
1954 Bureau van de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen "Een internationaal hulporganisatie opgericht door de VN in 1951"[42]
1955 Niet uitgereikt
1956 Niet uitgereikt
1957 Lester Bowles Pearson
(1897-1972)
"Voor zijn rol in de pogingen tot het beëindigen van het Suez-conflict en het oplossen van het Midden-Oostenvraagstuk door de Verenigde Naties"[43]
1958 Dominique Pire
(1910-1969)
"Pater van de Dominicaanse Orde; leider van de vluchtelingenorganisatie "L'Europe du Coeur au Service du Monde""[44]
1959 Philip Noel-Baker
(1889-1982)
"Parlementslid; zijn hele leven bedreven voorvechter van internationale vrede en samenwerking"[45]
1960 Albert Luthuli
(1898-1967)
"President van het Afrikaans Nationaal Congres,"[46] "was in the very forefront of the struggle against apartheid in South Africa."[47]
1961 Dag Hammarskjöld
(1905-1961)
"Secretaris-generaal van de VN,"[48] awarded "for strengthening the organization."[47]
1962 Linus Pauling
(1901-1994)
"Voor zijn campagne tegen kernwapentesten"[49]
1963 Internationaal Comité van het Rode Kruis [50]
Internationale Federatie van Rode Kruis- en Rode Halve Maanverenigingen
1964 Martin Luther King
(1929-1968)
"Voorvechter van burgerrechten"[51]
1965 UNICEF "Een internationale hulporganisatie."[52]
1966 Niet uitgereikt
1967 Niet uitgereikt
1968 René Cassin
(1887-1976)
"President van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens"[53]
1969 Internationale Arbeidsorganisatie [54]
1970 Norman Borlaug
(1914-2009)
"Voor zijn bijdragen aan de "Groene revolutie" welke een grote impact op de voedselproductie in Azië en Latijns-Amerika had"[55]
1971 Willy Brandt
(1913-1992)
"Bondskanselier; voor West-Duitslands Ostpolitik"[56]
1972 Niet uitgereikt
1973 Henry Kissinger
(1923)
"Voor de Parijse Akkoorden van 1973, om tot een staakt-het-vuren in de Vietnamoorlog te komen en tot terugtrekking van de Amerikaanse strijdkrachten"[47][57]
Le Duc Tho
(1911-1990)
1974 Seán MacBride
(1904-1988)
"President van het Internationaal Bureau voor de Vrede; president van de Commissie van Namibië."[58] "Voor zijn sterke betrokkenheid bij de mensenrechten: het dirigeren van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens door de Europese Raad, het medeoprichten en het leiden van Amnesty International en het dienen als secretaris-generaal van de Internationale Commissie van Juristen"[47]
Eisaku Sato
(1901-1975)
"Minister-president van Japan,"[58] "voor zijn afzwering van de nucleaire optie voor Japan en voor zijn inspanningen voor verdere afzwering in de regio"[47]
1975 Andrej Sacharov
(1921-1989)
"[Voor zijn] strijd voor mensenrechten, ontwapening en samenwerking tussen alle naties"[59][60]
1976 Betty Williams
(1943-2020)
"Stichter[s] van de Noord-Ierse vredesbeweging (later hernoemd naar "Community of Peace People")"[61]
Mairead Corrigan
(1944)
1977 Amnesty International "[Voor] het beschermen van de mensenrechten van gewetensgevangenen"[47][62]
1978 Anwar Sadat
(1918-1981)
"Voor hun bijdrage aan de twee vredesakkoorden in het Midden-Oosten, en aan de vrede tussen Egypte en Israël, welke ondertekend werden in Camp David op 17 september 1978"[63]
Menachem Begin
(1913-1992)
1979 Moeder Teresa
(1910-1997)
"Leidster van de Missionarissen van Naastenliefde"[64]
1980 Adolfo Pérez Esquivel
(1931)
"Mensenrechtenleider;"[65] "founded non-violent human rights organizations to fight the military junta that was ruling his country (Argentina)."[47]
1981 Bureau van de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen "Een internationale hulporganisatie, opgericht door de VN in 1951"[66]
1982 Alva Myrdal
(1902-1986)
"[Voor] hun voortreffelijk werk in de ontwapeningsonderhandelingen van de Verenigde Naties, waar zij beiden een cruciale rol en internationale erkenning hebben verworven"[67][68]
Alfonso García Robles
(1911-1991)
1983 Lech Wałęsa
(1943)
"Oprichter van Solidarność; voorvechter van mensenrechten"[69]
1984 Desmond Tutu
(1931)
"Bisschop van Johannesburg; voormalig secretaris-generaal, Zuid-Afrikaanse Kerkenraad"[70]
1985 International Physicians for the Prevention of Nuclear War Voor de gezaghebbende informatie en voor het creëren van een bewustzijn voor de katastrofale gevolgen van een atoomoorlog. De commissie is van mening dat dit op zijn beurt bijdraagt tot een verhoging van de druk van publieke oppositie tegen de proliferatie van atoomwapens en een herdefiniëring van prioriteiten, met meer aandacht voor gezondheids- en andere humanitaire kwesties.[71]
