Naar inhoud springen

Neoclassicisme: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
versie van Kleon3 van 16 jan 2019 09:50 (53006340) teruggeplaatst - Revert vandalisme
k Linkfix ivm sjabloonnaamgeving
 
(8 tussenliggende versies door 8 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
{{Zie artikel|Voor het gelijknamige begrip uit de muziek, zie [[Neoclassicisme (muziek)]].}}
{{Zie artikel|Voor andere artikelen over dit onderwerp, zie [[Neoclassicisme (doorverwijspagina)]].}}
[[Bestand:Antichina piranese.jpg|thumb|280px|Fantasievoorstelling van de [[Via Appia]]; ets van [[Giovanni Battista Piranesi]], 1756]]
[[Bestand:Antichina piranese.jpg|miniatuur|Fantasievoorstelling van de [[Via Appia]]; ets van [[Giovanni Battista Piranesi]], 1756]]
[[Bestand:David-Oath of the Horatii-1784.jpg|thumb|280px|[[Jacques-Louis David]], ''Eed der Horatii'', 1784]]
[[Bestand:David-Oath of the Horatii-1784.jpg|miniatuur|[[Jacques-Louis David]], ''Eed der Horatii'', 1784]]
Het '''neoclassicisme''' was aan het eind van de [[18e eeuw|18e]] en het begin van de [[19e eeuw]] een stroming in de kunst, waarin opnieuw de vermeende puurheid van de klassieken werd nagestreefd. Men richtte zich daarbij met name op de (bouw)kunst van de oude [[Grieken]] en [[Romeinse Rijk|Romeinen]]. Beroemde neoclassicistische kunstenaars zijn de Franse schilders [[Jacques Louis David]] en [[Jean Auguste Dominique Ingres]], en de in Rome werkzame beeldhouwers [[Antonio Canova]] en [[Bertel Thorvaldsen]].
Het '''neoclassicisme''' was aan het eind van de [[18e eeuw|18e]] en het begin van de [[19e eeuw]] een stroming in de kunst, waarin opnieuw de vermeende puurheid van de klassieken werd nagestreefd. Men richtte zich daarbij met name op de (bouw)kunst van de oude [[Grieken]] en [[Romeinse Rijk|Romeinen]]. Beroemde neoclassicistische kunstenaars zijn de Franse schilders [[Jacques Louis David]] en [[Jean Auguste Dominique Ingres]], en de in Rome werkzame beeldhouwers [[Antonio Canova]] en [[Bertel Thorvaldsen]].


==Ontwikkeling classicisme en neoclassicisme==
== Ontwikkeling classicisme en neoclassicisme ==
De belangstelling voor de klassieke beschaving werd in de achttiende eeuw sterk aangewakkerd door enkele belangrijke archeologische opgravingen, onder andere de vondst van [[Pompeï]] (1748) en die van de [[steen van Rosetta]] (1799). Het werk van tekenaars die [[Napoleon Bonaparte]] met zich mee had genomen op zijn [[Expeditie van Napoleon naar Egypte|veldtocht naar Egypte]] sprak zeer tot de verbeelding van tijdgenoten. Een sleutelrol vervulden ook de geschriften van de archeoloog [[Johann Joachim Winckelmann]]. Een belangrijk centrum van waaruit het neoclassicisme zich verspreidde over Europa en Noord-Amerika was [[Rome (stad)|Rome]].
De belangstelling voor de klassieke beschaving werd in de achttiende eeuw sterk aangewakkerd door enkele belangrijke archeologische opgravingen, onder andere de vondst van [[Pompeï]] (1748) en die van de [[steen van Rosetta]] (1799). Het werk van tekenaars die [[Napoleon Bonaparte]] met zich mee had genomen op zijn [[Expeditie van Napoleon naar Egypte|veldtocht naar Egypte]] sprak zeer tot de verbeelding van tijdgenoten. Een sleutelrol vervulden ook de geschriften van de archeoloog [[Johann Joachim Winckelmann]]. Een belangrijk centrum van waaruit het neoclassicisme zich verspreidde over Europa en Noord-Amerika was [[Rome (stad)|Rome]].


