Naar inhoud springen

Armenzorg

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Vanished user kF34S10g4jtmz3d12g43lAvx90aVs2f (overleg | bijdragen) op 30 mrt 2011 om 19:15.
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.

Armenzorg is de hulpverlening aan en de zorg voor mensen die in armoede leven.

Geschiedenis

Van oudsher waren de kerkelijke instellingen, de adel en particuliere instellingen hoofdverantwoordelijk voor de armenzorg. Dat gebeurde op basis van liefdadigheid. We moeten dan bijvoorbeeld denken aan Hofjes. Ook bekend zijn in dit verband de katholieke Sint-Vincentiusvereniging, vernoemd naar de Heilige Vincentius a Paulo en, in Nederland, de protestantse Maatschappij van Welstand. Kritiek op dit soort liefdadigheid hield in dat het soms om een paternalistische verhouding met de van zorg afhankelijke mensen ging[bron?]. De christelijke armenzorg wordt caritas genoemd.

In Nederland zijn ook groeperingen als het Leger des Heils en de Vrijmetselarij[1] bij de armenzorg betrokken.

Thans wordt de armenzorg voornamelijk behartigd door de overheid, kerkelijke instellingen en particulieren.

België

Zie: Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn

Nederland

In 1818 werd de Maatschappij van Weldadigheid opgericht.

In Nederland is thans de gebruikelijke term bijstand. Vanaf 1965 was bijstand een recht, dat viel onder de Algemene bijstandswet (ABW). De Algemene bijstandswet kwam in de plaats van de Armenwet die dateerde van 1854 en in 1912 slechts iets was aangepast. Met de ABW kwam het primaat van de armenzorg bij de overheid te liggen.

Toen in de loop van de jaren 1980 de hoogte van de bijstand achterbleef bij de kosten van levensonderhoud, nam de bemoeienis van derden met de armenzorg weer toe. In 1987 richtte de Raad van Kerken de werkgroep Arme kant van Nederland op, met als doelstelling aandacht te vragen voor de armoedeproblematiek. Vanaf het begin van de 21e eeuw zijn door diverse kerken en particuliere instellingen plaatselijk voedselbanken ingesteld. In 2006 werd geschat dat 8000 huishoudens gebruikmaken van voedselbanken.[2].