1986 Elie Wiesel
(1928-2016)
"Voorzitter van de "The President's Commission on the Holocaust" (De Presidentiële Commissie met betrekking tot de Holocaust)".[72]
1987 Óscar Arias
(1940)
"Voor zijn werk voor vrede in Centraal-Amerika, inspanningen die tot een vredesovereenkomst in Guatemala op 7 augustus 1987 leidden"[73]
1988 VN-vredesmacht "[Voor] hun belangrijke inspanningen [die] bijgedragen hebben aan de realisatie van een van de fundamentele beginselen van de Verenigde Naties "[74][75]
1989 Tenzin Gyatso, 14e dalai lama
(1935)
"Voor zijn strijd voor de bevrijding van Tibet en zijn inspanningen voor een vreedzame oplossing in plaats van het gebruik van geweld." De voorzitter van de Nobelprijscommissie zei dat de prijs voor een deel een eerbetuiging was ter herinnering aan Mahatma Gandhi.[76]
1990 Michail Gorbatsjov
(1931)
"Voor zijn leidende rol in het vredesproces, dat vandaag de dag belangrijke onderdelen van de internationale gemeenschap kenmerkt"[77]
1991 Aung San Suu Kyi
(1945)
"Voor haar geweldloze strijd voor democratie en mensenrechten"[78] in Myanmar.
1992 Rigoberta Menchú
(1959)
"Ter erkenning van haar werk voor sociale gerechtigheid en etnisch-culturele verzoening gebaseerd op respect voor de rechten van de inheemse bevolking"[79]
1993 Nelson Mandela
(1918-2013)
"Voor hun inspanningen voor het vreedzaam einde van het apartheidsregime en het leggen van de funderingen voor een nieuw democratisch Zuid-Afrika"[80]
Frederik Willem de Klerk
(1936)
1994 Yasser Arafat
(1929-2004)
"Voor hun inspanningen om vrede te bereiken in het Midden-Oosten"[81]
Shimon Peres
(1923-2016)
Yitzhak Rabin
(1922-1995)
1995 Józef Rotblat
(1908-2005)
"Voor hun inspanningen om de invloed van atoomwapens in de internationale politiek te verminderen en deze op de lange termijn uit te bannen"[82]
Pugwash Conferences on Science and World Affairs
1996 Carlos Filipe Ximenes Belo
(1948)
"Voor hun werk voor een rechtvaardige en vreedzame oplossing voor het conflict in Oost-Timor"[83]
José Ramos-Horta
(1949)
1997 International Campaign to Ban Landmines "Voor hun pogingen om anti-persoonsmijnen te verbieden en op te sporen"[84]
Jody Williams
(1950)
1998 John Hume
(1937-2020)
"Voor hun pogingen een vreedzame oplossing te vinden voor het conflict in Noord-Ierland"[85]
David Trimble
(1944)
1999 Artsen zonder Grenzen "Ter erkenning van het humanitaire pionierswerk van de organisatie"[86]
2000 Kim Dae-jung
(1925-2009)
"Voor zijn werk voor democratie en mensenrechten in Zuid-Korea en Oost-Azië in het algemeen, en voor de vrede en verzoening met Noord-Korea in het bijzonder"[87]
2001 Verenigde Naties "Voor hun werk voor een beter georganiseerde en vreedzame wereld"[88]
Kofi Annan
(1938-2018)
2002 Jimmy Carter
(1924)
"Voor decennialang onvermoeid pogingen doen om een vreedzame oplossing te vinden voor internationale conflicten, om de democratie en mensenrechten te verspreiden en het promoten van economische en sociale vooruitgang"[89]
2003 Shirin Ebadi
(1947)
"Voor haar werk voor democratie en mensenrechten. Haar focus lag vooral op problemen rondom de rechten van vrouwen en kinderen."[90]
2004 Wangari Maathai
(1940-2011)
"Voor haar bijdrage voor duurzame ontwikkelingen, democratie en vrede"[91]
2005 Internationaal Atoomenergie Agentschap "Voor hun pogingen te voorkomen dat nucleaire energie wordt gebruikt voor militaire doeleinden en er voor te zorgen dat de nucleaire energie die gebruikt wordt voor vreedzame doeleinden op de meest veilige manier wordt gebruikt."[92]
Mohammed el-Baradei
(1942)
2006 Muhammad Yunus
(1940)
"Voor hun pogingen economische en sociale ontwikkelingen te stimuleren vanaf de laagste rangen."[93]
Grameen Bank
2007 Al Gore
(1948)
"Voor hun pogingen voor het verspreiden en uitbreiden van de kennis over klimaatveranderingen, die veroorzaakt worden door de mens, en het leggen van de funderingen van de maatregelen die nodig zijn om deze veranderingen te voorkomen."[94]
Intergovernmental Panel on Climate Change
2008 Martti Ahtisaari
(1937)
"Voor zijn belangrijke pogingen, op verschillende continenten en gedurende meer dan drie decennia, om internationale conflicten te voorkomen."[95]
2009 Barack Obama
(1961)
"Voor zijn buitengewone pogingen om de internationale diplomatie en de samenwerking tussen mensen te versterken."[96] "Obama's diplomatie is gebaseerd op het principe dat wie de wereld leidt, dat moet doen op basis van de normen en waarden die door het merendeel van de wereldbevolking gedeeld worden" aldus de commissie.