Regel 11: Regel 11:
In de betiteling classicisme of neoclassicisme kan soms een waardeoordeel doorklinken: kunststijlen die de traditie van de klassieke Griekse en Romeinse kunst en de [[renaissance]] op 'respectabele' wijze voortzetten, worden in die visie ''classicistisch'' genoemd, terwijl hun meer [[eclecticisme|eclectische]] varianten als ''neoclassicistisch'' worden gezien.
In de betiteling classicisme of neoclassicisme kan soms een waardeoordeel doorklinken: kunststijlen die de traditie van de klassieke Griekse en Romeinse kunst en de [[renaissance]] op 'respectabele' wijze voortzetten, worden in die visie ''classicistisch'' genoemd, terwijl hun meer [[eclecticisme|eclectische]] varianten als ''neoclassicistisch'' worden gezien.


==Schilderkunst==
== Schilderkunst ==
Belangrijke neoclassicistische schilders en etsers waren: [[Giovanni Battista Piranesi]] en [[Andrea Appiani]] (in Italië), [[Jacques-Louis David]] en [[Jean Auguste Dominique Ingres|Dominique Ingres]] (in Frankrijk), [[Angelika Kauffmann]] (in Zwitserland), en [[Benjamin West]] (in Groot-Brittannië en de Verenigde Staten).
Belangrijke neoclassicistische schilders en etsers waren: [[Giovanni Battista Piranesi]] en [[Andrea Appiani]] (in Italië), [[Jacques-Louis David]] en [[Jean Auguste Dominique Ingres|Dominique Ingres]] (in Frankrijk), [[Angelika Kauffmann]] (in Zwitserland), en [[Benjamin West]] (in Groot-Brittannië en de Verenigde Staten).

In [[België (hoofdbetekenis)|België]] kunnen de kunstenaars [[Joseph-Benoît Suvée]] en [[François-Joseph Navez]] genoemd worden; in Nederland de schilders [[Johannes van Dreght]] en [[Joannes Echarius Carolus Alberti]].
In [[België (hoofdbetekenis)|België]] kunnen de kunstenaars [[Joseph-Benoît Suvée]] en [[François-Joseph Navez]] genoemd worden; in Nederland de schilders [[Johannes van Dreght]] en [[Joannes Echarius Carolus Alberti]].
<gallery>
<gallery>
Bestand:Angelica Kauffmann - Venus Induces Helen to Fall in Love with Paris - WGA12099.jpg|[[Angelika Kauffmann]], ''Venus laat Helena verliefd worden op Paris'', 1790
Angelica Kauffmann - Venus Induces Helen to Fall in Love with Paris - WGA12099.jpg|[[Angelika Kauffmann]], ''Venus laat Helena verliefd worden op Paris'', 1790
Bestand:Jean Auguste Dominique Ingres, Portrait de Napoléon Bonaparte en premier consul.jpg|[[Jean Auguste Dominique Ingres|Ingres]], ''portret van [[Napoleon Bonaparte]]'', 1803-04
Jean Auguste Dominique Ingres, Portrait de Napoléon Bonaparte en premier consul.jpg|[[Jean Auguste Dominique Ingres|Ingres]], ''portret van [[Napoleon Bonaparte]]'', 1803-04
Bestand:François-Joseph Navez - The Incredulity of Saint Thomas - Google Art Project.jpg|[[François-Joseph Navez]], ''De ongelovige Thomas'', 1823
François-Joseph Navez - The Incredulity of Saint Thomas - Google Art Project.jpg|[[François-Joseph Navez]], ''De ongelovige Thomas'', 1823
Bestand:Jacques-Louis David - Mars desarme par Venus.JPG|[[Jacques-Louis David]], ''Mars ontwapend door Venus'', 1824
Jacques-Louis David - Mars desarme par Venus.JPG|[[Jacques-Louis David]], ''Mars ontwapend door Venus'', 1824
</gallery>
</gallery>


