Nomos (Egypte)
Sepaoet in hiërogliefen | ||
|
Een nome (Grieks: Nomoi) is de Griekse benaming voor de traditionele 42 districten: 20 in Neder-Egypte en 22 in Opper-Egypte. Deze traditionele districten of provincies werden door de Oude-Egyptenaren Sepaoet (of Sepaut) genoemd, naar een meervoudsvorm van het woord Sp3t of Sepat wat wordt vertaald als "district".[1]
Ontstaan
De indeling van Egypte in nomen gebeurde al in de Proto-dynastieke Periode toen Egypte nog niet verenigd was. Egypte was een lappendeken van stadstaten en deze bevochten elkaar. Om de staten van elkaar te onderscheiden voerden ze hun eigen embleem: dat kon een god zijn of een aantal hiërogliefen. Na de eenwording van Egypte onder Narmer, Hor-Aha of Menes bleven de genoemde stadstaten bestaan als districten of nomes met een provinciehoofdstad. In het Oude Rijk zijn diverse beelden terug gevonden van een koning (Chafre en Sahoere) naast een man of vrouw met het symbool op diens hoofd. In Faraonisch Egypte bleef het aantal steeds gelijk aan 42 districten, een aantal keer werd dit uitgebreid of ingekort.
De indeling in traditionele districten werd gehandhaafd in de Griekse tijd en in Romeinse tijd. Sommige nomen werden toegevoegd of herbenoemd tijdens de Grieks-Romeinse tijd.[2] Bijvoorbeeld: de Ptolemaeën hernoemde de Crocodilopolis nome naar Arsinoë. Hadrianus voegde een nieuwe nome toe: Antinoopolis waarin Antinoopolis de hoofdstad was.
De normarch
Elk district of nome werd bestuurd door een nomarch. De term komt uit het Grieks wat wordt vertaald als "Heerser van de nomos". In het Oude Rijk werd de nomarch Heri-tep-aa-sepat (De grootste diener van de Nome) genoemd [3] in het Nieuwe Rijk: Hatia (Heerser van de Nomos).[4]
De positie van de nomarch was per tijd verschillend. Sommigen werden door de farao aangesteld, anderen benoemden hun zoon tot opvolger. Aanvankelijk kan worden gezegd dat hoe sterker de macht van de farao des te zwakker was de nomarch. In de tijden dat de farao weinig macht had, heersten de nomarchen als prinsen en benoemden zich als farao.
De Nomos
Tijdens de Griekse en Romeinse tijd werden Egyptische plaatsen vaak aangeduid met een Griekse naam zoals Hierakonpolis oftewel heilige-valken-stad. Deze namen zijn later weer vertaald in het Koptisch en vervolgens in de moderne naam van de stad.
Sommige Egyptische steden hebben wel een Egyptische en een moderne naam, maar geen klassieke naam, dit zijn steden die verlaten zijn in de oudheid, maar nog aanwezig zijn als ruïne of archeologische site. Sommige Egyptische steden hebben een voorvoegsel Per of Hoet hier kan men concluderen dat in de stad een tempel stond van de godheid.
Neder-Egypte
In Neder-Egypte begon de nomen in het centrum van Memphis tot naar de Middellandse Zee. De nummering (zie ook afbeelding) was versnipperd rondom de eilandjes. Ze worden globaal vanaf rechts geteld naar links in de Nijldelta.
In de volgende tabel staan de nomen van Neder-Egypte, van Memphis tot en met de delta. Sommige hiërogliefen waren niet aanwezig (nome 4 en 5) en zijn niet aangegeven. Naast het nummer staat de naam in hiërogliefen, transcriptie in Romaans alfabet en de vertaling in het Nederlands. In de derde kolom staan de belangrijkste steden, in de laatste kolom wordt aangegeven welke belangrijkste goden werden vereerd in de nome.
