Naar inhoud springen

Johan Baptist van Hohenzollern-Sigmaringen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Känsterle (overleg | bijdragen) op 1 aug 2009 om 11:14. (Nederlands (de voornaam is ook Nederlands))
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.

Johan Baptist van Hohenzollern-Sigmaringen (1728-1781), bijgenaamd de dolle graaf, was heer van Boxmeer en burggraaf van den Bergh van 1737 tot 1757.

Hij was nog minderjarig toen hij, na de dood van zijn vader, met de heerlijkheid werd beleend. Als voogd trad Franciscus Ludovicus Sanguessa, de toenmalige bisschop van Roermond op.

Naar verluidt trouwde hij in 1747 met Maria Benonia, gravin Laderani van Lodron van Portugal nadat hij enkel een portret van haar had gezien. Maria viel hem echter tegen, waarop hij zijn beklag deed bij zijn drossaard, jonker Leopold Frans de Raet. Deze prees de vrouw en de graaf stelde voor om dan maar van vrouw te ruilen, aangezien de echtgenote van de drossaard een beeldschone vrouw was.

De ruil ging niet door. De graaf ging 's avonds met zijn volle wapenrusting en twee geladen pistolen in het echtelijk bed liggen, waarop Maria naar een andere kamer verhuisde en de dag daarop voorgoed vertrok. Ze overleed in 1758 in een klooster te Aken.

Johan Baptist joeg het geld er doorheen en in Herberg De Zwaan te Boxmeer stak hij een man dood. Toen hij bezoek had was er een leidekker op het dak aan het werk en de graaf vroeg: wilt ge hem eens zien rollen?, waarna hij hem neerschoot. Ook ging hij, als boerin verkleed, op de vrouw van de drossaard af. Deze herkende de graaf, die de drossaard wilde vermoorden, echter op tijd.

Uiteindelijk zorgden de drossaard en de rentmeester ervoor dat de dolle graaf in 1757 gearresteerd werd en in het gevang te Wetzlar belandde. In 1781 is hij te Hohenzollern overleden.

Externe bron

  • Anton van Oorschot, Middeleeuwse Kastelen van Noord-Brabant.Rijswijk: Elmar, 1981. ISBN 906120285x