==Beeldhouwkunst==
== Beeldhouwkunst ==
De belangrijkste kunstenaars in het centrum van de neoclassicistische beeldhouwkunst (Rome) waren de Italiaan [[Antonio Canova]] en de Deen [[Bertel Thorvaldsen]]. In Frankrijk waren in deze periode een groot aantal beeldhouwers actief, onder anderen [[Jean-Antoine Houdon]], [[Augustin Pajou]], [[François Joseph Bosio]], [[Antoine-Denis Chaudet]], [[David d'Angers]] en [[Jean-Pierre Cortot]]. In Duitsland waren de voornaamste vertegenwoordigers van het neoclassicisme [[Christian Daniel Rauch]], [[Johann Gottfried Schadow]] en zijn zoon [[Rudolph Schadow]]; in Engeland was dat [[John Flaxman]].
De belangrijkste kunstenaars in het centrum van de neoclassicistische beeldhouwkunst (Rome) waren de Italianen [[Antonio Canova]] en [[Innocenzo Fraccaroli]] en de Deen [[Bertel Thorvaldsen]]. In Frankrijk waren in deze periode een groot aantal beeldhouwers actief, onder anderen [[Jean-Antoine Houdon]], [[Augustin Pajou]], [[François Joseph Bosio]], [[Antoine-Denis Chaudet]], [[David d'Angers]] en [[Jean-Pierre Cortot]]. In Duitsland waren de voornaamste vertegenwoordigers van het neoclassicisme [[Christian Daniel Rauch]], [[Johann Gottfried Schadow]] en zijn zoon [[Rudolph Schadow]]; in Engeland was dat [[John Flaxman]].


In België waren [[Gilles-Lambert Godecharle]], [[François-Joseph Dewandre]], [[Jean-Louis van Geel]], [[Louis Jehotte]] en [[Eugène Simonis]] de belangrijkste neoclassicistische beeldhouwers. In Nederland kan [[Louis Royer]] tot het neoclassicisme gerekend worden; de beeldhouwers [[Mathieu Kessels (beeldhouwer)|Mathieu Kessels]] en zijn leerling [[Johannes Antonius van der Ven]] waren voornamelijk in Rome werkzaam. De meesten van deze beeldhouwers schakelden later in hun carrière over op een meer romantische stijl.
In België waren [[Gilles-Lambert Godecharle]], [[François-Joseph Dewandre]], [[Jean-Louis van Geel]], [[Louis Jehotte]] en [[Eugène Simonis]] de belangrijkste neoclassicistische beeldhouwers. In Nederland kan [[Louis Royer]] tot het neoclassicisme gerekend worden; de beeldhouwers [[Mathieu Kessels (beeldhouwer)|Mathieu Kessels]] en zijn leerling [[Johannes Antonius van der Ven]] waren voornamelijk in Rome werkzaam. De meesten van deze beeldhouwers schakelden later in hun carrière over op een meer romantische stijl.
<gallery>
<gallery>
Bestand:Mercure4.jpg|[[Augustin Pajou]], ''Mercurius'', 1780
Mercure4.jpg|[[Augustin Pajou]], ''Mercurius'', 1780
Bestand:Psyche revived Louvre MR1777.jpg|[[Antonio Canova]], ''Psyche tot leven gekust'', 1793
Psyche revived Louvre MR1777.jpg|[[Antonio Canova]], ''Psyche tot leven gekust'', 1793
Bestand:Bertel Thorvaldsen Kopf eines Kriegers ca. 1812-18-1.jpg|[[Bertel Thorvaldsen]], ''Kop van een krijger'', ca. 1812-18
Bertel Thorvaldsen Kopf eines Kriegers ca. 1812-18-1.jpg|[[Bertel Thorvaldsen]], ''Kop van een krijger'', ca. 1812-18
Bestand:Discobole lançant le disque-ChatsworthHouse.jpg|[[Mathieu Kessels (beeldhouwer)|Mathieu Kessels]], ''Diskuswerper'', 1822-28
Discobole lançant le disque-ChatsworthHouse.jpg|[[Mathieu Kessels (beeldhouwer)|Mathieu Kessels]], ''Diskuswerper'', 1822-28
</gallery>
</gallery>


