Naar inhoud springen

A.S.C./A.V.S.V.

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Luijt (overleg | bijdragen) op 26 apr 2015 om 08:20.
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Sociëteit N.I.A. aan de Warmoesstraat

Het Amsterdamsch Studenten Corps / Amsterdamsche Vrouwelijke Studentenvereeniging of kort: A.S.C./A.V.S.V. is de grootste studentenvereniging van Nederland. Ze heeft circa 3300 leden. Het A.S.C./A.V.S.V. is, als erkend studentencorps, lid van de Algemene Senaten Vergadering.

Geschiedenis

Amsterdamsch Studenten Corps

Op 15 mei 1851 besloten verscheidene groensenaten tot samenwerking, waaronder de in 1818 opgerichte groensenaat Ne Praeter Modum (vertaald uit het Latijn: Niet over de schreef). Zij hieven zichzelf op en vormden de Illustrissimus Senatus Studiosorum Amstelodamensium (I.S.S.A.), vertaald uit het Latijn: de zeer illustere senaat van studenten uit Amsterdam), als bestuur van een nieuwe studentenvereniging, het Amsterdamsch Studenten Corps (A.S.C.) onder de zinspreuk Honestum Petimus Usque (vertaald uit het Latijn: Onafgebroken zoeken wij het eervolle). Als sociëteit diende het op 11 november 1841 opgerichte Nos Iungit Amicitia (N.I.A.), vertaald uit het Latijn: Ons verbindt de vriendschap. De meeste studenten, doorgaans uit gegoede kringen, waren lid. Diversificatie van de opleiding en maatschappelijke veranderingen leidden na 1877 tot een stijging van het aantal studenten uit niet-traditionele kringen.

Amsterdamsche Vrouwelijke Studenten Vereeniging

Aan de Amsterdamse universiteit verschijnen de eerste studerende vrouwen in 1881. Een drietal van hen richt in 1892 de vereniging Dicendo Discentes Discimus op, (D.D.D.) (vertaald uit het Latijn: Wij die leren, leren door te spreken). Dit was weer de voorloper van de in 1902 (aanvankelijk als Utile Dulce (Vertaald uit het Latijn: (het) nuttig(e) en zoet(e))), opgerichte Amsterdamsche Vrouwelijke Studenten Vereeniging (A.V.S.V.) onder de zinspreuk: Ardeat Vita (vertaald uit het Latijn: Branden't Leven of Bruisend Leven).

Eerste fusie

Het A.V.S.V. fuseerde al in 1903 met het A.S.C. Dit resulteerde in een landelijke primeur: een gemengd corps en een dame in een studentensenaat. Hierom werd sinds 1903 het A.S.C. niet langer door de andere corpora (de latere Algemene Senaten Vergadering) erkend. Ideaal was de verhouding tussen het A.S.C. en de A.V.S.V. overigens niet. Het veroorzaakte regelmatig verwijderingen en weer toenaderingen. Zo zouden de dames van de A.V.S.V. in 1906 een fusie met het VU-corps (tegenwoordig L.A.N.X.) hebben onderzocht. Dit zou echter door het VU-corps van de hand zijn gewezen. In 1912 maken de dames en heren studenten de fusie weer ongedaan. In 1913 was ook de aanvankelijke verwijdering met de overige corpora voorbij en werd het A.S.C weer erkend door - en trad het A.S.C. toe tot - de A.S.V.

Tweede fusie

In 1945 zijn de verenigingen heropgericht, nadat zij zichzelf in 1941 hadden ontbonden als protest tegen de uitsluiting van joodse leden. Maatschappelijke ontwikkelingen leidden in de jaren na 1970 tot een dieptepunt in de belangstelling voor het verenigingsleven. Dit deed zich vooral gevoelen in de penibele financiële situatie waarin vooral het A.S.C. terecht was gekomen. In 1971 trekken de heren - vrijwel berooid - bij de dames in. Later in datzelfde jaar volgde de definitieve fusie van A.S.C. en A.V.S.V. tot het A.S.C./A.V.S.V. De sociëteit werd gemengd en VU- en HBO-studenten konden ook lid worden. Een aantal sub-verenigingen maakten zich los van het A.S.C./A.V.S.V.

