Naar inhoud springen

Kunstsecundair onderwijs: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Door de wol geverfd (overleg | bijdragen)
Versie 8723097 van Ploupol ongedaan gemaakt. (inderdaad foute spelling, maar wel officiële benaming in wetteksten
Ploupol (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 10: Regel 10:
** Audiovisuele vorming, zowel tweede als derde graad
** Audiovisuele vorming, zowel tweede als derde graad
** Beeldende en Architecturale vorming, in de tweede graad, splitst in de derde graad uit in:
** Beeldende en Architecturale vorming, in de tweede graad, splitst in de derde graad uit in:
*** Architecurale vorming
*** Architecturale vorming
*** Beeldende vorming
*** Beeldende vorming
** Beeldende en architecturale kunsten, in de tweede graad, splitst in de derde graad uit in:
** Beeldende en architecturale kunsten, in de tweede graad, splitst in de derde graad uit in:

Versie van 22 jul 2007 19:00

Het Kunstsecundair onderwijs (KSO) is in Vlaanderen één van de vier onderwijsvormen in de tweede en de derde graad van het secundair onderwijs. Het onderwijs omvat een combinatie van algemene vakken, kunst-theoretische vakken en praktijk (bijv. atelier of instrument).
Tot het KSO behoren drie studiegebieden, nl. ballet, beeldende kunsten en podiumkunsten, waarbinnen telkens een aantal studierichtingen worden aangeboden.
Sommige studierichtingen in het KSO zijn eerder theoretisch, en bereiden dus voor op hoger (kunst-)onderwijs. Deze combinatie van algemene vorming en kunstzinnige vorming in één onderwijsvorm is vrij uniek. Een beetje gevleid spreekt men dan ook soms onofficieel van kunsthumaniora. Het geeft jongeren de kans niet voor het dilemma te moeten staan: òf de kunst, òf de studies. Vandaar dat KSO de onderwijsvorm is met relatief de meeste buitenlandse (waaronder heel wat Nederlandse) leerlingen.
Andere studierichtingen zijn eerder toegepast, en leiden naar directe tewerkstelling. Soms wordt dit kunstonderwijs gegeven aan specifieke kunst-scholen (bijv. balletschool, of muziekconservatorium), soms zijn het studierichtingen in scholen waar ook nog ASO, TSO en/of BSO ingericht wordt. De bestaande studierichtingen zijn:

  • In het studiegebied Ballet:
    • Ballet, zowel in de tweede als derde graad.
  • in het studiegebied Beeldende Kunsten
    • Artistieke opleiding, zowel tweede als derde graad
    • Audiovisuele vorming, zowel tweede als derde graad
    • Beeldende en Architecturale vorming, in de tweede graad, splitst in de derde graad uit in:
      • Architecturale vorming
      • Beeldende vorming
    • Beeldende en architecturale kunsten, in de tweede graad, splitst in de derde graad uit in:
      • Architecturale en binnenhuiskunst
      • Toegepaste beeldende kunst
      • Industriële kunst
      • Vrije beeldende kunst
  • In het studiegebied Podiumkunsten (zowel tweede als derde graad):

In de derde graad is ook nog een bijkomend jaar mogelijk:

  • een leerjaar, voorbereidend op het hoger onderwijs:
    • bijzondere beeldende vorming
    • bijzondere muzikale vorming
  • een specialisatiejaar:
    • architecturale vormgeving
    • audiovisuele vormgeving
    • grafische vormgeving
    • industriële kunst
    • ruimtelijke vormgeving

Voor de studiegebieden Ballet en Podiumkunsten richten de scholen een toelatingsproef ("auditie") in voor aanvang van de studie. Voor de afdelingen woord, muziek wordt ook samengewerkt met het deeltijds kunstonderwijs.