Regel 37: Regel 37:
In de neoclassicistische architectuur lieten architecten zich inspireren door de Griekse en Romeinse bouwkunst, vooral door de klassieke [[tempel]]bouw met zuilen[[colonnade]]s. Invloedrijke neoclassicistische bouwmeesters waren de Fransen [[Étienne-Louis Boullée]] en [[Claude-Nicolas Ledoux]], de Duitsers [[Karl Friedrich Schinkel]] en [[Leo von Klenze]], en de Britten [[John Soane]], [[Robert Adam]] en [[John Nash (architect)|John Nash]]. In Frankrijk, Duitsland en Rusland was in deze periode de overheid de belangrijkste opdrachtgever (paleizen, regeringsgebouwen, rechtbanken, triomfbogen, musea, theaters); in Engeland ging het voornamelijk om huizen voor particulieren. In de Verenigde Staten bleef de [[federale stijl]] of ''Greek revival style'' populair tot ver in de 20e eeuw bij de bouw van onder andere regeringsgebouwen (in vrijwel alle statenhoofdsteden) en landhuizen (vooral in het Zuiden).
In de neoclassicistische architectuur lieten architecten zich inspireren door de Griekse en Romeinse bouwkunst, vooral door de klassieke [[tempel]]bouw met zuilen[[colonnade]]s. Invloedrijke neoclassicistische bouwmeesters waren de Fransen [[Étienne-Louis Boullée]] en [[Claude-Nicolas Ledoux]], de Duitsers [[Karl Friedrich Schinkel]] en [[Leo von Klenze]], en de Britten [[John Soane]], [[Robert Adam]] en [[John Nash (architect)|John Nash]]. In Frankrijk, Duitsland en Rusland was in deze periode de overheid de belangrijkste opdrachtgever (paleizen, regeringsgebouwen, rechtbanken, triomfbogen, musea, theaters); in Engeland ging het voornamelijk om huizen voor particulieren. In de Verenigde Staten bleef de [[federale stijl]] of ''Greek revival style'' populair tot ver in de 20e eeuw bij de bouw van onder andere regeringsgebouwen (in vrijwel alle statenhoofdsteden) en landhuizen (vooral in het Zuiden).