Bestuurlijke organen

I.S.S.A.

Den I.S.S.A. anno 1883 met Frederik van Eeden, staand midden, als lid van den I.S.S.A.

Tekenend voor het A.S.C./A.V.S.V. is dat de Senaat of 'den I.S.S.A.' altijd bestaat uit drie dames en drie heren, afwisselend voorgezeten door een man en een vrouw. De senaat bestaat uit een: Rector, Ab actis, Quaestor Primus, Quaestor Secundus, Assessor Primus en Assessor Secundus. De eerste vrouwelijk rector werd benoemd in 1982; dat was tevens het jaar dat de I.S.S.A. besloot een steeds grotere toeloop van nieuwe leden op te vangen door de oprichting van een nieuw meisjesdispuut en het instellen van een loting.

De senaat wordt ondersteund door enkele subcommissies, zoals:

  • NPM - De senaatscommissie voor het Novitiaat. De commissie Ne Praeter Modum (N.P.M.) is belast met de organisatie van de kennismakingstijd voor aspirant-leden.
  • Honestumredactie - De Honestumredactie is verantwoordelijk voor de uitgave van het verenigingsblad.
  • Almanakcommissie - De eerste Amsterdamsche Almanak kwam uit in 1832.
  • Lustrumcommissie
  • Praesidium - De ledenvergadering wordt belegd en geleid door het College van Voorzitters van de Ledenvergadering en is bij het A.S.C./A.V.S.V. bekend onder de naam ‘het Praesidium’.
  • Acquisitie - De acquisitiecommissie ondersteunt de verschillende subcommissies bij het financieren van een bepaald project/activiteit.
  • Sodalicium Agendum ad Opera (SAO) - Zij helpen bij de organisatie van activiteiten die voor de hele vereniging zijn bedoeld.
  • Archiefcommissie Den Tex - De Historische Commissie Den Tex draagt zorg voor het archief van het A.S.C./A.V.S.V.
  • Reünisten Periodiek - Dit magazine wordt samengesteld door een redactie van jonge leden en wordt uitgegeven voor de reünisten van de vereniging.

Ne Praeter Modum

Het feit, dat het Athenaeum Illustre niet het jus promovendi (het recht om promoties te verlenen) had en dat men naar de universiteit moest voor zijn examens, deed zijn invloed ook in het studentenleven gelden. Vóór 1818 wenste men aan de universiteiten van Leiden, Utrecht en Groningen waar men groensenaten kende, de Amsterdammers, die door toetreding tot een dispuut 'oud-student' werden, niet op gelijke voet met de eigen studenten te behandelen, tenzij zij zich onderwierpen aan hùn groentijd. Hierop besloot men een eigen groensenaat op te richten om zo de mogelijkheid te creëren, dat Leiden, Utrecht en Groningen door erkenning van deze groensenaat de daar aankomende Amsterdamse, reeds ontgroende, studenten als veterani zouden beschouwen, die hun ontgroening reeds aan het Athenaeum Illustre hadden doorgebracht.

Zo zag in 1818 de groensenaat "Ne Praeter Modum" het licht. Hierin verenigden zich de meeste disputen onder één vertegenwoordigend orgaan, althans voor kwesties die niet de interne dispuutzaken betroffen. De erkenning bij de groensenaten en senaten van de studentencorpora der universiteiten verliep bepaald niet makkelijk en snel omdat het Athenaeum Illustre en de Universiteit geen gelijk niveau hadden en men het studentenleven aan de beide instellingen ook niet als gelijkwaardig kon beschouwen. Bovendien maakte de usurpatiepoging van het "Collegium omnio" te Leiden dat de verhouding tussen Leiden enerzijds en Groningen en Utrecht anderzijds zeer slecht werd. De Leidse machtswellust en grootheidswaanzin leidde ook tot een conflict tussen Leiden en Amsterdam, waardoor de Amsterdammers in Leiden in 1824 zó onvriendelijk bejegend werden, dat men naar een compromis moest zoeken, hetgeen vanaf 1826 de verhouding weer geleidelijk verbeterde. Toch zou het nog een tiental jaren duren voordat van dit structureel zou verbeteren en studenten uit Amsterdam ook in Leiden zonder voorbehoud werden erkend als studiosos.

