Naar inhoud springen

André Wynen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door MrBlueBot (overleg | bijdragen) op 9 jul 2010 om 01:49. (min Categorie:Persoon met een verlamming (per WP:TVC))
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.

André Wynen (Ukkel, 8 december 1923 - Godinne, 10 juni 2007) was een Belgische arts en verzetsstrijder.

Levensloop

Verzet

Reeds in zijn jeugd sympathiseerde Wynen met het gedachtegoed van de communistische partij, zonder echter partijlid te worden. Tijdens de Tweede Wereldoorlog, op zeventienjarige leeftijd, maakte hij deel uit van het distributienetwerk van de klandestiene pers. Hij begon hij zijn geneeskundige studies aan de ULB. Kort daarop werd deze universiteit gesloten door de bezetter. Hij stapte daarna over naar de universiteit van Namen, maar daar werd door de Duitse bezetter geëist dat alle studenten eerst zes maanden moesten werken in de oorlogsindustrie. André Wynen weigerde en dook onder in 1943 in het verzet bij de Gewapende Partizanen. Hij werd er chef van de elfde compagnie.

Gedurende de razzia's van maart-april 1944 wordt hij in een hinderlaag van de Gestapo gelokt. Zijn gezel wordt doodgeschoten en Wynen wordt gearresteerd. Hij wordt ondervraagd en gemarteld op het Gestapo-hoofdkwartier aan de Louisalaan in Brussel. Hij brengt Pasen 1944 door in de gevangenis van Sint-Gillis. Hij wordt daarna overgebracht naar het Fort van Breendonk (10 of 11 april 1944 tot 6 mei 1944) en daarna naar het kamp van Buchenwald. In dit laatste kamp moet hij eerst handenarbeid verrichten en hij wordt vervolgens verpleger in de ziekenzaal. Hij verbleef er ongeveer een jaar. Hij wist deze kampen te overleven door puur toeval omdat zijn dossier bij een bombardement in rook was opgegaan. De andere leden van zijn verzetsafdeling werden allen opgehangen. André Wynen hield aan Buchenwald een tuberculosebesmetting over.

Artsensyndicaat

Hij herstelde gedurende twee jaar in een sanatorium in Leysin, Zwitserland. Daarna in maart 1947 hervatte hij zijn medische studies en hij behaalde zijn diploma in 1950. Hij specialiseerde zich daarna in de chirurgie.

In 1962 richtte hij de Belgische Vereniging van Artsensyndicaten (BVAS) op, waarvan hij twintig jaar voorzitter was en die zou uitgroeien tot de grootste artsenvereniging van België. Ook internationaal was hij op dit vlak actief, zo was hij een tijdlang secretaris-generaal van de World Medical Association. Hij zorgde ervoor dat deze organisatie niet uiteenviel in de jaren zeventig en 80. Gedurende deze periode gaf hij de onderrichting dat een arts geen medewerking mocht verlenen aan de uitvoering van een doodstraf. Hij mocht enkel de dood vaststellen.[1]. Hij gaf ook aan dat een arts geen verplichte voeding mag toedienen aan iemand die in hongerstaking gaat in protest tegen folteringen [2]

Zijn naam blijft het meest verbonden met de grote artsenstaking van april 1964 waarvan hij de organisator was. Negentig tot vijfennegentig percent van de Belgische artsen en tandartsen namen deel aan deze grootste artsenstaking uit de Belgische geschiedenis. Dit hard conflict was gericht tegen de geplande besparingen in de sociale zekerheid door de toenmalige minister Edmond Leburton. Ze werd gevoerd onder het mom van therapeutische vrijheid van de arts en de patiënt en tegen elke "verstaatsing". De staking duurde achttien dagen. Artsen, in hun functie van reserveofficier, werden opgevorderd. Om hieraan te ontsnappen vertrokken de artsen op "vakantie" naar het buitenland, meestal juist over de Franse of Nederlandse grens. André Wynen was een keiharde en compromisloze onderhandelaar. Uiteindelijk werd het merendeel van zijn eisen ingewilligd. De wet moest herschreven worden waardoor er nu nog steeds problemen zijn in de financiering van de gezondheidszorg.

Verder was hij betrokken bij de vestiging van het ziekenhuis van Eigenbrakel. Hij wist in 1983 gedaan te krijgen dat het in Ukkel gelegen ziekenhuis Edith Cavell dat eertijds failliet was gegaan, weer een nieuwe start kon maken. De artsen hebben een tijdlang 40 % van hun honorarium moeten afstaan aan de kliniek. Anderzijds werden de toeslagen voor eenpersoonskamers, totaal vrij bepaald door de dokters in zijn ziekenhuizen. Maar hij moest in 1994 gedurende korte tijd naar de gevangenis, omdat hij, zonder toelating, in dit ziekenhuis een dure magnetische-resonantie tomografietoestel had laten installeren waarvan het aantal beperkt moest blijven in België. Het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering heeft daarna de terugbetaling bij het gebruik van dit toestel met tien procent verminderd. Dr. Wynen heeft echter dit nooit doorgerekend aan zijn patiënten. Dit moet hem miljoenen Belgische frank gekost hebben.

Latere jaren

Na zijn pensionering werd hij in september 2004 voorzitter van de Groupe Mémoire van Breendonk in opvolging van Arthur Haulot. Deze geeft informatie aan de jeugd over wat er zich tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft afgespeeld en houdt zich tevens bezig met het bestrijden van het neonazisme en het rechts-extremisme. Wynen, die zich altijd al ongerust maakte over de ontwikkelingen van laatstgenoemde, was er een voorstander van dat partijen van een dergelijke signatuur een verbod zouden krijgen opgelegd.

Hij heeft zich ook altijd verzet tegen legalisering van euthanasie omdat hij het schrikbeeld van de euthansiewetten van het naziregime niet van zich kon afzetten. Volgens hem was de vroegtijdige levensbeëindiging een kwestie tussen de arts en de patiënt. Hij had ook schrik dat het generatieconflict in de toekomst kon leiden tot een "economische euthanasie" van de oudere generatie.

Op het einde van zijn leven schreef hij nog een voorwoord in het pedagogisch dossier "Le fort de Breendonk, le camp de la terreur nazie en Belgique pendant la Seconde Guerre mondiale" (Editions Racine, Brussel, 2006).

Hij is drager van de titels van commandeur in de Leopoldsorde en grootofficier in de Leopoldsorde.[3]

Hij bleef in zijn latere jaren ook niet gespaard van zware tegenslagen. Na een val van een fiets was hij de laatste vijftien jaar deels verlamd. Zijn oudste dochter overleed in 2006 bij het beklimmen van de Mount Kenya.

Begin juni 2007 raakte André Wynen betrokken bij een ernstig verkeersongeluk. De verwondingen die hij daarbij opliep, hadden een week later zijn overlijden op 83-jarige leeftijd tot gevolg in het Universitair Ziekenhuis UCL in Mont-Godinne, Yvoir.[4]

Hij wordt geroemd door de Belgische Vereniging van Artsensyndicaten (BVAS) als de belichaming van de vrije geneeskunde, een voorvechter binnen het Belgische gezondheidszorgsysteem en een onvermoeibare verdediger van de kwaliteit ervan.

Voetnoten

  1. World Medical Association, Resolution on Physician Participation in Capital Punishment (1981)
  2. The Guantánamo Prisoner, Hunger Strikes & Protests: February 2002 – August 2005 ; A Special Report by the Center for Constitutional Rights
  3. Adellijke gunsten en eretekens 2006
  4. Overlijdensbericht in De Standaard 11juni 2007

[bron?]