In België droegen de architecten [[Laurent-Benoît Dewez]], [[Pierre Bruno Bourla]] en [[Lodewijk Roelandt]] het neoclassicistisch idioom een warm hart toe. De stijl is vooral zichtbaar op het [[Martelarenplein (Brussel)|Martelarenplein]] en op het [[Koningsplein (Brussel)|Koningsplein]] in het Brusselse regeringsdistrict, maar ook de Gentse [[Koninklijke Opera (Gent)|Opera]], de [[Aula Academica|aula van de universiteit]] en het [[Oud Gerechtsgebouw (Gent)|Oud Gerechtsgebouw]], de Antwerpse [[Bourlaschouwburg]], de [[Opéra Royal de Wallonie|Opera van Luik]] en het Casino van Spa getuigen van de populariteit van het neoclassicisme in het jonge koninkrijk België. In Nederland verrezen relatief weinig neoclassicistische bouwwerken. De [[Beurs van Zocher]] in Amsterdam werd rond 1900 al gesloopt. Het [[Stadhuis van Groningen]] en het gebouw [[Felix Meritis]] in Amsterdam, beide van [[Jacob Otten Husly]], zijn voorbeelden van het neoclassicisme in Nederland. Het [[Paviljoen Welgelegen]] in [[Haarlem]] geldt als een puur voorbeeld van deze stijl. Zowel in Nederland als in België kunnen de meeste kerken uit de eerste helft van de 19e eeuw, in Nederland meestal aangeduid als [[waterstaatskerk]]en, tot de neoclassicistische architectuur gerekend worden.
In België droegen de architecten [[Laurent-Benoît Dewez]], [[Pierre Bruno Bourla]] en [[Lodewijk Roelandt]] het neoclassicistisch idioom een warm hart toe. De stijl is vooral zichtbaar op het [[Martelaarsplein (Brussel)|Martelaarsplein]] en op het [[Koningsplein (Brussel)|Koningsplein]] in het Brusselse regeringsdistrict, maar ook de Gentse [[Koninklijke Opera (Gent)|Opera]], de [[Aula Academica|aula van de universiteit]] en het [[Oud Gerechtsgebouw (Gent)|Oud Gerechtsgebouw]], de Antwerpse [[Bourlaschouwburg]], de [[Opéra Royal de Wallonie|Opera van Luik]] en het Casino van Spa getuigen van de populariteit van het neoclassicisme in het jonge koninkrijk België. In Nederland verrezen relatief weinig neoclassicistische bouwwerken. De [[Beurs van Zocher]] in Amsterdam werd rond 1900 al gesloopt. Het [[Stadhuis van Groningen]] en het gebouw [[Felix Meritis]] in Amsterdam, beide van [[Jacob Otten Husly]], zijn voorbeelden van het neoclassicisme in Nederland. Het [[Paviljoen Welgelegen]] in [[Haarlem]] geldt als een puur voorbeeld van deze stijl. Zowel in Nederland als in België kunnen de meeste kerken uit de eerste helft van de 19e eeuw, in Nederland meestal aangeduid als [[waterstaatskerk]]en, tot de neoclassicistische architectuur gerekend worden.
<gallery>
<gallery widths=150 heights=110>
Bestand:Braniborská brána.jpg|[[Carl Gotthard Langhans|C.G. Langhans]]: [[Brandenburger Tor (Berlijn)|Brandenburger Tor]], [[Berlijn]], 1788
Braniborská brána.jpg|[[Carl Gotthard Langhans|C.G. Langhans]]: [[Brandenburger Tor (Berlijn)|Brandenburger Tor]], [[Berlijn]], 1788
Bestand:The west curve of Park Crescent, London - geograph.org.uk - 1524047.jpg|[[John Nash (architect)|John Nash]]: Park Crescent, [[Londen]], 1806-21
The west curve of Park Crescent, London - geograph.org.uk - 1524047.jpg|[[John Nash (architect)|John Nash]]: Park Crescent, [[Londen]], 1806-21
Bestand:La Madeleine Paris.jpg|Pierre-Alexandre Vignon: façade van [[La Madeleine (kerk)|La Madeleine]], [[Parijs]], 1806-42
La Madeleine Paris.jpg|Pierre-Alexandre Vignon: façade van [[La Madeleine (kerk)|La Madeleine]], [[Parijs]], 1806-42
Bestand:NewHermitage.jpg|[[Leo von Klenze]]: [[Hermitage (Sint-Petersburg)|Nieuwe Hermitage]], [[Sint-Petersburg]], 1839–52
NewHermitage.jpg|[[Leo von Klenze]]: [[Hermitage (Sint-Petersburg)|Nieuwe Hermitage]], [[Sint-Petersburg]], 1839–52
</gallery>
</gallery>


