CS-6
CS-6 was de naam van een Nederlandse verzetsgroep in de Tweede Wereldoorlog. De naam is afkomstig van het adres waar de groep haar oorsprong vond: Corellistraat 6 te Amsterdam.
De groep werd in de zomer van 1940 opgericht door de broers Gideon ("Gi") en Jan Karel ("Janka") Boissevain. Nadat hun poging om in juli 1940 naar Engeland te ontkomen was mislukt, keerden zij terug naar hun ouderlijk huis, waar hun moeder al begonnen was Joodse vluchtelingen op te vangen. Tot hun groep behoorden ook Pam Pooters, Jan Verleun, Reina Prinsen Geerligs, Truus van Lier,Leo Frijda, Hans Katan, Sape Kuipers en hun achterneef Louis Boissevain. De groep verzamelde wapens en legde zich toe op sabotage, later ook op liquidatie van verraders. De Haagse communist Gerrit Willem Kastein, die in contact stond met Gerben Wagenaar, CPN-sabotageleider, werkte nauw met hen samen.
Op 5 februari 1943 pleegde Kastein samen met Jan Verleun een aanslag op luitenant-generaal Hendrik Seyffardt, nieuw-benoemd gemachtigde voor het Nederlands Legioen[1], die een dag later aan de gevolgen overleed. Seyffardt bracht nog uit dat de daders 'studenten' waren; het gevolg was een razzia waarbij honderden studenten werden opgepakt.
Kastein viel door verraad van de V-mann Anton van der Waals in Duitse handen, en met hem het merendeel van de groep; zij werden gefusilleerd of stierven in gevangenschap. Het restant van de groep, waaronder Jan Verleun, verdubbelde hierna zijn activiteit. Een aanslag op Anton Mussert ging op het laatste moment niet door; tot november 1943 werden echter nog tien aanslagen gepleegd op collaborateurs en politiemensen. Door toedoen van de V-Mann Matthijs A. Ridderhof kwam aan hun activiteit een einde.
Twee leden waren intussen naar Londen gestuurd. Daar werden zij ingeschakeld bij het inlichtingenwerk in bezet gebied. Zij liepen bij de eerste de beste actie in de fuik van het Englandspiel.
Na de oorlog werden Jan Karel, Gideon en Louis Boissevain, Pam Pooters en Gerrit Kastein aangemeld voor een Gedenkboek van omgekomen communistische verzetsmensen, dat overigens nooit verschenen is.[2]