Naar inhoud springen

Gele dovenetel

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Luckas-bot (overleg | bijdragen) op 16 jan 2011 om 21:05. (r2.7.1) (robot Erbij: da:Almindelig Guldnælde)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Gele dovenetel
Gele dovenetel
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:'nieuwe' Tweezaadlobbigen
Clade:Lamiiden
Orde:Lamiales
Familie:Lamiaceae (Lipbloemenfamilie)
Geslacht:Lamiastrum
Soort
Lamiastrum galeobdolon
(L.) Ehrend. & Polatschek (1966)
[[Bestand:|266px|alt=]]
Bonte gele dovenetel
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Gele dovenetel op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

De gele dovenetel (Lamiastrum galeobdolon, synoniemen: Lamium galeobdolon en Galeobdolon luteum) is een eenjarige plant van vochtige en beschaduwde plaatsen in gematigde gebieden.

Deze voorjaarsbloem bloeit met name in mei en juni. Bij een gunstig voorjaar kan de plant ook al in april bloeiend worden gevonden.

De cultivar Lamiastrum galeobdolon 'Florentinum' kenmerkt zich door gevlekte bladeren. Deze cultivar wordt als bonte gele dovenetel of ook wel als gevlekte gele dovenetel aangeduid.

Voorkomen

De soort komt op het Euraziatisch continent algemeen voor in gematigde streken, evenals in Noord-Afrika. De soort is in Noord-Amerika geïntroduceerd. In België en Nederland loopt de noordgrens samen met die van de beuk.

Ondersoorten

Alle ondersoorten en cultivars zijn min of meer groenblijvend. De volgende ondersoorten worden onderscheiden:

  • Lamiastrum galeobdolon subsp. galeobdolon
  • Bonte gele dovenetel: Lamiastrum galeobdolon subsp. argentatum. De bonte gele dovenetel breidt zich ook boven de grote rivieren sterk uit. De gele bloemen lijken op die van de gele dovenetel, maar de plant onderscheidt zich hiervan door de zilver gevlekte bladeren.
    • Lamiastrum galeobdolon 'Herman's Pride' is een cultivar, waarvan het gebladerte zilverkleurige vlekken heeft. Een stevige cultivar, die niet gevoelig is voor bladziekte en door Herman P. Dijkhuizen in 1972 in Dalmatië is ontdekt;
    • Lamiastrum galeobdolon 'Variegatum' is een cultivar, waarvan de bladeren groter zijn dan die van Lamiastrum galeobdolon 'Herman's Pride' maar ook met zilverkleurige tekening;
  • Lamiastrum galeobdolon subsp. flavidum is een ondersoort die in Europa voorkomt in de Alpen en de Apennijnen. Er komen meer dan tien kleine bloemen per scherm voor;
    • Lamiastrum galeobdolon 'Silberteppich' is een cultivar, waarvan de bladeren vrijwel helemaal zilverkleurig zijn. De plant is vatbaar voor bladvlekkenziekte;
  • Lamiastrum galeobdolon subsp. luteum - de bladeren en steunbladen hebben meestal stompe tanden die één tot twee maal zo lang als breed zijn. De plant heeft tot acht 1,7-2,1 cm kleine bloemen.
  • Lamiastrum galeobdolon subsp. montanum Deze ondersoort komt voor in Zuid-Europa.

Tuinen

Doordat de plant zich sterk uitbreidt is het een ideale bodembedekker voor grote tuinen. De plant blijft laag, en de gevlekte bladeren van de diverse argentum-cultivars vormen een sierlijk gezicht. Door in het voorjaar of in de herfst bewortelde uitlopers uit te planten, kan de plant naar andere delen van de tuin worden uitgebreid.

De plant vergt weinig verzorging, en vermeerdert in tuinen veelal via wortelstokken. Bij een droge ondergrond worden de bladeren geel en sterven af.

Bloemdiagram

Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Galeobdolon luteum op Wikimedia Commons.