Sociëteit NIA

Sociëteit Nos Iungit Amicitia , opgericht op 11 november 1841, is thans gevestigd aan de Warmoesstraat 153-157 in Amsterdam. In 1994 is het huidige pand (een oude drukkerij) tezamen met de omringende huizen aangekocht, nadat de toenmalige zetel in "Het Gulden Huys" aan de Raamgracht 6-8 te klein was geworden. In de corporale volksmond wordt de sociëteit ook wel 'de Toko' genoemd.

Sociëteitsbestuur

De sociëteit wordt geleid door acht leden van de vereniging die samen het sociëteitsbestuur, ook wel "De Commissie", vormen.

De Commissie bestaat uit een; Praeses, Ab actis, Quaestor I, Quaestor II, Commissaris Exploitatie, Commissaris Consumabel, Commissaris gebouw en Commissaris Bar.

De commissie wordt ondersteund door enkele subcommissies, zoals:

  • Sociëteitslustrumcommissie
  • NIAweek - Zij organiseren de feestweek van de sociëteit die één keer per jaar plaatsvindt.
  • Beheerder - De beheerder heeft het beheer over de sociëteit en is de rechterhand van de "Stichting Gulden Huys", de stichting is eigenaar van enkele panden waaronder de sociëteit.
  • Kroegcommissie (KC) - Deze commissie is de rechterhand van ‘de Commissie’ in haar zaalbeleid. De KC staat onder andere achter de bar van de sociëteit NIA en ondersteunt bij evenementen.
  • CVB - De Commissie van Beheer draagt samen met de administratief medewerker en de Quaestoren van de Commissie zorg voor de boekhouding van de sociëteit.
Pand aan de Herengracht 505 in Amsterdam

Lijst van sociëteiten

A.S.C.

  • 1841-1845 De Karseboom in de Kalverstraat
  • 1845-1847 Onbekend
  • 1847- Poolse koffiehuis in de Kalverstraat
  • 1880-1893 Vosje aan het Rokin
  • 1893- Heiligeweg
  • 1895 Wordt een “tegen”-sociëteit opgericht (Honestum Petimus Usque), in de bar van Hotel Americain
  • 1897 De Kuil in Café Hofbräu in de Warmoesstraat, vlak daarna in Brinkman in de Kalverstraat
  • 1898 - 1905 De Kroon aan het Rembrandtplein. Varia - Een NIA-Commissaris stak tijdens een iets te uitbundig feest zijn cello in brand wat voor overige leden de aanzet was om ook de rest van het meubilair op het vuur te gooien.
  • 1905 - 1906 De Roode Leeuw aan de Vijgendam
  • 1906 - 1915 Voormalig Cafe Monopole aan de Heiligeweg
  • 1915 - 1920 Gebouw Eensgezindheid aan het Spui
  • 1920 - 1926 Het gebouw van de Academie van Bouwkunst aan de Marnixstraat
  • 1926 - 1965 Sarphatistraat 3
  • 1965 - 1972 Lido.[1] (thans een vestiging van Holland Casino)

A.V.S.V.

A.S.C./A.V.S.V.