Neder-Egypte | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Nr. | Naam | Steden Egyptische/Klassieke/Moderne naam |
Belangrijkste goden | |||
1 |
Aneb-Hetch Witte Muren |
Men-nefer, Anch-taoei / Memphis / Mit Rahina | Ptah, Sokaris, Apis | |||
2 |
Chensoe Voorpoot |
Chem / Letopolis / Ausim | Horus, Cherty | |||
3 |
Amenti Westen |
Rakote / Alexandrië / al-Iskandariyyah | Hathor | |||
Imoe / - / Kom el-Hisn | ||||||
Dmi en Hor, Behdet / Hermopolis Parva / Damanhur | ||||||
4 |
Sapi-Res Zuidelijk Schild |
Djechaper / Naucratis / El-Gaïef | Neith | |||
5 |
Sap-Meh Noordelijk Schild |
Djaoe, Zaoe / Saïs / Sa el-Hagar | Neith | |||
Per-Wadjet / Boeto / Tell el-Farain | ||||||
6 |
Chaset Woestijn-Stier |
Chasoe / Xois / Sakha | Ra | |||
7 |
A-ment Westelijke Harpoen |
Metelis / Metilis / Tell el-Nigili? | Horus | |||
8 |
A-bet Oostelijke Harpoen |
Per-Atoem / Pithom / Tell-el-Maskhuta | Atoem | |||
9 |
Ati Andjeti |
Djedoe / Busiris / Abu Sir Bana | Osiris, Andjeti | |||
10 |
Ka-chem Zwarte Stier |
Hoetherib / Athribis / Tell Atrib | Horus | |||
11 |
Ka-heseb Heseb-Stier |
Taremoe / Leontopolis / Tell el-Moqdam | Sjoe, Tefnoet, Mihos | |||
12 |
Theb-ka Kalf en Koe |
Tjebennetjer / Sebennytos / Samanud | Onoeris | |||
13 |
Heka-At Voorspoedende Scepter |
Ioenoe / Heliopolis, On / Matariya | Atoem, Ioesaas, Mnevis | |||
14 |
Chent-abet Voorste van het Oosten |
Per-Amon / Pelusium / Tell Farama | Seth | |||
Tjaroe / Sile / Tell Abu Safa | ||||||
15 |
Djehoet Ibis |
Bah, Per-Thoth-weprehwy / Hermopolis Parva / El-Baqliya | Thoth | |||
16 |
Cha Vis |
Per-Banebdjedet / Mendes / Tell el-Ruba | Banebdjedet, Hatmehyt | |||
Anpet-Djedet / Thmuis / Tell El-Timai | ||||||
17 |
Semabehdet Troon |
Semabehdet / Diospolis Parva / Tell el-Balamun | Horus | |||
18 |
Am-Chent Prins van het Zuiden |
Per-Bastet / Bubastis / Tell Basta | Bastet | |||
19 |
Am-Pehoe Prins van het Noorden |
Hoet-Waret / Avaris / San el-Hagar | Wadjet | |||
Djannet / Tanis / San el-Hagar | ||||||
Pi-Ramesse / - / Qantir | ||||||
20 |
Sopdoe Gepluimde Valk |
Per-Sopdoe / Soped / Saft el-Henna | Sopdet |
Opper-Egypte
Waar bij Neder-Egypte de grens ligt bij Memphis eindigt de Opper-Egyptische telling. Deze begint vanaf de grens met het voormalige Koesj, de vroegere grensmarkering van het land. De nomen gaan door naar Neder-Egypte langs El-Armarna naar de Faioum en eindigt bij het centrum van Memphis.
In de indeling staan twee hiërogliefen die niet weergegeven konden worden.
Neder-Egypte | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Nr. | Naam | Steden Egyptische/Klassieke/Moderne naam |
Belangrijkste goden | ||||
1 |
Ta-Seti Land van de Boog |
Aboe / Elephantine / Aswan | Chnoem, Satet, Anoeket, Horus de Oudere, Sobek | ||||
Pa-Sebek / Ombos / Kom Ombo | |||||||
2 |
Thes-Hor Troon van Horus |
Djeba, Wetjeset-hor / Apollinopolis Magna / Edfu | Horus | ||||
3 |
Ten Schrijn |
Nechen / Hierakonpolis / Kom el-Ahmar | Horus, Nechbet, Chnoem, Neith | ||||
Ta-senet, Ioenet / Latopolis / Esna | |||||||
Necheb / Eileithiapolis / Elkab | |||||||
4 |
Waset Scepter |
Waset / Thebe, Diospolis Magna / Luxor | Amon, Moet, Chons, Montoe, Buchis, Sobek | ||||
Ipet-Isoet / Karnak / Al-Karnak | |||||||