==Toegepaste kunst==
== Toegepaste kunst ==
{{Zie hoofdartikel|Lodewijk XVI-stijl|Empirestijl}}
{{Zie hoofdartikel|Lodewijk XVI-stijl|Empirestijl}}
In de toegepaste kunst spreekt men zelden van neoclassicisme, hoewel bij de vormgeving van behang, meubels, klokken, tafelzilver, porselein en glaswerk vanaf de tweede helft van de achttiende eeuw een toenemende invloed van de klassieke beeldtaal valt te bespeuren. In Frankrijk - en landen die zich destijds sterk op de Franse cultuur richtten - is die invloed al te zien in de [[Lodewijk XVI-stijl]], later in de [[Empirestijl]]. Waren aanvankelijk de opgravingen in Pompeï inspiratiebron voor interieurontwerpers, na de [[expeditie van Napoleon naar Egypte]] kwamen Egyptische motieven in de mode.
In de toegepaste kunst spreekt men zelden van neoclassicisme, hoewel bij de vormgeving van behang, meubels, klokken, tafelzilver, porselein en glaswerk vanaf de tweede helft van de achttiende eeuw een toenemende invloed van de klassieke beeldtaal valt te bespeuren. In Frankrijk - en landen die zich destijds sterk op de Franse cultuur richtten - is die invloed al te zien in de [[Lodewijk XVI-stijl]], later in de [[Empirestijl]]. Waren aanvankelijk de opgravingen in Pompeï inspiratiebron voor interieurontwerpers, na de [[expeditie van Napoleon naar Egypte]] kwamen Egyptische motieven in de mode.
Regel 53: Regel 53:
Het [[Kasteel van Laken]] in Brussel en het [[Paleis op de Dam]] in Amsterdam hebben beide vrij gave Empire-interieurs. De [[Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis]] in Brussel, het [[Grand Curtius]] in [[Luik (stad)|Luik]] en het [[Museum François Duesberg]] in [[Bergen (Henegouwen)]] bezitten belangrijke collecties op dit gebied. De architecten [[Mathias Soiron]] en [[Jakob Couven]] ontwierpen interieurs in neoclassicistische stijl voor een groot aantal adellijke huizen in de regio [[Maastricht]]-Luik-[[Aken (stad)|Aken]], daarbij bijgestaan door de van oorsprong Zwitsers-Italiaanse sierstucwerker [[Petrus Nicolaas Gagini]].
Het [[Kasteel van Laken]] in Brussel en het [[Paleis op de Dam]] in Amsterdam hebben beide vrij gave Empire-interieurs. De [[Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis]] in Brussel, het [[Grand Curtius]] in [[Luik (stad)|Luik]] en het [[Museum François Duesberg]] in [[Bergen (Henegouwen)]] bezitten belangrijke collecties op dit gebied. De architecten [[Mathias Soiron]] en [[Jakob Couven]] ontwierpen interieurs in neoclassicistische stijl voor een groot aantal adellijke huizen in de regio [[Maastricht]]-Luik-[[Aken (stad)|Aken]], daarbij bijgestaan door de van oorsprong Zwitsers-Italiaanse sierstucwerker [[Petrus Nicolaas Gagini]].
<gallery>
<gallery>
Bestand:Robert and James Adam. Details for Derby House in Grosvenor Square. Published 1777.jpg|[[Robert Adam]], ontwerp voor Derby House, 1777
Robert and James Adam. Details for Derby House in Grosvenor Square. Published 1777.jpg|[[Robert Adam]], ontwerp voor Derby House, 1777
Bestand:Amsterdam Royal Palace 2752.jpg|Empire slaapkamer, [[Paleis op de Dam]], Amsterdam, ca. 1800
Amsterdam Royal Palace 2752.jpg|Empire slaapkamer, [[Paleis op de Dam]], Amsterdam, ca. 1800
Bestand:Wedgwood.jpg|'Jasperware' bord, [[Wedgwood]], ca. 1805
Wedgwood.jpg|'Jasperware' bord, [[Wedgwood]], ca. 1805
Bestand:LM Enrst clock.jpg|Franse Empire klok in de vorm van urn, ca. 1810
LM Enrst clock.jpg|Franse Empire klok in de vorm van urn, ca. 1810
</gallery>
</gallery>


== Muziek ==
== Muziek ==
In de westerse [[klassieke muziek]] verwijst het begrip neoclassicisme niet naar de [[klassieke oudheid]], maar verwijst het naar 20e-eeuwse componisten die teruggrijpen op de muziek uit de [[classicisme (muziek)|klassieke periode]] van [[Wolfgang Amadeus Mozart|Mozart]] en [[Joseph Haydn|Haydn]], zoals [[Francis Poulenc]] en [[Igor Stravinsky]].
{{Zie hoofdartikel|Neoclassicisme (muziek)}}
{{Zie hoofdartikel|Neoclassicisme (muziek)}}
In de westerse [[klassieke muziek]] verwijst het begrip neoclassicisme niet naar de [[klassieke oudheid]], maar verwijst het naar 20e-eeuwse componisten die teruggrijpen op de muziek uit de [[classicisme (muziek)|klassieke periode]] van [[Wolfgang Amadeus Mozart|Mozart]] en [[Joseph Haydn|Haydn]], zoals [[Francis Poulenc]] en [[Igor Stravinsky]].

== Taalkunde ==
[[Neoconstructie (morfologie)]]


== Externe link ==
== Externe link ==

Huidige versie van 16 dec 2023 om 17:17

Voor andere artikelen over dit onderwerp, zie Neoclassicisme (doorverwijspagina).
Fantasievoorstelling van de Via Appia; ets van Giovanni Battista Piranesi, 1756
Jacques-Louis David, Eed der Horatii, 1784

Het neoclassicisme was aan het eind van de 18e en het begin van de 19e eeuw een stroming in de kunst, waarin opnieuw de vermeende puurheid van de klassieken werd nagestreefd. Men richtte zich daarbij met name op de (bouw)kunst van de oude Grieken en Romeinen. Beroemde neoclassicistische kunstenaars zijn de Franse schilders Jacques Louis David en Jean Auguste Dominique Ingres, en de in Rome werkzame beeldhouwers Antonio Canova en Bertel Thorvaldsen.