  • 1971 - 1993 Raamgracht 6-8
  • 1993 - Heden Warmoesstraat 153

Disputen

De vereniging werkt met een disputensysteem, waarin (praktisch alle) leden zijn georganiseerd. Dit wijkt af van de meeste overige corporale verenigingen in Nederland, die vooral veelal jaarclubs en huizen hebben als belangrijkste sub-verbanden. De disputen zijn op hun beurt ook weer verenigingen, zodat men naast corpslid - normaliter - ook dispuutlid is. Op dit moment telt het A.S.C./A.V.S.V. 37 disputen, hiervan zijn er 19 herendisputen en 18 damesdisputen. Na de fusie van 1971 ontstonden enkele disputen met mannelijke en vrouwelijke leden. Het tij voor dergelijke 'gemengde' disputen is echter gekeerd: in 2001 hief het laatste nog bestaande gemengde dispuut zichzelf op.

Sommige disputen zijn meer dan honderd jaar oud, terwijl anderen pas enkele jaren bestaan. De oudste disputen, waarvan de meeste al zijn opgericht vóór de oprichting van het A.S.C., waren zogeheten 'vakdisputen'; hier draaide het niet om gezelligheid maar om het bediscussiëren ('disputeren') van wetenschappelijke en literaire onderwerpen. In 2006 is het laatste vakdispuut binnen het A.S.C./A.V.S.V. opgeheven. Vakdispuut V.N.I.C.A., opgericht vóór de oprichting van het A.S.C., bestaat nog wel maar is niet meer aan het A.S.C./A.V.S.V. verbonden.

Een dispuut heeft doorgaans een bestuur of presidium met drie of vier leden, met een voorzitter of praeses, een penningmeester, quaestor of thesaurier, een secretaris of ab actis en eventueel een assessor of vice-praeses.

Herendisputen

  • B.E.E.T.S. (1879)
  • O.D.O.L.E.H. (1890 en 1979)
  • H.E.B.E. (1901)
  • V.I.A.T.O.R. (1903)
  • H.E.R.A. (1905 en 1930)
  • .V.I.V.A.T. (1908 en 1977)
  • T.H.A.L.I.A. (1913 en 1946)
  • V.E.S.T.A. (1917, in 1977 toegetreden tot A.S.C./A.V.S.V.)
  • D.I.D.O. (1919)
  • H.O.M.E.R.V.S. (1941)
  • M.A.R.N.I.X. (1941 en 1981)
  • S.I.R.I.U.S. (1941)
  • A.E.G.I.S. (1941 en 1978)
  • O.S.I.R.I.S. (1941)
  • A.E.N.E.A.S. (1946)
  • A.T.O.M.O.S. (1957)
  • E.N.E.R.G.I.A. (1958)
  • Beaufort (1984)
  • O.R.E.S.T.E.S. (1985)

Damesdisputen

  • P.A.N.I.K.H (1916)
  • K.E.W.A.J.A.M. (1918 en 1978)
  • D.I.S. (1919 en 1981)
  • B.E.V.E.R. (1930)
  • S.P.H.I.N.X. (1948)
  • V.I.S.H.N.U. (1948 en 1993)
  • Pinot (1965, in 1974 toegetreden tot A.S.C./A.V.S.V.)
  • Lllorien (1969)
  • Idéfix (1971)
  • Oktopus (1972)
  • Audentes (1976)
  • P.H.A.R.O.S. (1977)
  • Jonquille (1977)
  • F.I.O.R.E. (1978)
  • Penelope (1978)
  • K.A.R.A.A.T. (1983)
  • C.H.E.S.S. (1985)
  • Tychè (1999)

Subverenigingen

P.H.I.L.I.D.O.R. (1878) Schaakvereniging
K.S.S. (1880) Schietvereniging
A.S.R. Nereus (1885) Roeivereniging
A.S.T.V. Kothurne (1887) Toneelvereniging
A.S.R. H.O.R.S. (1911) Paardrijvereniging
A.S.T. Shot (1919) Tennisvereniging
A.S.R.V. Ascrum (1962) Rugbyvereniging
A.C.G.F. (1994) Golfvereniging
Heilbot (2009) Hengelsportgezelschap
A.S.C.V. (2011) Cricketvereniging
A.S.J.F. De Gouden Bocht (2012) Jazzformatie

Bekende leden