2010 Liu Xiaobo
(1955-2017)
"Voor zijn lange en niet-gewelddadige strijd voor fundamentele mensenrechten in China"
2011 Ellen Johnson Sirleaf
(1938)
"Voor hun geweldloze inzet ten behoeve van de rechten en veiligheid van vrouwen om volwaardig mee te doen in het bereiken van vrede"[97]
Leymah Gbowee
(1972)
Tawakkul Karman
(1979)
2012 Europese Unie "De Unie en haar voorlopers hebben meer dan zes decennia bijgedragen aan de bevordering van vrede en verzoening, democratie en mensenrechten in Europa."[98]
2013 OPCW "Voor haar uitvoerige inspanningen om chemische wapens te elimineren."[99]
2014 Kailash Satyarthi
(1954)
"Voor hun strijd tegen de onderdrukking van jongeren en voor het recht van alle kinderen op onderwijs"[100]
Malala Yousafzai
(1997)
2015 Kwartet voor Nationale Dialoog in Tunesië "Voor zijn beslissende bijdrage aan het bouwen van een pluralistische democratie in de nasleep van de Jasmijnrevolutie in 2011"[101]
2016 Juan Manuel Santos
(1951)
"Voor zijn resolute inspanningen om een einde te maken aan de burgeroorlog die meer dan vijftig jaar [in Colombia] woedde"[102]
2017 Internationale Campagne tot Afschaffing van Kernwapens (ICAN) "Voor hun werk om de aandacht te vestigen op de rampzalige humanitaire gevolgen van het gebruik van kernwapens en voor hun baanbrekende inspanningen om een verdrag te bereiken dat dergelijke wapens verbiedt."[103]
2018 Denis Mukwege
(1955)
"Voor hun inspanningen om het gebruik te beëindigen van seksueel geweld als wapen in oorlogen en gewapende conflicten"[104]
Nadia Murad Basee
(1993)
2019 Abiy Ahmed
(1976)
"Voor zijn inspanningen om vrede en internationale samenwerking te bereiken, en in het bijzonder voor zijn beslissende initiatief om het grensconflict met buurland Eritrea op te lossen"[105]
2020 Wereldvoedselprogramma
"Voor hun inspanningen om honger te bestrijden, voor hun bijdrage tot het verbeteren van de vredescondities in conflictueuze gebieden en voor het handelen als drijvende kracht in de inspanningen om het gebruik van honger als een wapen in oorlog en conflict te voorkomen"
2021 Maria Ressa en Dmitri Moeratov "Voor hun inspanningen om de vrijheid van meningsuiting te vrijwaren"

Literatuur

  • Luttikhuis, Paul (2013). Nobelprijs voor de Vrede gedijt vooral bij herrie. In: NRC Handelsblad, 11-10-2013, p. 4
  • Stenersen, Øivind, Ivar Libæk & Asle Sveen (2003). The Nobel peace prize : one hundred years for peace : laureates 1901-2000 + Addendum: Laureates 2002-2003. Capellen, Oslo. 303 p. ISBN 82-02-18935-7.
  • Abrams, Irwin (red.) (2001). De helden van de vrede / vert.: M.S. Snel. Karakter Uithoorn. 172 p. ISBN 90-6112-851-X. Oorspr. uitg.: The words of peace. Newmarket Press, New York, 1990. Bloemlezing van de toespraken van de winnaars.
  • Abrams, Irwin (2001). The Nobel Peace Prize and the laureates : an illustrated biographical history, 1901-2001 / 2nd Centennial ed. Science History Publications, Nantucket (MA). XVII, 350 p. ISBN 0-88135-388-4.
  • Stenersen, Øivind, Ivar Libæk & Asle Sveen (2001). The Nobel Peace Prize, 1901-1939: the decision-making process. In: Peace and change : a journal of peace research, jrg.26(2001)nr.4, p. 443-487. ISSN 0149-0508.

Zie ook