Naar inhoud springen

Władysław Szpilman

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Robbot (overleg | bijdragen) op 22 jul 2017 om 10:13. (Robotgeholpen doorverwijzing: Piano - Koppeling(en) gewijzigd naar piano (instrument))
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Władysław Szpilman
Władysław Szpilman
Geboren 5 december 1911
Overleden 6 juli 2000
Land Vlag van Polen Polen
Religie jodendom
Jaren actief 1930-2000
Stijl klassiek, jazz
Nevenberoep pianist, auteur
Instrument piano
(en) IMDb-profiel
(en) Discogs-profiel
(en) MusicBrainz-profiel
Portaal  Portaalicoon   Muziek
Władysław Szpilmans graf in Warschau

Władysław Szpilman (Sosnowiec, 5 december 1911 - Warschau, 6 juli 2000) was een Pools-Joodse pianist en componist. Over zijn ervaringen in het Getto van Warschau schreef hij een boek dat de basis vormde voor de film The Pianist.

Leven

Szpilman kreeg zijn eerste pianolessen van zijn moeder, met het gevolg dat hij in de jaren dertig aan kon sluiten aan het conservatorium van Warschau en op de Berlijnse kunstacademie. Toen in 1933 Adolf Hitler de macht greep in Duitsland besloot Szpilman terug te keren naar Polen. Terug in Warschau werd Szpilman een populair pianist en componist. Hij schreef veel klassieke werken, en hij maakte een tournee door Polen samen met de Amerikaanse violist Bronislav Gimpel.

De Tweede Wereldoorlog

Op 1 april 1935 kreeg hij een baan aangeboden bij de Poolse radio als pianist. Hier speelde hij zowel klassieke muziek als jazz. Toen de Duitse invasie van Polen Warschau bereikte haalde deze de Poolse radio uit de lucht. De Duitse machthebbers dwongen Szpilman en zijn familie om in het Getto van Warschau te gaan wonen. Hij werkte daar in restaurants, wederom als pianist. Na een tijd begonnen de nazi's met het deporteren van gezinnen naar concentratie- en vernietigingskampen. Toen de familie Szpilman aan de beurt was wist Władysław, met behulp van een kennis bij de Joodse politie, te ontsnappen. Zijn familieleden, die niet wisten te ontsnappen, kwamen kort erna om in Treblinka. Geen van zijn familieleden wist te overleven.

Szpilman moest daarna dwangarbeid voor de Duitse bezetter verrichten. Ondertussen zette hij zich ook in voor het verzet. Dit door onder meer wapens te smokkelen. Zelf wist hij te vluchten uit het getto en met behulp van het Poolse verzet kon hij onderduiken in een flat niet ver van het getto. Hier zag hij de opstand in het getto van Warschau. Na de Poolse opstand werd Warschau geëvacueerd. Szpilman werd geholpen door de Duitse kapitein Wilm Hosenfeld, die hem af en toe eten kwam brengen.

Na de oorlog

Na de oorlog keerde Szpilman terug bij de Poolse radio. Het eerste stuk dat hij speelde was de Nocturne C mineur van Chopin. Uitgerekend dit nummer speelde hij in 1939 toen hij de uitzending moest onderbreken vanwege Duitse bombardementen op de studio van de Poolse radio. Tussen 1945 en 1963 was hij directeur van de afdeling muziek bij de Poolse radio. Tijdens deze periode componeerde hij meer dan 500 werken.

Lange tijd bleef hij actief in de muziek, zo speelde hij in het Warschau piano kwintet tussen 1963 en 1986. Hiermee werden optredens gedaan over de hele wereld.

Kort na het eindigen van de oorlog schreef hij memoires over hoe hij de Tweede Wereldoorlog doorbracht. Het boek werd uitgebracht onder de titel Śmierć Miasta (de dood van een stad). Het boek werd snel verboden door de communistische overheid die niet hielden van de kijk op de oorlog zoals in het boek omschreven.

In 1998, lang na de val van het communisme, bracht Szpilmans zoon het boek alsnog uit. Dit gebeurde bij de Duitse uitgeverij Ullstein Verlag. Al snel werd het boek een bestseller en inmiddels is het in 30 talen, waaronder het Nederlands, verkrijgbaar. Ook reisde hij in 1998 naar Duitsland om daar met Duitse lezers te praten over het boek.

In 2000 overleed hij op 88-jarige leeftijd in Warschau, waar hij ook begraven ligt. Na zijn dood is zijn verhaal verfilmd door Roman Polański, die drie Oscars won met The Pianist.

Zie ook