Djamet, Djeme / - / Medinet Haboe | |||||||
Djeser-Djeseroe / - / Deir el-Bahri | |||||||
Set-Maät-her-Imenty-Waset / - / Deir el-Medina | |||||||
Djerty / Tuphium / Tod | |||||||
Imjotroe / - / - | |||||||
Ioeny, Per-Montoe / Hermonthis / Armant | |||||||
Madoe / - / Nag el-Medamud | |||||||
Per-Hathor / Pathyris, Aphroditopolis / Gebelein | |||||||
5 |
Heroei Twee Valken |
Nebet, Noebt / - / Naqada | Min, Seth | ||||
Gesa / Apolinopolis Parva / Qus | |||||||
Gebtoe / Koptos / Qift | |||||||
Pa-Sjenhor / - / Shenhur | |||||||
6 |
Aa-ta Krokodil |
Ioenet, Ta-Netjeret / Tentyra / Dendera | Hathor | ||||
7 |
Sesjesj Sistrum |
Hoet-Sechem / Diospolis Parva / Hoe | Bat | ||||
8 |
Abdjoe Groot Land |
Abedjoe / Abydos / Araba el-Madfoena | Chentiamentioe, Osiris, Onuris | ||||
Tjeny / Thinis / Girga | |||||||
9 |
Min Min |
Ipoe, Chent-Min / Panopolis / Achmim | Min | ||||
Hoet-Repit / Athribis / Wanina | |||||||
10 |
Wadjet Cobra |
Djoe-kaoe, Tjeboe / Antaeopolis / Qaw el-Kebir | Seth, Mihos, Nemty | ||||
11 |
Set Seth |
Sjes-hetep / Hypselis / Rifeh | Seth | ||||
12 |
Toe-peh Adder-Berg |
Iakemet / Abotis / Abutig | Nemty | ||||
13 |
Atef-Chent Opper-Vijgenboom en Adder |
Saoeti, Zawti / Lycopolis / Assioet | Wepwawet, Anubis | ||||
14 |
Atef-Pehoe Neder-Vijgenboom en Adder |
Kesi / Cusae / el-Kusiya | Hathor | ||||
Hatnoeb / - / - | |||||||
Achet-Aton / - / El-Amarna | |||||||
15 |
Oen Haas |
Besa / Antinoöpolis / Sheikh Abada | Thoth, Ogdoade van Hermopolis, Aton | ||||
Chemenoe, Chmoen / Hermopolis Magna / Ashmunein | |||||||
Herwer / - / - | |||||||
16 |
Meh-Mahetch Oryx |
Menat-Choefoe / - / Minya | Pachet, Chnoem | ||||
Hebenoe / - / Kom el-Ahmar | |||||||
Tadenet / Akoris / Tihna el-Gebel | |||||||
17 |
Anipoe Jakhals |
Hardai / Cynopolis / El-Kays | Anubis | ||||
18 |
Nemty Nemty |
Hoet-Nesoet / Alabastronopolis / El-Kom el-Ahmar Sawaris | Nemty | ||||
Tajoe-Djajet / Ankyronpolis / El-Hiba | |||||||
19 |
Oeab Twee Scepters |
Per-Medjed / Oxyrhynchus / El-Bahnasa | Seth | ||||
20 |
Atef-Chent Zuidelijke Vijgenboom |
Henen-nesoet / Heracleopolis Magna / Ehnasije el-Medine | Herisjef | ||||
Hetep-Senoesret / - / El-Lahun | |||||||
21 |
Atef-Pehoe Noordelijke Vijgenboom |
Semenoe-Hor, Sjenachen / Akanthon / Kafr-Ammar | Chnoem, Seneferoe | ||||
Sjedit / Crocodilopolis, Arsinoe / El-Fajoem | |||||||
22 |
Maten Mes |
Itj-Tawi / - / El-Lisht | Hathor | ||||
Tepihoe, Per-Nebet-Tepi-Hoe / Aphroditopolis / Atfih |
Zie ook
- (en) Richard K. Wilkinson (2003) The complete gods and goddesses of Ancient Egypt. Thames & Hudson
- (en) Details of the nomes
- ↑ Maria Carmela Betrò, Hiërogliefen, De beeldtaal van het Oude Egypte, pagina 157.
- ↑ Bagnall, Roger S. (1996). Egypt in Late Antiquity (Fourth printing ed.). Princeton: Princeton University Press. p. 333. ISBN 0691069867. Retrieved 2 February 2015.
- ↑ Rainer Hannig: Großes Handwörterbuch Ägyptisch – Deutsch. (2800 – 950 v. Chr.). Die Sprache der Pharaonen (= Hannig-Lexica. Bd. 1 = Kulturgeschichte der Antiken Welt. Bd. 64). Marburger Edition, 4., überarbeitete Auflage. von Zabern, Mainz 2006, ISBN 3-8053-1771-9, S. 539, 587 und 749.
- ↑ Franke: Das Heiligtum des Heqaib, S. 41–49