Ontwikkeling classicisme en neoclassicisme

[bewerken | brontekst bewerken]

De belangstelling voor de klassieke beschaving werd in de achttiende eeuw sterk aangewakkerd door enkele belangrijke archeologische opgravingen, onder andere de vondst van Pompeï (1748) en die van de steen van Rosetta (1799). Het werk van tekenaars die Napoleon Bonaparte met zich mee had genomen op zijn veldtocht naar Egypte sprak zeer tot de verbeelding van tijdgenoten. Een sleutelrol vervulden ook de geschriften van de archeoloog Johann Joachim Winckelmann. Een belangrijk centrum van waaruit het neoclassicisme zich verspreidde over Europa en Noord-Amerika was Rome.

Waar de grens tussen classicisme en neoclassicisme ligt, is niet altijd even duidelijk. In verschillende landen bestaan verschillende tradities rondom deze naamgeving. De term classicisme wordt veelal gebruikt voor zeventiende-eeuwse Franse kunstenaars als Nicolas Poussin en Claude Lorrain (in de Nederlanden onder andere Gerard de Lairesse). Zij lieten zich door de antieke kunst van de Grieken en Romeinen inspireren, zonder die te willen imiteren.

In de betiteling classicisme of neoclassicisme kan soms een waardeoordeel doorklinken: kunststijlen die de traditie van de klassieke Griekse en Romeinse kunst en de renaissance op 'respectabele' wijze voortzetten, worden in die visie classicistisch genoemd, terwijl hun meer eclectische varianten als neoclassicistisch worden gezien.

Schilderkunst

[bewerken | brontekst bewerken]

Belangrijke neoclassicistische schilders en etsers waren: Giovanni Battista Piranesi en Andrea Appiani (in Italië), Jacques-Louis David en Dominique Ingres (in Frankrijk), Angelika Kauffmann (in Zwitserland), en Benjamin West (in Groot-Brittannië en de Verenigde Staten).

In België kunnen de kunstenaars Joseph-Benoît Suvée en François-Joseph Navez genoemd worden; in Nederland de schilders Johannes van Dreght en Joannes Echarius Carolus Alberti.

Beeldhouwkunst

[bewerken | brontekst bewerken]

De belangrijkste kunstenaars in het centrum van de neoclassicistische beeldhouwkunst (Rome) waren de Italianen Antonio Canova en Innocenzo Fraccaroli en de Deen Bertel Thorvaldsen. In Frankrijk waren in deze periode een groot aantal beeldhouwers actief, onder anderen Jean-Antoine Houdon, Augustin Pajou, François Joseph Bosio, Antoine-Denis Chaudet, David d'Angers en Jean-Pierre Cortot. In Duitsland waren de voornaamste vertegenwoordigers van het neoclassicisme Christian Daniel Rauch, Johann Gottfried Schadow en zijn zoon Rudolph Schadow; in Engeland was dat John Flaxman.

In België waren Gilles-Lambert Godecharle, François-Joseph Dewandre, Jean-Louis van Geel, Louis Jehotte en Eugène Simonis de belangrijkste neoclassicistische beeldhouwers. In Nederland kan Louis Royer tot het neoclassicisme gerekend worden; de beeldhouwers Mathieu Kessels en zijn leerling Johannes Antonius van der Ven waren voornamelijk in Rome werkzaam. De meesten van deze beeldhouwers schakelden later in hun carrière over op een meer romantische stijl.

Zie Neoclassicistische architectuur voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

In de neoclassicistische architectuur lieten architecten zich inspireren door de Griekse en Romeinse bouwkunst, vooral door de klassieke tempelbouw met zuilencolonnades. Invloedrijke neoclassicistische bouwmeesters waren de Fransen Étienne-Louis Boullée en Claude-Nicolas Ledoux, de Duitsers Karl Friedrich Schinkel en Leo von Klenze, en de Britten John Soane, Robert Adam en John Nash. In Frankrijk, Duitsland en Rusland was in deze periode de overheid de belangrijkste opdrachtgever (paleizen, regeringsgebouwen, rechtbanken, triomfbogen, musea, theaters); in Engeland ging het voornamelijk om huizen voor particulieren. In de Verenigde Staten bleef de federale stijl of Greek revival style populair tot ver in de 20e eeuw bij de bouw van onder andere regeringsgebouwen (in vrijwel alle statenhoofdsteden) en landhuizen (vooral in het Zuiden).

In België droegen de architecten Laurent-Benoît Dewez, Pierre Bruno Bourla en Lodewijk Roelandt het neoclassicistisch idioom een warm hart toe. De stijl is vooral zichtbaar op het Martelaarsplein en op het Koningsplein in het Brusselse regeringsdistrict, maar ook de Gentse Opera, de aula van de universiteit en het Oud Gerechtsgebouw, de Antwerpse Bourlaschouwburg, de Opera van Luik en het Casino van Spa getuigen van de populariteit van het neoclassicisme in het jonge koninkrijk België. In Nederland verrezen relatief weinig neoclassicistische bouwwerken. De Beurs van Zocher in Amsterdam werd rond 1900 al gesloopt. Het Stadhuis van Groningen en het gebouw Felix Meritis in Amsterdam, beide van Jacob Otten Husly, zijn voorbeelden van het neoclassicisme in Nederland. Het Paviljoen Welgelegen in Haarlem geldt als een puur voorbeeld van deze stijl. Zowel in Nederland als in België kunnen de meeste kerken uit de eerste helft van de 19e eeuw, in Nederland meestal aangeduid als waterstaatskerken, tot de neoclassicistische architectuur gerekend worden.

Toegepaste kunst

[bewerken | brontekst bewerken]
Zie Lodewijk XVI-stijl en Empirestijl voor de hoofdartikelen over dit onderwerp.

In de toegepaste kunst spreekt men zelden van neoclassicisme, hoewel bij de vormgeving van behang, meubels, klokken, tafelzilver, porselein en glaswerk vanaf de tweede helft van de achttiende eeuw een toenemende invloed van de klassieke beeldtaal valt te bespeuren. In Frankrijk - en landen die zich destijds sterk op de Franse cultuur richtten - is die invloed al te zien in de Lodewijk XVI-stijl, later in de Empirestijl. Waren aanvankelijk de opgravingen in Pompeï inspiratiebron voor interieurontwerpers, na de expeditie van Napoleon naar Egypte kwamen Egyptische motieven in de mode.

In Engeland spreekt men in deze tijd meestal over Regency. Hier waren de Schotse broers John en Robert Adam toonaangevend, zowel wat het exterieur als het interieur van adellijke landhuizen en stadspaleizen betrof. De Nederlands-Engelse bankier Thomas Hope was een belangrijke interieurontwerper en smaakmaker in 'Regency Londen'. De komst van de Portlandvaas naar Engeland in 1784 zorgde voor een stroom van imitaties, onder andere door de porseleinfabriek Wedgwood. De Britse beeldhouwer John Flaxman ontwierp neoclassicistische reliëfs voor serviesgoed van dit bedrijf ('jasperware' en 'basaltware').

Het Kasteel van Laken in Brussel en het Paleis op de Dam in Amsterdam hebben beide vrij gave Empire-interieurs. De Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis in Brussel, het Grand Curtius in Luik en het Museum François Duesberg in Bergen (Henegouwen) bezitten belangrijke collecties op dit gebied. De architecten Mathias Soiron en Jakob Couven ontwierpen interieurs in neoclassicistische stijl voor een groot aantal adellijke huizen in de regio Maastricht-Luik-Aken, daarbij bijgestaan door de van oorsprong Zwitsers-Italiaanse sierstucwerker Petrus Nicolaas Gagini.

Zie Neoclassicisme (muziek) voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

In de westerse klassieke muziek verwijst het begrip neoclassicisme niet naar de klassieke oudheid, maar verwijst het naar 20e-eeuwse componisten die teruggrijpen op de muziek uit de klassieke periode van Mozart en Haydn, zoals Francis Poulenc en Igor Stravinsky.

Neoconstructie (morfologie)